Er zijn in deze wereld maar weinig muziekjournalisten die met zoveel liefde en passie over de Nederlandse indiescene schrijven als Jasper Willems (37). Als je naar Rotterdams undergroundpodium Roodkapje gaat, hangt hij waarschijnlijk rechtsvoor met zijn hoofd in de speaker. Ben je op Le Guess Who?, dan loop je hem ongetwijfeld ’s nachts tegen het lijf en krijg je vijftien laaiend enthousiaste muziekverhalen in het oor gebruld. Ontdek je een avontuurlijke nieuwe noiserockband uit Culemborg? Dan is de kans groot dat Jasper er al eens een lyrisch verhaal van 1200 woorden over schreef.
Dit weekend brengt hij in samenwerking met muziekblog Front het boek Rotterdam Goddamn: an outsider’s testimony uit. Het boek is schaamteloos niche en een hyperpersoonlijke ontdekkingstocht langs de rafelrandjes van de Rotterdamse scene. Zelfs de meeste muzieknerds zouden de frontman van Rats on Rafts niet herkennen als ze hem tegen het lijf lopen, Jasper Willems is compleet starstruck als hij ‘m ziet dj’en. Shows met maximaal 40 man in de zaal krijgen in zijn boek een bijna mythische status. Hele hoofdstukken zijn gewijd aan The Sweet Release of Death, Lewsberg en The Afterveins. Typisch is ook zijn anekdote over Incubate, waar hij bij de urinoirs van 013 de Britse muziekjournalist Simon Reynolds herkent, om al pissend nerderige weetjes over Laibach en Throbbing Gristle uit te wisselen.
Maar het mooiste aan Rotterdam Goddamn is het verhaal dat daarachter schuilgaat, over een sociaal wat onhandige jongen die zich obsessief vastbijt in muziek en daar meer steun uit haalt dan uit wat dan ook. Als outsider vindt hij zijn thuis in de Rotterdamse indiescene, en dat gevoel zul je als muziekliefhebber ongetwijfeld herkennen, of je je nou begeeft in bedompte technokelders, punkholen of de k-popcommunity.