Het is zondagmiddag, een uur of drie. Boven staat upsammy te draaien in de piepkleine nieuwe bovenzaal, waar een kluwen mensen in clubtenue danst op een glazige electroplaat waar ze speelse struikelpercussie induwt. Op het aangrenzende terras deinen vers aangekomen clubgangers mee, al dan niet met een peuk of een biertje in de hand. Het terras is tot aan de randen gevuld. Ieder zitplekje is bezet. In de hoek duikt een jongen met een kaalgeschoren hoofd op een bankhanger af. Of hij alsjeblieft ruimte kan maken, hij wil zo graag effe zitten. Naast hem zit een groepje dansers dat al sinds de vorige nacht in de club is blijven plakken. Pas de nacht hierop zullen ze uitgeteld de club uit sjokken.
Het geluid van allerlei door elkaar heenlopende gesprekken, dat is de klank van een club die weer tot leven komt. De eerste weekender in Garage Noord (ooit!) speelt zich net zo goed af op de dansvloer als daarbuiten. En dus is de uitbreiding van de club een gouden zet. Het boventerras staat de hele avond ramvol met clubbers die naar frisse lucht snakken, en ook het terras vóór de club wordt dit weekend benut, overdekt met een stuk zeil. Daar kun je je verschansen voor een verkwikkende gado gado of een saotosoepje, maar het is vooral de ideale speelplaats voor een massale reünie van het Amsterdamse nachtleven. Het hele weekend zie je dj’s de club doorkruisen. Zoals Parrish Smith, die op vrijdagnacht al bij mad miran en Identified Patient opduikt terwijl hij zondag pas zal afsluiten. Of Job Sifre, die vrijwel continu op de dansvloer lijkt te staan. En er zijn ook dj’s zoals Elias Mazian, KI/KI en Job Jobse, die dit weekend elders draaien maar alsnog naar Amsterdam-Noord zijn getogen.