‘Voel eens aan mijn shirt,’ antwoordt een Duitse jongen op de vraag hoe de set van Stacey Pullen afgelopen nacht was. Kleddernat. Doorweekt bijna. Het is tien uur ‘s ochtends in een pikdonkere Sugarfactory, waar een paar honderd dappere dansers het daglicht ernstig aan het ontkennen zijn. En waar Detroit Love dan al meer dan tien uur gaande is. Van zaterdag middernacht tot zondagavond staat hier op uitnodiging van partyorganisatie Backspace het neusje van de zalm, wat betreft motor city-dansmuziek. Van Wajeed tot Kenny Larkin en van Carl Craig tot Stacey Pullen. Het is een gouden dwarsdoorsnede van al het goeds dat Detroit te bieden heeft, en dan in overvloed. Want iedere artiest krijgt de ruimte voor lange sets. Op een feest dat zeventien uur voort raast moet je dus keuzes maken. Of aan de dope.
Bij binnenkomst schuift Kenny Larkin net zijn laatste track omhoog. Hij heeft het afgelopen uur staan back-to-backen met Kevin Saunderson, de man die het technogenre zo’n beetje heeft uitgevonden. De zaal is een zweterige mix van mensen die ofwel naar de gallemiezen zijn of zojuist koffie met een croissantje achter de rug hebben. Het gaat wonderwel samen in een fijne relaxte vibe.
Iets was ook Saunderson goed aanvoelt. Als een knul vooraan bij de dj-booth een verzoekje op zijn telefoon aan de dj toont, pakt die laatste lachend zijn leesbril erbij. Ook neemt hij tussen twee tracks de tijd voor selfies met fans.
Magisch is het moment dat Kevin Saunderson een stevige remix van ‘Good Life’ erin mixt. In 1988 (!) een van zijn grootste hits als Inner City en ook nu nog goed voor tientallen lachende gezichten en handen in de lucht. De lichtman schakelt van blauw over naar rood. Bonuspunten voor de lichtman.