Alex Cameron lijkt op het eerste gezicht een viezig ventje, met dubieuze zonnebril en een vettige plak lang blond haar, vunzige teksten en dansbewegingen die een overdosis zelfvertrouwen verraden. Tot dusver een kerel zoals je er al duizenden bent tegen gekomen, ook al blijf je er liever bij uit de buurt. Maar die alledaagse creeps staan niet op Best Kept Secret. Alex Cameron is dan ook geen alledaagse creep, maar een songwriter die zijn sleazy personage gebruikt om verhalen te vertellen over de onderbuik van de maatschappij. Hij heeft kortom alles in zich om de sensatie van komend weekend te worden.

Op het podium straalt Alex Cameron dezelfde soort viezigheid uit als op zijn albumcovers: dreigend ijsbeert hij over het podium met zijn priemende blik, lage stem, en die lange ledematen in een net iets te strak pak gestoken. Uit de donkere baard van de man naast hem steekt een saxofoon: Roy Molloy, Camerons jeugdvriend en bandlid. Of nee, 'compagnon' – bandlid is een te beperkt woord voor de functie die Roy in Alex z'n leven vervult. Ze groeiden op in dezelfde buurt, bezorgden later pizza's voor hetzelfde restaurant, en zo ontstond hun magische connectie. Jarenlang speelden ze met z'n tweeën in Sydney in elke kroeg die het toeliet. Een knullige lo-fi backing track, Alex kwaad zwaaiend met zijn microfoon, en Roy die smerige solo's op zijn saxofoon blaast. Zo maakte Cameron ook zijn debuutalbum Jumping The Shark: hij en Roy, simpele DIY-synthpopliedjes vol donkere verhalen en onaantrekkelijke personages, met de gefictionaliseerde Alex Cameron als antiheld. In 2013 zette hij het album gratis op zijn website; jaren later, in 2016, kreeg het op gerespecteerd indielabel Secret Canadian (van onder andere ANOHNI, The War On Drugs en Damien Jurado) een officiële release.

Daarna ging het hard. Het begon met z'n tweeën, 's avonds shows spelen en het debuutalbum opnemen, en ondertussen overdag fulltime werken en in het weekend pizza's bezorgen. Toen kwam tweede album Forced Witness in 2017, en inmiddels doen Alex en Roy wereldwijde tours met volledige band als support van arena-act The Killers. Sterker nog: Cameron kan zichzelf inmiddels een goede vriend noemen van Brandon Flowers, en schreef vijf nummers mee aan de laatste The Killers-plaat. 

Wanneer Cameron op een grauwe dinsdagochtend zijn telefoon opneemt, zit hij midden in zijn nieuwe leven: 'Ik ben nu in Denemarken, we doen nog Zweden, Duitsland, Italië. Behoorlijk veel shows in drie weken.' Het was even wennen, maar voor Cameron komt zijn succes ergens ook precies op tijd: 'We zijn nu met zes man op tour. Het is een totaal andere ervaring. Maar we doen dit ook al heel lang, en als er nooit iets zou veranderen weet ik niet wat ik dan zou moeten doen. Ik ben blij met die verandering, ik ben dankbaar voor de dynamische ervaring.' In zijn muziek speelt hij misschien een louche, vettige showman, maar de echte Alex Cameron is terughoudend en bedachtzaam. Hij laat geregeld lange stiltes vallen, misschien omdat hij nadenkt over zijn antwoord, of misschien omdat hij liever iets anders aan het doen zou zijn. Op eenvoudige vragen geeft hij kort maar beleefd antwoord; bij diepere of zwaardere onderwerpen worden de stiltes nog langer.

CV Alex Cameron

2014 eigen release debuutalbum Jumping The Shark
2016 getekend bij Secretly Canadian, rerelease Jumping The Shark
2017 tweede album Forced Witness, arenatour met The Killers
2018 show op Best Kept Secret

Misschien niet vreemd voor iemand die zichzelf liever als fictief personage presenteert, hoewel in al die lagen van theater en performance voor Alex Cameron altijd een kern van waarheid schuilt. Die man met de bebloede knokkels in 'Runnin' Out Of Luck', die telkens weer teruggaat naar zijn onmogelijke liefde voor een ongelukkige stripper. Of de smeerlap uit 'Studmuffin96', die zoals zoveel personages in liefdesliedjes moet wachten op zijn geliefde – maar niet omdat ze ver weg is, of al een relatie heeft. Nee, ze is minderjarig: 'With you, girl, ain't no point in looking at the liquor store / With you, girl, I find you looking for the cash in my top drawer.' Al zijn liedjes zijn korte verhalen over verpeste levens, verdoemde relaties en verschrikkelijke mensen. En toch hebben ze allemaal iets menselijks. Ze zijn zich bewust van hun eigen fouten en mislukkingen, weten maar al te goed dat ze eigenlijk fout zijn. Daardoor zijn ze eerder tragisch dan verfoeilijk, en stiekem zelfs herkenbaar.

