Wat ooit een verlaten station was, is nu een van de meest charmante culturele plekken van Rotterdam. Onder de bogen van het Hofplein zit niet alleen jazzclub Bird, maar ook de beste platenzaak voor elektronische muziek in de stad: Clone. Het gelijknamige label voor experimentele/underground dance viert dit jaar zijn 25-jarig jubileum en dat is natuurlijk de ideale gelegenheid voor een nieuwe editie van De Kunst van de Dj. Serge Verschuur a.k.a. Serge Clone draagt de naam van zijn label met trots. Hij was oprichter van het label, maakte de eerste release (onder de naam Orx) en is inmiddels al bijna dertig jaar dj. Of eigenlijk beter: hoeder van een traditie van house en techno. Al vindt 'ie dat zelf eigenlijk veel te grote woorden.
Dat ademen de stellingen in de winkel, waar je de nieuwste Giegling-release vindt naast de klassiekers van Metroplex, uit. Daar achter meters en meters vol stellingkasten, terwijl de echte distributie verderop zit. 'Kijk, dit is allemaal tweedehands vinyl dat nog uitgezocht moet worden', zegt Serge, wijzend op een meter of vier aan de rechterkant. 'En hier staat het laatste restje van een reissue van Derrick May's 'Strings Of Life''. Een dertig jaar oude track die je graag uit de kast wilt kunnen pakken.'
Het label bestaat 25 jaar, maar hoe zit het met de rest? De winkel? De distributie?
'In de loop van 1992 heb ik de eerste release in productie gedaan. Pas in het najaar van 1995 ben ik de winkel begonnen. Het begon als hobby en eigenlijk is het dat nog steeds. Direct nadat ik de winkel startte, begon ik ook met de postorder. Dat deed in Nederland eigenlijk niemand meer, maar ik wilde direct een klantenbestand opbouwen en een internationaal netwerk aanboren. De eerste releases gingen meteen tot aan Nieuw-Zeeland. Overal ter wereld zaten mensen met dezelfde interesse.'
Hoe bereikte je die?
'Bellen, faxen. Vaak stonden er telefoonnummers op platen of advertenties in fanzines. Je leerde nieuwe artiesten kennen door interviews in die fanzines of via andere platenzaken. Ook in de winkel was dat internationale er meteen. De klanten kwamen vanuit het hele land en ver daarbuiten. Natuurlijk hadden we ook lokale klanten, maar dat was niet de motor achter het bedrijf. Ik ging zo'n beetje wekelijks naar groothandels in Duitsland, Engeland of België.'
Serge Verschuur is een introverte man. Dat weerhoudt hem er niet van dj te zijn, maar het bepaalt wel wat voor type dj hij is. 'Voor mij is springen achter de draaitafels niet authentiek, voor Martin Garrix wel. Hij ís dat joch van 19, hij ís zijn publiek.' In gesprek met de eigenaar van Rotterdams befaamde platenzaak Clone en het gelijknamige label dat deze maand 25 jaar bestaat.
Was je zelf toen heel actief als dj?
'Ik woonde in die tijd in Scharendijke, in Zeeland. En daar draaide ik inmiddels bij de lokale discotheek waar ik in 1989 vroeg of ze '100% Dissin' You' van Armando wilde draaien, omdat ik dat zo'n stoere track vond. Ik had die tracks allemaal nog niet zelf. Joop, de dj, draaide dat dan voor me. Op een dag zei 'ie: anders zet je het zelf even op. Het was nog vroeg, dus ik stond in een lege zaal, maar wel met trillende handjes. Thuis had ik één draaitafeltje zonder pitch, en kort daarna, in '89, kon ik na hard werken mijn eerste Technics kopen. Gaandeweg werd ik steeds fanatieker, tot ik een van de vaste dj's werd. Dat was een hobby hoor; ik kreeg er dertig gulden voor en aan het eind van de avond moest je helpen opruimen. De barmeisjes maakten hun bar schoon, de portier veegde de zaak aan en de dj leegde en schrobde de asbakken. Ik heb ook nog een half jaartje op Mallorca gewerkt. Daar draaide ik in hotels in principe wat er gedraaid moest worden, maar ik ontwikkelde er wel mijn eigen smaak.'
