De eerste dag Dekmantel in het Amsterdamse Bos komt stroperig traag op gang. Maar in de staart zitten duizend sets waar je echt bij wil zijn. Een dagje heen en weer rennen op het toonaangevende dancefestival, voor Jeff Mills, Ben UFO & Blawan, Donato Dozzy en Roza Terenzi.

In het kort + playlist

Het festival:
Britten, Australiërs, Fransen, Brazilianen: vanuit de hele wereld boeken dancefijnproevers jaarlijks de vlucht naar Dekmantel. Het festival is internationaal toonaangevend als het gaat om programmeren spannende dj's en producers.

Het hoogtepunt: Nosedrip en Parrish Smith
Nosedrip is de selectors selector, en Parrish Smith geeft de meest compromisloze set van de dag, van trash metal horror naar angstaanjagende gabber.

De ontdekking: Roza Terenzi
Een high-energy mixer als afsluiter op het kleinste podiumpje, Roza Terenzi gaat uitgroeien tot ultieme Dekmantel-darling. 

De teleurstelling: Donato Dozzy
Een kosmische disco-set? De Italiaanse grootmeester van trippy techno wil eens iets anders, maar blijft daardoor braafjes. 

De sfeer:
Het duurt effe voordat de dansers weer droog zijn na die akelige regenbuien, maar daarna is het bij vrijwel elke stage dringen en dansen. 

Zou het dat handjevol verschrikkelijke stortregenbuien zijn? Maar liefst drie keer voelt het alsof je effe onder een waterval gaat staan in je je mooiste festivaloutfitje. Ugh. Rond 16 uur ’s middags komen de dansers uit alle hoeken van de wereld dus helemaal doorweekt het terrein op schuifelen. Met een glimlach, want dit wordt het mooiste weekend van het jaar, zo zie je ze denken. Maar toch ook lichtjes afgeremd in hun knaldrang.

Of zou het toch dat programma zijn, dat wat sloompjes op gang komt? Eerdere jaren zette Dekmantel al op de openingsspots de grote knallers, die de vroege vogels op verrassende sets konden trakteren. Vorig jaar draaiden Rødhåd en Jamie xx al eventjes na de lunch, een jaar eerder gaven Nina Kraviz, Marcel Dettmann en Motor City Drum Ensemble lange ontbijtsets. Helaas lijkt Dekmantel daar nu weer vanaf gestapt.

Nosedrip trakteert op avontuur, Bufiman op mondharp

Wat de verklaring ook is, het duurt effe voordat de vrijdag van Dekmantel goed op gang wil komen. Maar het gebeurt toch bij Ziggy de Vriendt alias Nosedrip, een dj uit Gent die terecht op het Selectors-podium staat. De favoriete dj’s van jouw favoriete dj’s spellen immers alle releases uit op zijn label STROOM.tv. Van de meest vervreemdende reissues tot al even obscuur nieuw werk, Letse avant-garde pop, experimentele Belgische tribal, maar ook mooie Nederlandstalige synthwaveliedjes, Ziggy vindt het en verspreidt het onder de mensen.

Wellicht door de regen, maar Nosedrip draait veel duisterder en steviger dan je van hem zou verwachten. Hij weet 130BPM toch traag te laten klinken, mixt panfluiten en sitargetokkel met doodenge kinderstemmetjes en geschreeuw en vooral ook new beat. Maar in de platen van Nosedrip is niets wat het lijkt, altijd is er wel een mal melodietje dat de aandacht trekt of een sample die je niet kunt thuisbrengen. In de handen van andere dj’s zouden zulke geluiden een beetje lollig kunnen klinken, bij Nosedrip klinkt het serieus en fucking heavy. En die kickdrum? Die is eerder een mep in de maag dan een amicaal klopje op de schouder. Nu maar duimen dat die Duits-Oekraïense slotplaat binnenkort op Stroom verschijnt, anders gaan we hem nooit weten te vinden.

