Op papier blijft het gek, dat Matt Berninger als mensenschuwe frontman een heel veld kan inpakken. Op Best Kept Secret lijkt dat helemaal niet zo gek. Berninger blijkt scherper dan ooit, en weet zijn ongemak in te zetten om iedereen erin te trekken.

Natuurlijk: als festivalheadliner kun je beginnen met een jubelend anthem, een nummer dat als een mokerslag aankomt en zelfs de twijfelaars achterin het veld met weerhaken naar binnen hengelt. The National doet het tegenovergestelde. Vanzelfsprekend. Ze starten met ‘Nobody Else Will Be There’, het openingsnummer van hun laatste plaat en een van hun meest introverte songs sinds tijden. 

Het is in de kern een stemmige pianoballade, maar tegelijkertijd typisch The National. Op de achtergrond klinkt al de onrust van een nerveus feedbackende gitaar en elektronica die nog het meeste wegheeft van een testtoon. Matt Berninger staat op een veel te druk feest, bromt hij, waar hij probeert wat rust te vinden om de voor zijn ogen uit afbrokkelende relatie alsnog te lijmen. Hij weet ook wel dat het tevergeefs is. De momenten waar hij over zingt zijn zo pijnlijk, dat hij toch ook direct het hele veld bij de lurven pakt. 

The National is groot geworden met ongemak. ‘I’m afraid of everyone?’ Berninger laat het klinken als een meebrul-lijfspreuk. Rondom zijn sterfdag – en de vraag of zijn relatie nog tot dat moment standhoudt – bouwt hij hun meest majestueuze rocker. Het liefst zwalkt hij over het podium als de pas gescheiden aardrijkskundeleraar die dronken uit de kroeg is gerold, vol schaamte alle oogcontact vermijdend, om het volgende moment toch te oreren voor de toevallige aanhoorder hoe kut het gaat. Hij heeft zijn mic-stand net een tikkeltje te laag staan – expres natuurlijk – zodat hij pathetisch gebukt door de show kan gaan. En natuurlijk zie je het rode bekertje wijn staan, om het randje eraf te halen. Berninger knielt er zo vaak naast dat er zelfs vragen over worden gesteld in interviews.

HET CONCERT:
The National, Stage One, zaterdag 10 juni

HET PUBLIEK:
Huilde mee met Berninger, brulde het uit en hield de adem in wanneer nodig

WAS HET GOED:
Niet dat we hier nog jaren over napraten of de magie van begin tot eind duurde, maar dit was een zinderende headlineshow

HET NUMMER:
Toch 'Vanderlyle', al een klein decennium de vaste afsluiter en een ultieme meezinger

(Tekst gaat door onder de video en foto)

Voelden die twee shows in AFAS Live van The National vorig jaar ongebalanceerd en kwam de sombere energie niet helemaal van het podium af, daar hebben ze nu geen last meer van. ‘The System Only Dreams Of Total Darkness’ is meteen groots, ‘Bloodbuzz Ohio’ nog grootser en bij ‘Day I Die’ vraag je je af waarom dat nummer geen gigahit is geworden. Wanneer nodig wordt een versnelling teruggeschakeld, wanneer nodig krijgen songs extra glans. Af en toe doen de tweelingbroers Dessner een stap naar voren om hun noisy galmende gitaren nog eens extra kracht bij te zetten. Berninger duikelt zo het publiek in, om leunend tegen de voorste rijen de confrontatie aan te gaan en te kermen hoe hij de pijn en het verdriet probeert te onderdrukken met pijnstillers en alcohol.

Om die redenen wordt The National vaak gezien als een extreem humorloze, pathetische groep. Dat klopt toch ook weer niet. Het is onbedaarlijk grinniken wanneer Berninger op zijn ring wijst, en een knipoogje geeft naar het handgebaar van Run The Jewels. En dan die anekdote voorafgaand aan ‘Fake Empire’: ‘Ik was aan het sporten. Laat in de avond. In mijn eentje op mijn hotelkamer. Of nou ja, ik luisterde Future Islands op repeat terwijl ik stilstaand hardliep. M’n benen zijn erdoor geruïneerd, dus nu zit ik aan de pijnstillers. Dit volgende nummer is dus voor mezelf.’ 

Toch is het vooral de pijn en het leed dat The National zo sterk maakt. Hij bezingt zijn eigen ongemak, zijn op de klippen gelopen relatie, maar via een omweg ook de staat waar zijn land zich in verkeerd. En je kunt er je eigen misère op projecteren, zo blijkt: grijze mannen staan met natte ogen toe te kijken wanneer Berningers stem breekt in ‘Mr. November’, jonge stellen haken melancholisch in bij ‘Slow Show.’ Berninger draagt het leed van de wereld op z’n schouders, om het voor ons weer wat draaglijker te maken.

Discografie The National

2001: The National
2003: Sad Songs For Dirty Lovers 
2005: Alligator
2007: Boxer 
2010: High Violet 
2013: Trouble Will Find Me 
2017: Sleep Well Beast 

HET MOMENT:
Daar werpt Berninger zich op de vloer bij ‘Terrible Love’, en wanneer die tussen de kerstbellen in een hogere versnelling gaat, gooit hij zijn volle gewicht op een ballon die door het feestelijke publiek door de lucht wordt geworpen. Hij grijpt hem werkelijk vast als een reddingsboei, die hem moet verlossen van een verdrinkingsdood. ’It takes an ocean not to break’, brult hij, en inderdaad: de ballon klapt, waarbij hij vol op de grond smakt. 

Volg Best Kept Secret op de voet in het dossier.

Setlist

1. Nobody Else Will Be There
2. The System Only Dreams in Total Darkness
3. Don't Swallow The Cap
4. Walk It Back
5. Guilty Party
6. Afraid of Everyone
7. Bloodbuzz Ohio
8. I Need My Girl
9. Conversation 16
10. Slow Show
11. Day I Die
12. Carin At The Liquor Store
13. Graceless
14. Rylan
15. Fake Empire
16. About Today
--
17. Light Years
18. Mr November
19. Terrible Love
20. Vanderlyle Crybaby Geeks