Zat die eigen smaak er bij Clone direct in?
'Natuurlijk. Dat was de reden dat ik m’n label en de winkel ben begonnen. In het begin verkocht ik in de winkel ook alleen releases die ik zelf wilde hebben. Ik deelde de studio met twee vrienden, Dimitri en Marc, die ook aan de eerste releases meewerkten... Allemaal eigen werk, naar eigen interesse en smaak. Dimitri draaide ook in Renesse, maar in een andere discotheek. Een van hen was handiger met een computer en had al internet en liet me zien hoe je in contact kon komen met bijvoorbeeld Aphex Twin-liefhebbers in Engeland. Hij hielp me ook met het ontwerpen van mijn eerste labeltje, dat je dan op film naar Tsjechië moest sturen. Dat duurde allemaal vreselijk lang.'
Is het makkelijker geworden?
'Dat is eigenlijk een filosofische vraag. Het is vooral sneller geworden. Ik kon heel rustig mijn pad volgen en langzaam uitvogelen en ‘diggen’ wat er aan muziek bestond en wat er voor nieuwe releases waren. Het was fysiek allemaal en dan volgde je je hart. In 1991 en '92 bijvoorbeeld was er een explosie van nieuwe ontwikkelingen, dingen verzuilden. Human Resource stond ineens in de charts in de charts, de hardere stijlen begonnen te ontstaan, in Engeland had je de rave-sound, in Detroit gebeurde van alles. Al snel ontwikkelde het zich een kant op die niet meer voor mij was: mellow en hardcore. Dat kon je op instinct besluiten. Je wist gewoon dat het niet bij je paste en andere muziek vond je toffer, ook al was het niche. Zo werd ik in die tijd richting Chicago en Detroit getrokken en de ravey dingen vielen af. Nu is er natuurlijk een overkill aan muziek. Je kunt wel een teletijdmachine pakken en alles luisteren uit een bepaald jaar of stroming, maar die ontwikkeling maak je dan niet meer mee en de context van die tijd is er niet. Bovendien: het is meestal niet fysiek meer. In een uur hoor je zoveel muziek via stream dat het verwarrend kan worden en je het niet meer "voelt".'
In het begin moest je her en der partijtjes platen op de kop tikken. Hoe gaat dat nu? Is het lastig om te azen op kleine persingen?
'Waar ik het verschil mee maakte, was langs gaan bij de groothandels. Als ik gemakzuchtig van hun lijsten bestelde, miste ik precies de bijzondere titels. Maar veel ging ook telefonisch. Dan werd er een track afgespeeld met de hoorn bij de speaker. Oh ja, dat klinkt tof, doe er daar maar vijf van! Maar onze oplages zijn niet kleiner of groter geworden. 1000 stuks van een titel of 300 van iets obscuurs, dat deden we destijds ook. Goede releases kunnen nog steeds 5000 exemplaren verkopen. De traditie dat je een echt goede plaat wilt hebben is gebleven. We zijn ook niet aangewezen op dj's. Nooit geweest. Ik kon het hele weekend alle clubs in de stad aflopen en dan toch nergens mijn bestseller horen, wat dan bijvoorbeeld een of andere obscure electroplaat was. Ik verkocht gewoon wat ik zelf tof vond. De gedachte: als ik het zelf mooi vind zijn er heus nog wel vijf mensen die dat vinden. Het hoeft niet alleen te werken in de club. Dat is alsof je als schilder alleen maar decoratief werk zou maken. Dat je bepaalde kleuren niet zou gebruiken omdat het niet bij de kleur van het behang past. Muziek kan zo veel emoties bevatten; het kan je laten lachen, laten huilen. Als je het alleen gebruikt voor het functionele - het dansen - mis je zo veel.'
Hoe was voor jou als dj de digitale revolutie?
'Die was er niet. De cd heb ik overgeslagen, heb lang alleen vinyl gedraaid. Het ging pas werken toen de usb opkwam. In die tijd kwam het vaak voor dat de platenspelers niet deugden. Daar stond je dan met overslaande naalden op instabiele spelers, natuurlijk altijd precies als mensen gingen springen. Op een gegeven moment begon ik een back-up set op usb te maken. En usb heeft ook een paar belangrijke voordelen: je kunt bijvoorbeeld heel makkelijk loops maken of punten zetten, dat was echt een aanvulling op de bestaande technieken.’