Bufiman, daarna op het Selectors-podium, is zo’n gast die vanuit diezelfde geluiden juist een wat komischere afslag neemt. Lange tijd vormde hij net zo’n onderdeel van de kleine Düsseldorfer club Salon des Amateurs als die uitgezakte leren banken en de kunstacademiestudenten die er soms in hun nakie eindigden op de dansvloer. Zijn signatuur is al de tweede plaat – na Vangelis – te horen: die verdomde koddige mondharp! Ondertussen klinkt het alsof er een overstuurde drumband in de bosjes staat te spelen en klappert de opzwepende percussie je om de oren. Vraag je je af waarom Shazam al die tracks niet pakt? Omdat hij de edits allemaal zelf heeft gemaakt, natuurlijk.

Zijn favoriete trucje getuigt van lef: de boel resetten en halverwege zijn set het tempo juist ontzettend omlaag brengen, maar ondertussen wat zwaarder gaan draaien. Vanuit vertraagde house en bijna industriële bigbeat-breaks komt hij uiteindelijk uit bij een van de raarste Duitse dansvloerhits ooit, ‘Din Daa Daa’. Hij lijkt wel gemaakt voor een Bufiman-set: die ellenlange drumbreak in het intro, de lacherige scat vocal en dan opeens na anderhalve minuut toch uitbarsten in een synthfunk-riff. Dansen met een dikke glimlach.

Thunderdome en de vlammende Nederlanders

Aan de andere kant van het terrein klinkt het juist veel serieuzer en straffer, in de grote UFO-tent. Daar is het ongeveer tien graden warmer bij SPFDJ, een dj uit de Herrensauna-hoek (zeg maar het Spielraum van Berlijn). Ze draait gemene lerentuigjestechno, keihard, rechtdoor, op een hoog tempo en geil. Er is ongeveer nul procent leer te vinden op Dekmantel, maar je ziet toch echt gasten tegen elkaar aan rijden en meisjes tegen elkaar aan geplakt diep door de knieën gaan wanneer de 303’s pruttelend door de tent loeien. Later vandaag zal ze het nog veel harder laten exploderen in de Boiler Room, waar ze zowaar afsluit met een Thunderdome-anthem?!

Over Thunderdome gesproken, laten we de Nederlanders niet vergeten. Kamma en Massalo nailen hun Boiler Room-debuut met een set in de school van Antal, de Utrechtse upsammy doet haar grootste gig tot nu toe en sluit daarin precies nul compromissen, met platen op het snijvlak van IDM en hyperabstracte jungle. Op heel hoog tempo en wellicht wat te abstract voor de mainstage, maar supercool. En Job Veerman aka Identified Patient, de meest onstuimige Job uit de reeks Jobs die Amsterdam graag onveilig maken, die blaast de UFO II zo’n beetje op. Met zijn handen in een bokkengroet geplooid schuift hij een dikke electroplaat onder Orbital, om vanuit knetterende acid door te schakelen naar Italiaanse coldwave. Aan het einde van zijn set is de blikken UFO in een zweethut getransformeerd, en vooral in het laatste kwartier, wanneer hij overschakelt tussen een ravey tranceplaat, quirky synthpop, een EBM-track van DAF en een new beat-plaat inclusief mondharp, sta je zomaar met twee vuisten in de lucht uitzinnig mee te dansen.

Maar baas boven baas: Parrish Smith tekent in de Boiler Room voor de meest compromisloze set van de dag. Alleen al die openingsplaat: de trash metal rap van Ho99o9 klinkt zwaarder dan de zwaarste technoplaat. En wat een verwarring veroorzaakt–ie. Overal zie je de paniek in de ogen. Hoe de fuck moet je hierop dansen? Vanuit daar schiet hij alle kanten op, vanuit loeiharde techno en gabber naar iets dat klinkt als de soundtrack van een rave-scene in een bloederige vampierfilm. Het leren jasje gaat al gauw uit, en de shirts van zijn publiek ook.

