Wie wordt de opvolger van De Staat, Hunee en Typhoon? Op donderdag 5 oktober a.s. wordt in de Gibson Room in de A'DAM Toren voor de veertiende keer de 3voor12 Award uitgereikt, de prijs voor het beste Nederlandse album van het jaar. Dit zijn de twaalf albums die we met de redactie van 3voor12 nomineren. Een jury van muzikanten, muziekprofessionals en publiek kiest op 5 oktober de uiteindelijke winnaar, die naast de 3voor12 Award een bedrag van €1.203,12 ontvangt.

Wilde Westen - W.W. Nation

Met de mixtape W.W. Nation perfectioneerde het Haagse collectief Wilde Westen begin dit jaar zijn nihilistische trap-geluid: high energy, grimmig en met de signature beats van Illiasopdebeat. ‘Domme Jongens’ was al een anthem, en zo staan er nog heel wat op. Iedere rapper van het collectief kent zijn plek: Mula B is de ster van de tape, met die heerlijk rollende R die je hiervoor vooral had geassocieerd met de Haagse kak. LouiVos klinkt wat lomer, 3robi fluistert en gromt zo’n beetje en heeft de raarste en engste flow. Oh, en Kingsize z’n stem slaat telkens weer over, waardoor hij wanhopig en woedend klinkt. W.W. Nation is met 29 tracks natuurlijk veel te lang, maar dat past ook wel bij hun ambitieniveau. Ja, LouiVos en Mula B peuzelen al die Nederlandse rappers op met een gouden lepeltje.

Makam - Than Sadet

Weinig platen vervoeren je zozeer naar een andere plek als Than Sadet van de Haagse producer Makam alias Guy Blanken. Om precies te zijn, naar het strand in Thailand waar Makam het album ook in elkaar sleutelde. Je hoort maffe balearic beats, spacey house en techno met een spirituele ondertoon, maar er valt bij vlagen ook heel veel te lachen op het album, van de maffe kreetjes op ‘Chihuahuas’ tot het onverstaanbare Japanse geschreeuw in ‘Mr Singh’ en de fladderende vogeltjes in ‘When Light Gives You Hope’. Ja, en Blanken laat een paar prachtige melodieën horen, zoals de toetsen op ‘Stray Dog’ en de Rhodes op ‘Riding High’. Het is een plaat die flirt met de dansvloer, maar misschien nog wel beter werkt wanneer je onderuitgezakt op de bank aan de paddo’s knabbelt. 

Kim Janssen - Cousins

Wat een sterrencast trok de Utrechtse folkie Kim Janssen aan voor zijn album Cousins: de IJslandse trompettist Eírikur Orri Ólafsson (Sigur Rós) was verantwoordelijk voor de arrangementen, zangeres Marla Hansen (Sufjan Stevens, The National) laat haar zuchtte horen en Chris Coady (Beach House, Future Islands) mixte de plaat. Zulke namen zijn vooral leuk voor promoteksten natuurlijk, maar feit is dat Cousins een prachtig rijkgeorkestreerde indiefolkplaat is geworden met zowel intieme en stemmige momenten als jubelende, orkestrale explosies. Daarin neemt hij een wandeling door de verwaterde herinneringen aan zijn jeugd in Azië. 

The Homesick - Youth Hunt

Wat is het heerlijk om jong te zijn, bier te drinken aan de waterkant, af en toe gemene grapjes te maken met je vrienden en eh, vlees te eten terwijl je porno kijkt. De Dokkumse kwajongens van The Homesick zijn pas twintig a tweeëntwintig, zitten ook in Yuko Yuko en Korfbal, en maakten met Youth Hunt een jaloersmakend leuke post-punk-noiserock-whatever-plaat: snerpende gitaren, overweldigende riffs maar ook prachtige melodieën. Je hoort flarden die naar Deerhunter refereren, een liedje dat Preoccupations-achtige wendingen heeft en malle schreeuwtjes die ook uit de mond van Ariel Pink hadden kunnen komen. En dan de thema’s van Youth Hunt! Het legt de contrasten bloot tussen het hoge Noorden en de randstad: over de machocultuur in de dorpjes, over bier drinken op die ene steiger, over vrouwtjes die Gucci dragen en over drugssmokkel langs de Waddenzee. Oh, en God komt ook veel in de liedjes naar voren. Betrap je jezelf er plotsklaps op dat je meezingt: ‘The best part of being young is falling in love with Jesus.’ 

Ronnie Flex - Rémi

Succes maakt niet gelukkig. Dat is de oudste wijsheid uit de popmuziek. Zo mooi als het aan de top lijkt, zo eenzaam blijkt het in het echt. Zo is het natuurlijk geen toeval dat Lil Kleine afgelopen maand zijn album Alleen doopte, en Ronnie Flex er nu overheen knalt met Remi, je weet wel: alleen op de wereld. En zo onderstreept Ronnie Flex het beeld van de introverte jongen in de meest extraverte muziekstijl denkbaar. Want dat is hij, supersnel en qua sound en flow right on the money, en toch altijd een beetje schuchter en ongemakkelijk. Niet dat er niks te feesten valt op dit tweede studio-album, met giga-hit 'Energie' bijvoorbeeld, maar Ronnie is op zijn best als ie ons dichtbij laat komen. 

