‘De Amsterdamse nacht is levend cultureel erfgoed.’ Het is een wonderlijke zin om tegen te komen in een overheidsdocument. Maar het staat echt in de nachtvisie, een zeventig pagina’s tellend document waarin de gemeente Amsterdam de waarde van het nachtleven erkent. Als dat al gebeurt, dan is het meestal in doodordinaire cijfers. Maar volgens cultuurwethouder Touria Meliani is het nachtleven een broedplaats voor kunst én cultuur. ‘Muzikale genres, dansvormen, performancekunst in een galerie: wat er in de nacht ontstaat is kunst. Er vinden ontmoetingen plaats, ontstaan netwerken. Wat in de nacht bruist, heeft impact op de dag. Maar toen de coronacrisis toesloeg, zag je dat nauwelijks genoemd worden.’
Dat maakte ook dat ze tijdens de coronacrisis voor het nachtleven wilde gaan staan, vertelt ze. In november 2020 schreef ze samen met twee andere cultuurwethouders in de Volkskrant een pleidooi voor extra steun voor het nachtleven. Naast uitzonderingen als Paradiso en Melkweg zijn nachtclubs immers niet gesubsidieerd, waardoor ze geen aanspraak konden maken op de steunpakketten van het Rijk. En dus, observeerden de wethouders, vielen de nachtclubs tussen wal en schip. Een fijne handreiking, vonden clubs, maar ook te laat. Diezelfde week klopte het Overleg Amsterdamse Clubs (AOC) aan bij de Gemeente Amsterdam voor 6,5 miljoen. ‘Anders is dit het einde voor veel zaken’, zei AOC-woordvoerder Pieter de Kroon.
Een moeilijke periode, reflecteert Meliani nu: ‘Er waren geen middelen voor.’ Des te blijer is ze dat het Rijk kort daarop de criteria voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) verbreedde. Die vergoeding van maximaal 300.000 euro heeft de clubs door de storm heen geholpen, alhoewel de reserves nu meer dan op zijn. En dus heeft de gemeente Amsterdam een stimuleringsregeling van 9 ton opgezet, om de clubs die open gaan te helpen bij de herstart van hun programmering. ‘Voor sommige clubs smaakt het naar meer. Die vragen zich af waarom zo’n subsidieregeling er niet eerder was. Dat willen we verder uitwerken, zeker in het Kunstenplan. Hopelijk kunnen we dat vanaf de volgende periode in 2025 structureel inbedden. Het kan zijn dat de clubs de komende jaren gaan zeggen: het gaat niet zo goed. Ik weet niet of ik dan een oplossing voor ze heb.’