Parrish Smith moet nog steeds grinniken als hij denkt aan zijn favoriete gig ooit. Het was bij mijn afsluitende set bij Reaktor op ADE, een technofeest waar het geluid als een stoomwals over je dendert vanaf het moment dat je een voet zet binnen het technopakhuis op de Elementenstraat. ‘Het was zo’n lijpe set, met trap, punk, techno, maar de mix was zo vies, het klopte voor geen meter, mensen wisten niet wat er gebeurde,’ vertelt hij met een brede grijns op zijn gezicht. ‘Ondertussen stond ik gewoon random shit door mijn microfoon te schreeuwen. Mensen liepen gewoon weg, maar dan stroomde de vloer ook weer vol zodra ik techno begon te draaien.’
Ja, het idee van de concessieloze dj is misschien een uitgekauwd begrip, maar toch borrelt het naar boven als je naar Parrish Smith’s sets luistert. Zo kun je tussen de technoplaten, wave, industrial met een leren zweepje en hardcorekicks met een 9 op de schaal van Richter zomaar worden weggeblazen door een opgefokte punktrack of een thrashmetalplaat die je zelden op de dansvloer zou horen. Alhoewel hij de eerste zal zijn die je zal vertellen dat hij wel degelijk zijn keuzes afstemt op het publiek. Dat wil zeggen: de mate waarin hij over hun grenzen heen wil gaan verschilt van keer tot keer. Je kunt per slot van rekening iemand aan de hand het ondiepe in nemen, of je kunt ze gewoon meteen van een klif afduwen.
Parrish Smith – inderdaad gewoon een Nederlander, en nee, zeker niet zijn echte naam – hebben we de afgelopen tijd veel voorbij mogen zien komen. Tijdens zijn afsluitende set op Strange Sounds From Beyond bijvoorbeeld, of bij zijn overrompelende Boiler Room-set op Dekmantel. De afgelopen edities van Dekmantel deed hij ook al aan, technofeest Reaktor behoort al jaren tot zijn vaste achterban, en dan hebben we het nog niet gehad over zijn releases op labels als trip, L.I.E.S., Dekmantel en Knekelhuis, en de bijzondere projecten die hij opvatte voor RE:VIVE, waaronder Genesis Black, een plaat geïnspireerd op het Surinaamse verzet tegen het Nederlandse kolonialisme. Én filmmuziek, gemaakt voor een abstracte film die werd gescreend bij het EYE-museum. Daarvoor werkte hij samen met twee violisten, een opstapje naar het eindelijke doel: filmscores in grote orkestvorm. ‘Ik wil voor nu in ieder geval elk jaar zo’n project doen.’ Een flinke lijst van verdiensten, maar eigenlijk was dit het eerste jaar dat hij pas echt de boekingen als dj begon binnen te slepen.