'Al mijn personages ervaren menselijke dingen', zegt Cameron. 'Ze reageren er alleen op een nogal monsterlijke manier op. Ook al zijn de verhalen best specifiek, uiteindelijk zijn ze toch universeel. Je hoort misschien niet veel over deze personages in muziek, maar ze komen veel voor in het dagelijkse leven. Je komt ze pas sinds ongeveer een jaar ook in de media tegen.' Hij verwijst hiermee naar de enorme lading aan seksuele misdadigers die dankzij de #MeToo-beweging aan het licht zijn gekomen, en ook de Amerikaanse president zou eigenschappen van zichzelf in Camerons schoften kunnen herkennen. Maar Cameron maakt van zijn personages geen monsters: 'Mijn album gaat over menselijk gedrag, over de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Ik denk dat mijn liedjes sterk gebaseerd zijn op de realiteit. Het is geen fantasie, het is zelfs niet een duistere afschildering van de werkelijkheid. Dit is gewoon hoe de wereld kan zijn, niet zozeer hoe hij zou kunnen worden. Het is een eerlijke weergave.' Gaat de wereld echt veranderen? 'Ja, ik denk dat hij al aan het veranderen is. Zodra dingen zich in het grotere bewustzijn bevinden, gaan ze ook veranderen.'

Het portretteren van foute kerels, vergiftigd door machogedrag en dwangmatige mannelijkheid, is Camerons manier om bij te dragen aan die verandering. 'Ik denk dat het een poging is om dingen aan het licht te brengen, ja. Je moet zien wat voor dingen er gebeuren voor je ze kunt veranderen. Als je doel is om mensen te informeren of ergens van te overtuigen, van een verhaal of een idee, moet je dat naar mijn mening verpakken op een manier dat mensen er graag naar willen luisteren. Je kunt iemand niet uitfoeteren of naar diegene schreeuwen, en dan denken dat je ze ergens van zult overtuigen. Je moet het doen op een manier die, nou ja, overtuigend is.'

Maar het personage Alex Cameron is voor hem geen barricade of zeepkist. Het is vooral een uitlaatklep, een manier om chocola te maken van de wereld: 'Ik denk dat ik een balans probeer te vinden tussen de behoefte om mezelf te uiten en een intrinsieke drang om contact te maken met de dingen die ik observeer. Ik ben altijd gemotiveerd door wat er om me heen gebeurt, dat probeer ik te verbinden aan een soort persoonlijke uitingsvorm.' Dat observeren en verhalen vertellen heeft hij van jongs af aan al in zich. 'Als kind was ik behoorlijk geobsedeerd door films. Ik probeerde altijd films te schrijven, maar dan alleen in mijn hoofd. Ik denk dat ik altijd gewoon verhalen wilde schrijven, het gebeurde als vanzelf.'

Nu kan hij van het verhalen vertellen de rekeningen betalen, de pizza's worden inmiddels door iemand anders bezorgd. Dat is maar goed ook, want na het opnemen van Jumping The Shark stortte Cameron compleet in. In al die nare personages zat toch ook een heleboel zelfreflectie verstopt. Keihard werken en tegelijkertijd je diepste zelf uitgraven werd uiteindelijk te veel. Een zenuwinzinking was het gevolg. Inmiddels is hij daar weer bovenop gekomen. Hoewel: Cameron weet dat je zulke problemen met je psychische gezondheid voor altijd bij je draagt. Je kunt er niet echt van genezen, maar er wel mee leren leven. Muziek helpt hem daarbij: 'Wat ik nu doe past het allerbest bij mij. Ik heb veel baantjes gehad, en deze maakt me van allemaal het minst gestresst, angstig of depressief. Maar op een bepaalde manier ook weer het meest. Dus wat dat betreft gaat het om het vinden van de juiste balans en je kop erbij houden. Je moet blijven ademen en een manier vinden om elke dag tevreden te zijn.'

Tevredenheid, dat is nu het sleutelwoord voor Alex Cameron. Dat is minder vergankelijk dan plezier of geluk: 'Geluk probeer ik niet te meten, ik wil er niet veel van af laten hangen. Geluk kun je zo nu en dan ervaren, maar je moet het niet najagen. Ik ben heel tevreden als ik shows speel, ik krijg veel energie van liedjes schrijven. Maar ik denk gewoon niet dat je geluk kunt fabriceren. Het is een bijproduct, een cadeau dat je af en toe krijgt. Het gevoel van geluk bestaat ook maar uit chemicaliën die toevallig boven komen op het juiste moment.' Het klinkt misschien pessimistisch, zo'n afwijzing van geluk, maar voor Alex is dit perspectief allesbehalve somber: 'Ik vind dat helemaal niet deprimerend. Ik omarm deze filosofie volledig.' En waarom eigenlijk ook niet? Misschien is het juist wel bevrijdend om het los te laten, die eindeloze zoektocht naar zoiets grilligs als geluk. 'Ja joh', beaamt Cameron. 'Maak je geen zorgen om die bullshit.'

Alex Cameron staat dit weekend op Best Kept Secret.