Duizend keuzes in de laatste uren

Zo traag als het festival op gang komt, zo zwaar is de fear of missing out in de staart van de dag. Wordt het Jeff Mills op de mainstage? De festivalbazen van Dekmantel Soundsystem in de broeikas? De b2b van Ben UFO en Blawan in de UFO? Nee, toch eerst maar eens langs Donato Dozzy op het Selectors-podium. Daar is het aanvankelijk echt dringen voor de Italiaanse trippy techno-grootmeester, die vandaag juist iets anders wil. Dus blijft hij vrijwel zijn hele set op 100 BPM kleven, en draait in de geest van een andere Italiaan, de kosmische discokoning Danielle Baldelli. Kraftwerk en Logic System, Gaz Nevada en Francis Bebey, het zijn bepaald geen platen die je verwacht van Dozzy, en hoewel hij in het laatste uur steeds duisterder en weirder begint te draaien, druppelt het veld behoorlijk leeg. Een lichte teleurstelling.

In de UFO is het energieniveau ondertussen juist ontzettend hoog. Daar doen Ben UFO en Blawan een b2b. Ben is een halfuurtje te laat en lijkt aanvankelijk wat moeite te hebben om de juiste vibe te vinden, maar daarna wordt het knallen. Niet dat subtiele minutenlang platen over elkaar heen schuiven en minutieus van de ene de kick, de ander de hihat en de derde een baslijn pakken, maar gewoon in razend tempo doormixen. Een beetje lomp, plat en met minder verrassingen dan je hoopt, zeker als je een Ben UFO-adept bent. Of dan toch, een halfuur voor het einde, draait–ie opeens een experimentele plaat van Bokbok met een compleet ander ritme dan de technokicks die al de hele dag in de UFO-loods klinken, waarna Blawan weer plankgas rechtdoorzee gaat.

Ondertussen geeft Jeff Mills even een masterclass mixen bij de mainstage. Mills is een levende legende uit de Detroit-hoek en dankt daar zijn status als The Wizard aan. Vanavond doet-ie als afsluiter waar hij het allerbeste in is: een gestroomlijnde mix van industriële minimal en Detroit techno, en zeker wanneer de donkerte invalt is dat een genadeloze slotsom. Toch is de kunst van deze dj niet het meest imposant als alle telefoons in de lucht gaan voor zijn bloedeigen techno-classic ‘The Bells’, maar wanneer hij spanningsmomenten bouwt door zijn vinyl als een turntablist te beroeren, of wanneer hij losbarst in een jamsessie met zijn geliefde 909-drumcomputer.

Zet je in op Jeff Mills of de b2b van Ben UFO en Blawan, dan sta je natuurlijk garant voor een goeie afsluiter, maar durf je tijdens het laatste uur van het festival nog op zoek te gaan naar het avontuur, dan voel je je onherroepelijk op je plek bij de set van Roza Terenzi. Vandaag draait ze bij de kleinste stage van het festival na een veel prominentere spot op Lente Kabinet. De Australische is dan ook een Dekmantel-darling, en kortgeleden bracht ze nog een EP uit op het label van het festival, Let’s Ride, een subtiele mix van electro, house, IDM en breakbeat. Haar set bij de Red Light Radio stage is een uitvergroting van die smaken. Terenzi is een high-energy mixer vol ongeduld, die iedere minuut een volledig andere kant uit lijkt te schieten. Laat ze het ene moment snoeiharde acid overlopen in het type subtiele track dat ook op haar eigen Dekmantel EP staat, dan draait ze twee minuten later een pittige electroplaat. Even later gaat ze volop plankgas op rave en breaks. Iedere plaat die ze erop klapt is een haakse hoek op de vorige en Terenzi laat dan ook zien dat de mooiste verrassingen in een klein hoekje kunnen schuilen.