Hoofdige muziek, Sun O))), het type waarnaar je met vinger op de kin en hoofd op 45 graden zit te kijken. Wil je het juist wat fysieker hebben, dan kan je een beter een afslag nemen naar Peaking Lights, het vrouw-man-duo uit San Francisco dat tegenwoordig in Amsterdam woont en vorig jaar een plaat op het Dekmantel-label uitbracht met slomo synth dub, balearic, een snufje italo, klapperende digitale koebellen en een flinke theelepel psychedelica. De lichtshow staat te vlammen alsof het al diep in de nacht is, en kijk eens om je heen: wanneer het tempo omlaag wordt geschroefd, beginnen mensen meteen heel anders te dansen. Veel zwoeler, met het hele lichaam en de armen heen en weer zwaaiend. En Yussef Dayes, een drummer uit de Britse jazzscene die zijn samenwerkingsproject Yussef Kamaal allang is overstegen, weet ook een heel fysieke reactie op te wekken. De Brit drumt alsof hij vier handen en een nakkie speed op heeft, en met zijn vrij virtuoze jazzritmes, met hier en daar drumpatronen die juist een beetje hiphop aandoen, dirigeert hij zijn publiek tot een vrij uitzinnige hoogte. Dat wil ietsje minder vlotten bij De Ambassade, de neder-synthwave band van Dollkraut. Met een album in de pijpleiding maakten ze enkele weken geleden hun live-debuut, en het ziet ernaar uit dat ze nog eventjes aan de live-set up moeten morrelen. Pas als de drumcomputer harder en doelbewuster begint te stuwen tijdens ‘Geen Genade’ (het voorlaatste nummer én de hit) begint het publiek pas écht los te komen, maar de laatste track van de set verraadt dat er nog minstens een bescheiden dansvloerhit aan zit te komen.
Toch zijn het de shows die vandaag de grenzen opzoeken van wat een dansvloer is en kán zijn, die het meest de aandacht trekken. En daarvoor moet je vanavond afdalen in de betonnen bunker van de Shelter. Naar Deena Abdelwahed, bijvoorbeeld. De Tunesische artiest maakt politiek beladen muziek waarin ze zowel kritiek levert op de politieke dimensies van de Arabische cultuur als de Westerse perceptie ervan. Vorig jaar bracht ze haar doorbraak album Khonnar uit, vol experimentele techno waarop ze percepties van Westers en Oosters onderzoekt, uitdaagt en tegelijkertijd op vernuftige wijze uit elkaar trekt. In de Shelter speelt ze het integraal. Begint ze het ene moment nog met flarden van melodieën, percussieve ritmes of zanglijnen die zich als “Oosters” laten kennen, dan laat ze zulke momenten ineen storten in het puin van destructieve basmuziek en klaterende dubtechno, terwijl ze met wijd open gesperde mond de diepste klanken uit haar keel laat opstijgen.