Sevdaliza - ISON

Wereldwijd stonden de mooiste media voor de Rotterdams-Iraanse zangeres Sevdaliza in de rij: van The Fader en NPR tot The New Yorker, met als kers op de taart een 7.7 bij Pitchfork aan toe (een unicum voor een Nederlandse artiest?). Op ISON is kort door de bocht triphop anno 2017 te horen. Soms klinkt ze zo intiem, sensueel en bedroefd als Beth Gibbons tussen de filmische strijkers en jazzy drum-samples, maar de gierende Prophet-synthesizers en overstuurde beats klinken al even organisch in die fraaie producties van Reynard Bargmann. In haar teksten en krankzinnig ambitieuze videoclips onderzoekt ze de ijdelheid van de mensheid, de pijn van de liefde en de existentiële crisis die je kan opvreten terwijl je in je yogaklasje zit. Ze vervormt het beeld van De Vrouw al evenzeer als haar eigen stem, en lijkt alles soms te aanschouwen met de afstandelijkheid van een buitenaards wezen, maar dan barst toch haar stem wanneer ze laat horen een mens te zijn, van vlees en bloed.  

Spinvis - Trein Vuur Dageraad

Ook op zijn vierde album Trein Vuur Dageraad neemt Spinvis je weer mee op een reis langs flarden herinneringen. Omdat herinneringen onze identiteit vormen, we er warme gevoelens voor koesteren, en ze de kleinste, minst gevaarlijke vorm van de dood zijn. Dat levert vertrouwde liedjes op, maar ook vreemde. En ook vreemde vertrouwde, want dat is wat Spinvis altijd zo intrigerend maakt. Meer dan ooit is het een album dat je volledige aandacht vraagt, dat je ontglipt als je het zomaar even op de achtergrond opzet. Dat heeft alles te maken met de associatieve teksten. Of zoals De Jong het zelf uitlegde: trein, vuur en dageraad zijn drie willekeurige woorden, maar plaats je ze na elkaar, dan vormt je hoofd vanzelf een verhaal. Wie Spinvis tot hier toe - vijftien jaar na zijn debuut - volgt weet daar ongetwijfeld de aandacht voor op te brengen. 

Thomas Azier - Rouge

Van de duistere spelonken van het Berlijnse nachtleven naar de haute couture van Parijs, dat is nogal een stap. Thomas Azier zette hem met zijn nieuwe album Rouge. Het simpelweg bestempelen als ‘zijn Parijse album’ zou echter te makkelijk zijn. Het is eerder een drie-eenheid tussen Nederland, Frankrijk en Duitsland, de tussenfase, het eten van drie walletjes. Het geeft de zanger een unieke overview op het gebroken Europa, die hij verpakt in zwierige, zorgvuldig gearrangeerde popsongs. Een zelfverzekerde nieuwe stap van deze muzikant die zonder gêne artiest durft te zijn. Azier zingt over de vervallen steden waarin hij leeft in 'Babylon', over het afscheid van Duitsland in 'Berlin', en over die rare avond van de aanslagen in Parijs in 'Call Me'.

Moss - Strike

Er zijn soms dingen die je te makkelijk voor lief neemt. Dat Moss de beste indieband van Nederland is bijvoorbeeld. Want zo ongelofelijk soepel en natuurlijk als hun vijfde album ‘Strike’ klinkt, kwam het niet tot stand. Ja, er was die bassist die Klangstof begon en de halve band meenam, en ja er verdween materiaal in de prullenbak, maar uiteindelijk herpakte Moss zich, ramde het in Antwerpen dertien liedjes op de band en klinkt het meer dan ooit als een eenheid. En dat is uiteindelijk het enige dat telt. Let vooral op de fenomenale slottrack, 'My Decision'.

Klangstof - Close Eyes To Exit

Klangstof dus, die band van Koen van de Wardt. Hij kwam als jonkie bij de volwassen indieband Moss, speelde een paar jaar zeer verdienstelijk mee en besloot toen voor zichzelf te beginnen. Geen zijproject, maar echt full focus. Eerst met bandleden van Moss, daarna met een volledig nieuwe groep. De indiesongs van Klangstof zijn dromerig en verzorgd, met een hele stevige elektronische basis. De vruchten zijn rijp, en Klangstof plukt ze volop, van hier tot aan Coachella!

Canshaker Pi - Canshaker Pi

Toen we voor het eerst van Canshaker Pi hoorden - eigenlijk van voorloper Palio Superspeed Donkey - waren ze zo’n beetje de jongste band van Nederland. En nu ze na jaren rijpen klaar zijn voor het echte werk, zijn ze dat nog steeds. Wat heerlijk, om al zo jong het juiste pad te pakken te hebben. Of juiste pad, wat is dat nu helemaal? Canshaker Pi bewandelt in elk geval geen gebaande paden door een hippe sound te kiezen. Geen Arctic Monkeys-achtige soepelheid, maar eerder 90s gruizigheid. Excelsior adopteerde de band en liet ze op hun interne 'indie academy' werken aan een lekkere felle gitaarpopplaat met de juiste balans tussen onstuimig en doordacht. 

Sue The Night - Wanderland

Dappere stap van Suus de Groot: ze doet alles zelf, in eigen beheer. En dat voor een act die tegen de radio aan schurkt. Een goede beslissing? Nou, 'The World Below' is in elk geval haar grootste radiohit tot nu toe. En dan is Wanderland ook nog eens een spannender plaat dan haar debuut. Je hoort de invloeden van Fleetwood Mac en andere 70s giganten, maar Sue The Night is veel te onstuimig om middle of the road te worden. De ideale soundtrack voor het jachtige leven.