In de nummers heeft Downtown Boys een hoop te vertellen, tussendoor ook. Ze vertelt een aangrijpend verhaal over een jonge scholier die kort nadat hij werd gedeporteerd, werd doodgeschoten. Vreselijk. Maar ze verliest ook haar eigen publiek niet uit het oog. Halverwege de set draagt ze een nummer op aan iedereen die zich als de olifant in de kamer voelt, maar tegelijk overal genegeerd wordt. Zo’n show is het. En vanaf de eerste noten zo extatisch, dat het tegelijk aanvoelt als een viering van iedereen die niet gehoord wordt. Veel mooier is muziek zelden.
De zaterdag van Best Kept Secret stond wederom in het teken van hitte. Maar zweten was nog nooit zo verrukkelijk als bij Alex Cameron en de lichtshow van Vince Staples tikte het vriespunt aan. Het was een dag van ontsnappen, en een dag van spiegels die ons voor werd gehouden. Dit waren de vijf beste shows van Best Kept Secret dag twee.
2. Alex Cameron is goed, fout en hartstikke lekker
De charme van Alex Cameron is dat hij het masker niet krampachtig vasthoudt: op het podium laat hij meer van zichzelf zien dan van zijn gefictionaliseerde, onaangename alter ego. Hij heeft er enorm veel zin in vanavond, en is duidelijk overdonderd door het enthousiaste publiek. Dat maakt het makkelijk om van zijn show te houden, hoe fout ook.
3. Vince Staples gooit bom na bom
De show zit vol ongemak, maar is nooit echt ongemakkelijk doordat Staples alles verwoestend goed brengt. Op een moment na. ‘I love to see this diverse crowd,’ zegt hij voordat hij ‘These Ni**as Won't Hold Me Back’ inzet en oproept tot meezingen. ‘Hoezo zingen julle niet, voelen jullie je ongemakkelijk?’
4. Slowdive laat de mooiste dromen ontsporen
Máák je al zo’n altijd tricky reünieplaat, staat er ook nog je allerbeste nummer op. Bijna dertig jaar na de oprichting brengt Slowdive ‘Sugar For The Pill’ uit. Een hoogtepunt in het oeuvre en in de set. Slowdive laat horen dat shoegaze niet alleen in de nineties hoort maar ook van nu is.
5. The National draagt het ongemak van de wereld
Het is vooral de pijn en het leed dat The National zo sterk maakt. Hij bezingt zijn eigen ongemak, zijn op de klippen gelopen relatie, maar via een omweg ook de staat waar zijn land zich in verkeerd. En je kunt er je eigen misère op projecteren, zo blijkt: grijze mannen staan met natte ogen toe te kijken wanneer Berningers stem breekt in ‘Mr. November’, jonge stellen haken melancholisch in bij ‘Slow Show.’ Berninger draagt het leed van de wereld op z’n schouders, om het voor ons weer wat draaglijker te maken.