Of het nu vinyl is of een usb-stick: je moet als dj nog altijd al je muziek bij je dragen. Is de volgende stap dat je in een club kunt inloggen op een mega database met miljoenen tracks?
'Theoretisch kan dat nu al, maar is dat gewenst? Een dj selecteert vooraf, heeft zijn eigen keuzes en stijl. Vroeger had je 100 platen bij je, nu op de usb vaak al veel meer, voor mij moet het niet nog meer worden. Een paar van mijn leukste gigs waren die waar mijn platentas niet aankwam. Dan moest je het doen met dertig platen handbagage en wat geleende platen van de dj voor je.'
Zijn er veel jonge mensen die graag met vinyl een club willen 'rocken'?
'Nou, dat is nogal een uitspraak: de club rocken. Dat is bij mij nooit de insteek geweest. Ik wilde altijd graag muziek aan de mensen laten horen die ik goed vond. Hoe introvert ik ook ben, dat is mijn drijfveer. Nu dj's popsterren kunnen zijn willen veel kids dj worden en daarna pas gaan bedenken wat voor muziek ze dan willen draaien... de omgekeerde wereld.'
Zie je verschil in dj-stijl tussen introverte en extraverte mensen? Oftewel: in hoeverre bepaalt wat voor karakter je hebt het type dj dat je bent?
'Ja, dat verschil zie ik absoluut. Iemand als DJ Harvey zegt: een dj moet ook een entertainer zijn. Ik ben dat niet met hem eens. Het is één van de functies die een dj kan hebben. Maar de legendarische dj's van vroeger stonden niet eens op het podium, die draaiden gewoon te gekke platen vanuit een donkere verscholen dj booth. Je ziet wel dat de populairste dj's van nu vaak extraverte mensen zijn. Het is voor mensen natuurlijk ook leuk om naar een goed geklede, lachende en springende man of vrouw te kijken. Het visuele is nu heel belangrijk, maar dat is voor mij een randverschijnsel.'
Heb je een extraverte dj nodig om de avond af te maken?
'Nee hoor, dat kan een introverte dj ook. Je weet gewoon: als je vroeg staat moet je niet te snel willen. Als je meer wilt pieken, dan knal je er sneller een plaat overheen en mix je sneller door om de energie omhoog te brengen. Dat is deels een technisch trucje, maar je draait ook andere tracks op zo'n moment natuurlijk. Iedereen doet het op zijn manier, maar ik wil graag de sfeer aanvoelen en in dezelfde vibe komen, aanvoelen wat de volgende plaat moet zijn. Dat hoeft niet heel anders te zijn voor extraverte dj, maar achter mijn draaitafels staan springen zou voor mij niet authentiek voelen, terwijl het dat voor Martin Garrix wel is. Hij ís dat joch van 19, hij ís zijn publiek.'
Nog even terug naar Clone. Je hebt hier een mooie ruimte, strak en modern. Is er een tijd geweest dat het allemaal minder ging, in de tijd dat downloaden heel populair was en de terugkeer van vinyl nog moest komen?
'Het bedrijf is in elk van de 25 jaren gegroeid, nooit is er stagnatie of terugval geweest. Ik ben altijd zakelijk voorzichtig geweest en heb mijn eigen ding gedaan en me wars van trends gehouden. Er zijn in de loop der jaren steeds meer mensen die zich herkennen in die aanpak, en gelukkig blijven de meeste klanten terugkomen. Oude releases kunnen we blijven bijpersen en oude vrienden (zoals Dj Stingray) die vroeger nauwelijks aandacht kregen met hun muziek staan nu in de Resident Advisor DJ Top 100. Ik heb opeens een beeld van de rattenvanger van Hamelen die steeds meer mensen trekt met z’n muziek. Ik verbaas me er soms wel eens over hoor, dat ik nog steeds die muziek sta te draaien met veel plezier en dat deze niche echt geen trend blijkt te zijn, dat er nieuwe generaties net zo enthousiast over zijn als ik.'