Dat is natuurlijk een onmogelijke vraag, zeker met kinderen van twaalf (Flamman heeft een tweeling, jongen en meisje), een leeftijd waarbij het al ingewikkeld genoeg is om wezenlijk contact te hebben. Kinderen van die leeftijd zitten het liefst op hun telefoon, kijken om zich heen wat andere meisjes aan hebben en proberen zich daartoe te verhouden. ‘Mijn dochter is er wel mee bezig, hoor. Ze zit met vragen als: hoe vertel ik het straks mijn vriendinnen op school? Dat ik er straks niet meer ben als ze me op een dag harder nodig hebben, is onverdraaglijk. Op het moment dat zij iets met hun leven gaan doen wat ze graag willen, wil ik tegen ze kunnen zeggen: ik vind het fantastisch wat je doet. Dat heb ik pas heel laat van mijn vader gehoord, en dat heeft een last van mijn schouders gehaald, merkte ik toen. Misschien dat ik daardoor wel al die jaren naar succes gehunkerd heb.’
‘Ik heb overigens een goede band met mijn vader’, verklaart Flamman voor alle duidelijkheid. ‘Ik ben jaren geleden een keer met hem naar Ierland geweest. Het was net na J Perkin, ik zat in een break-up, hij zat in de knel met zijn werk. Tot dat moment had ik niet zo’n goede band met mijn vader, maar tijdens die vakantie zijn we uit eten gegaan, en later op een dansvloer beland met mensen die we in de kroeg ontmoet hadden. Belangrijker: we zijn begonnen met praten over het leven, en dat is niet meer opgehouden. Op dat moment werd mijn vader mijn vriend. Niet een tegen wie ik alles zeg, maar als ik hem nodig heb staat hij er.’
Bij gebrek aan toekomst is Flamman nu boeken aan het lezen over hoe hij iets achter kan laten voor zijn eigen kinderen. Hij zou iets kunnen schrijven, of iets kunnen inspreken. Misschien wordt het wel zijn laatste album. ‘Spoken word’, lacht hij. ‘Ja, zo zou je het kunnen zien.’ Een hit hoeft het niet te worden, twee exemplaren zijn genoeg. ‘Sinds ik ziek ben is het contact met mijn ex stroever’, vertelt Flamman. ‘Ik heb behoefte aan een soort gezamenlijkheid, aan het gezin. Ik vind het heel goed en gezond als kinderen hun ouders over hun leven horen praten, dat ze mee kunnen luisteren. Maar dat is lastig nu, we zijn niet “samen”. Dat begrijp ik wel, maar ik vind het ongelofelijk verdrietig.’
Dit is dus hoe het gaat, als je weet dat het einde aanstaande is. Je gaat dingen loslaten, eindjes aan elkaar knopen. Evalueren waar nog kansen liggen. ‘Ik ga wel dood, en binnen afzienbare tijd, maar ik heb in elk geval nog tijd om afscheid te nemen. Wat overblijft zijn de vriendschappen’, zegt Flamman. ‘Ik ben in Deventer komen wonen, iets meer dan een jaar geleden, en toen heb ik me aangesloten bij een groepje mannen die met elkaar voetbalden. Allemaal boven de 35, allemaal mensen die uit het westen van het land hierheen gekomen zijn en aansluiting zochten. Het begon met een balletje in het park, in de winter een zaaltje huren. Maar die mannen delen dus lief en leed met elkaar, echt waanzinnig. Ze staan elke dag voor mij klaar. Sinds ik ziek ben is er elke dag wel iemand die langs komt. Zulke vriendschappen heb ik ook met Simon Gitsels, met producer Martijn Groeneveld. Als je goede vriendschappen hebt in het leven, heb je het goed gedaan.’
Wat Flamman in elk geval nalaat is een album dat New Men heet. Een doorleefde plaat, afgerond voor het onheilsbericht kwam. Het laatste hoofdstuk toen alles nog normaal was. ‘Mijn liedjes hebben soms een voorspellende waarde. Ik schreef voor Solo ooit ‘Before We Part’, een liedje over een band die uit elkaar gaat, voor Simon en ik uit elkaar gingen. In ‘For The Gods’ op deze plaat vraag ik me af wat je doet als je al weet wat er gaat gebeuren, geïnspireerd door het Cassandra-syndroom, over een helderziende uit de oudheid. En in de laatste minuut van het album herhaal ik steeds één zin, ontdekte ik eergisteren: surrender yourself to the light. Steeds opnieuw, woorden die ingegeven zijn door Coil. Er zijn genoeg mensen die daar op hopen. Zelf weet ik niet of ik dat wel wil, maar laat het maar waar zijn.'