‘Vind je mij een hiphopartiest?’, vraagt Paul Sinha bloedserieus.‘Niet echt, nee. Je bent eerder een popartiest, maar wel eentje met roots in de hiphop.’ Paul knikt tevreden. ‘Dat vind ik ook.’ Even later fronst hij nog eens wanneer het over zijn muziek gaat. ‘De producties lijken nog het meeste op de muziek van Justin Bieber, vind je niet?’ Verdomd, ja, daar heeft zijn deze week op Top Notch verschenen debuutalbum Niet Zomaar inderdaad wel wat van weg. De 21-jarige zanger uit Deventer heeft een zijdezachte stem die heen en weer fladdert over elektronische producties. Veel van zijn beats klinken als een soort uitgeholde dancehall, waar bijna meer geen kick meer in te vinden is. Ze zijn meer geschikt voor in de slaapkamer dan op de dansvloer. Soms klinkt er ook een maffe variatie op een EDM-drop, en er staan ook aardig wat zoetige liedjes met akoestische gitaar op het album. Het is muziek voor een groot publiek, maar geen muziek waar je als fijnproever je neus voor hoeft op te halen.
Het album gaat eigenlijk gewoon over hoe het is om een 21-jarige jongen te zijn, hoe je met je ene voet in de nacht staat, hoe je met vriendschappen omgaat en vooral ook met meisjes. Meisjes, meisjes, meisjes. Sommigen zet Paul in zijn liedjes zonder pardon aan de kant, voor anderen lijkt hij smoorverliefd alles willen opgeven. ‘Toen ik jong was, heb ik een heel heftige relatie gehad’, vertelt hij in een kroeg in het oude centrum van Deventer. ‘Van mijn veertiende tot zeventiende, écht jong. Omdat we zo jong waren, wisten we helemaal niet wat we moesten met die heftige emoties. Dus kwam de jaloezie. De hele dynamiek was zo ongezond, tot op het punt dat we maar een beetje samen thuis zaten, bijna geen contact meer hadden met onze vrienden. Onze ouders lieten ons allebei heel vrij, dus ik sliep elke dag met haar, we zaten samen in de klas en leefden met zijn tweeën in een bubbel.’