‘Elf uur, half twaalf. Een beetje aan de late kant, omdat ik natuurlijk een kind heb. Ik heb een paar rommelige nachten gehad, dus ik ben eigenlijk een beetje moe. Ik probeer ’s avonds niet te werken, want dan word ik hyperactief. Maar we hebben net twee bandrepetities achter de rug. Dat zijn heftige dagen, joh. Je bent eigenlijk gewoon van tien tot vijf een concert aan het geven. Je moet continu zingen en gitaar spelen. Maar het zijn ook nummers waarbij iedereen superveel moet onthouden. Iedereen vergeet wel even een partij, dus het is continu weer stoppen, opnieuw dingen uitzoeken. Daarna ben ik helemaal overprikkeld.’
Wat deed je gisteren om te ontspannen?
‘Eerlijk???’ Ze begint te lachen. ‘Nee, dat ik ga ik niet zeggen.’ Nog een lach. ‘Oh, het is niks seksueels hoor. Hahaha. Heel burgerlijk eigenlijk: ik zit gewoon podcasts te luisteren of recepten op te zoeken, te kijken naar plaatjes van eten. En ik heb toch nog een beetje gewerkt: opnames van de repetities zitten uitwerken, het geklets eruit knippen en MP3’s bouncen, dat zijn geheugensteuntjes voor de band.’
Zit daar veel werk in?
‘Ja, vooral in de voorbereiding: de akkoorden en juiste stempartijen naar iedereen doorsturen, dat alles consequent is, dat de lage stem altijd de lage doet en de hoge de hoge, dat iedereen alle partijen in de Google Drive heeft staan. Maar dat doe je eenmalig, daarna is het klaar. Tot je weer nieuwe liedjes gaat spelen. Repeteren is nooit leuk, hè? Het hoort er gewoon bij, even zwoegen, je moet er doorheen.’