Wie de Duitse dj en producer Henrik Schwarz langer volgt, weet dat hij al jaren opvallend veel samenwerkt met muzikanten buiten de dancewereld. Zo maakte hij albums en deed hij cluboptredens met jazzpianist Bugge Wesseltoft en nodigde hij samen met Frank Wiedemann (helft van Âme) onder de naam Schwarzmann tal van muzikanten uit op het podium om te improviseren. Die improvisatie is altijd een belangrijk ding voor Schwarz. Ook als hij solo live optreedt op een dancefestival, wil hij de vrije hand houden. Een database met duizenden samples, loops en beats rangschikt hij live zo dat er altijd weer nieuwe dingen ontstaan. Het lijkt altijd om de vrijheid van het moment te gaan. Het tegenovergestelde van met een orkest werken, bijvoorbeeld. Maar zo zegt hij al snel: ‘Uiteindelijk gaat het vooral om energie. Bij componeren is het als een batterij: je slaat de energie op in de bladmuziek die er uit moet komen als het gespeeld wordt. Op het podium improviseren is niet anders. Je gaat een risico aan met het publiek of andere muzikanten. En als het lukt komt er energie vrij’.
Fiets van de lokale dealer op de brug
Ruim voor een maand voor shows in Tilburg en Enschede verblijft bij Schwarz het Metropole Orkest, in de studio van het gezelschap. We hebben een week om het nieuwe album op te nemen. Het lijken wel kantoortijden, we zijn maandag om negen uur begonnen,’ lacht de Duitse dj als hij samen met Jules Buckley, dirigent van het orkest, in het kantoor van die laatste gaat zitten. Schwarz pielt nog even wat op de vleugel in het kantoor, Buckley schept op over de voetbaltafel die er tegenover staat. ‘Eigenlijk moeten we het interview pas na een potje tafelvoetbal doen. En ik kan je alvast waarschuwen. Henrik woont in Berlijn, dus die ga je nooit verslaan.’
Buckley kan het weten, want de twee brengen samen nogal wat tijd door voor dit project. ‘Henrik levert mij MIDI-files aan met zijn composities en wat audio. Aan de hand daarvan maak ik de arrangementen. Vaak alsnog op gehoor op de audio, want die computerbestanden bestaan uiteindelijk vooral uit pagina’s met duizenden zwarte noten. Een computer is veel te precies daarin, uiteindelijk werkt je oor toch anders. Maar buiten dat wil ik altijd met artiesten brainstormen. Ik neem dan een blocnote mee en kom thuis langs. Ik schrijf alles op wat me opvalt. Dat kunnen letterlijke quotes zijn, maar ook een beeld dat ik opvallend vind. Voor dit project hadden we het bijvoorbeeld over een specifiek geluid. Alsof 25 bamboestokken een glimmende aluminiumplaat raken. Henrik had bedacht dat met de achterkant van de strijkstokken na te bootsen, maar daarvoor is het Metropole Orkest een veel te luidruchtig orkest. We moesten een plan B verzinnen, en dat was overduidelijk de Nederlandse stadsfiets. Uiteindelijk hebben we voor 15 euro een fiets gekocht van de lokale dealer op de brug en er wat aan geklust. Misschien dat iemand tijdens de optredens zijn fiets wel herkent, haha. Goed, die zetten we dan gewoon in de albumcredits.'