Hoeveel tracks staan er op zo’n USB-stick?
‘Daar zou ik even naar moeten kijken. Deze hier (steekt de USB-stick in zijn Mac)… 431 nummers. In het programma Rekordbox maak ik playlists. Een playlist per maand met daarin alle nieuwe dingen, en verder playlists met house klappers, indie, techno, Afrikaanse house, dat soort dingen. Vaak maak ik ook een playlist met specifieke tracks die ik voor een set in gedachten heb. Hier heb ik er een van Barcelona, vorige week. Daar staan zo’n zestig tracks in. Kijk maar, Lost Scripts, een edit van de Indische acid-pionier Charanjit Singh die iemand me toestuurde, de nieuwste SoHaSo releases, en deze knaller: Wonky Bassline Disco Banger.’
Wanneer bedenk je wat je eerste plaat van een set gaat worden? Bedenk je dat thuis al?
‘In principe weet ik altijd wat mijn eerste plaat moet worden, maar heel vaak verandert het ook ter plekke. En soms heb ik daar dan weer spijt van. Dan besluit ik op het moment zelf dat het goed is om de vibe te behouden en ‘over te pakken’, maar denk ik achteraf: ik had toch die ene bijzondere plaat moeten doen. Met je eerste plaat kun je een statement maken, een clean canvas voor jezelf creeren. Het kan een plaat zijn die je herontdekt hebt, of juist een die je wilt maken.’
Weet je vervolgens in een set waar je naartoe wilt? Weet je al wat je over twintig minuten draait?
‘Soms weet je al dat je over twintig minuten een bepaalde technotrack wilt draaien. Je kunt die dan heel lomp laten vallen, maar ik werk er liever naartoe, met een soort ‘tussen-tracks’. Wel heb ik soms dat ik er lekker in zit en ineens op mijn klok zie dat ik nog maar een half uur heb. Daar kan ik dan heel erg van schrikken, en dan moet ik mezelf inhouden om niet gehaast te worden. Dan denk ik: ik wilde die edit en die nieuwe track en dit en en dat nog draaien. Waar je wel altijd naar streeft in een set is wat ik noem een lock-down moment, het moment dat alles in elkaar grijpt. Soms gebeurt het, soms niet, maar als het zo is voel je dat je er in zit. Dan ga je door je USB en heb je niet meer het idee dat je een plaat kiest, maar dat de plaat jou kiest. Geen twijfel, dit ga ik draaien. En dat klopt dan ook precies. Dan gaat twee uur in vijf minuten voorbij.’
Je hebt in de club of op een festival ook nog te maken met het kantelpunt dat het publiek aan de middelen gaat. Wat doet dat met jou als dj?
‘Je ziet het natuurlijk wel aan de uitbundigheid, maar die staat van lockdown kun je ook wel bereiken als mensen nuchter zijn. Vaak is het een bepaalde plaat, waarmee je ineens de hele club mee krijgt. Laatst in Londen draaide ik twee technoplaten na elkaar en daarna Final Credits van Midland, een track die een super goede vibe creëert. Het werkt extra mooi als je hem dan al lang aankondigt, in een lange mix. Daar hou ik echt van. Contrasten werken supergoed op de dansvloer. Daar zijn geen regels voor, maar zolang je de vibe bewaart en het niet te veel hak op de tak wordt mag alles, vind ik. Een voorbeeld van een groot contrast maakte ik in een set op Lowlands 2006. Ik had de hele avond techno gedraaid, en toen eindigde ik met een reggaetrack van Barrington Levy. De hele tent stond te springen.’
Maak je cue points? Dat kan toch, dat je thuis punten in je tracks aanmaakt waar je dan met een druk op de knop naartoe kan?
‘Dat kan ja, maar ik doe dat heel weinig. Heel soms wel, bijvoorbeeld als een track heel druk is, op een rustige break na. Je kunt dan bijvoorbeeld een loop inbouwen om die break te verlengen, of met een cue-point die break juist skippen. Zo’n loop maken kun je ook live doen maar het kan zijn dat je dan net te laat bent. Ik ben over het algemeen niet zo van de trucjes en effecten, ik wil de plaat zijn werk laten doen. In de praktijk loop ik vooral als er bijvoorbeeld een break aan zit te komen maar je merkt dat de zaal daar nog niet aan toe is. Dat loopen is eenvoudig, maar je moet wel uitkijken met tracks uit de jaren negentig die met hardware gemaakt zijn. Die zijn vaak stiekem scheef, en dan loopt het echt heel kut, daar heb ik al verschillende mensen mee op hun bek zien gaan. Het gebeurde mij nota bene toen ik b2b draaide met Laurent Garnier in de Marktkantine. Ik veroorzaakte een enorme trainwreck door een oude discotrack te loopen die helemaal scheef was. Garnier moest er wel om lachen, en we hebben uiteindelijk toch nog heel lekker staan draaien samen.’