Als je de verhalen mag geloven is het Friese stadje Dokkum het Walhalla. Een plek waar de underground welig tiert, waar sensationele snackbarrock klinkt en waar wars van conventies razend spannende muziek wordt gemaakt. Een bron waarin je je kunt onderdompelen alsof je een jonge Obelix bent, om de rest van je leven gezegend te zijn met bovennatuurlijke muzikale krachten. Dat kan toch niet anders? Yuko Yuko komt ervandaan, Korfbal en The Homesick. Dat al die groepen uit min of meer dezelfde vriendenkring zijn ontsproten, dat maakt niet uit, toch? ‘Maar echt’, lacht The Homesick-frontman Jaap van der Velde (20). ‘Ik word elke keer weer naar Dokkum gevraagd alsof het een magische plek is, maar het is… nou ja… heel normaal. Het enige wat er bijzonder aan is, is dat het zo verdomd ver weg is van de randstad.’
Ja, nee, nou ja… ‘Het is wel een mooi stadje, hoor: het heeft van die bolwerken, een soort bescherming uit de Middeleeuwen zodat niemand ’s nachts binnen kon vallen. Nog altijd gaat iedere avond om 10 voor 10 de kerkklok, als symbool voor het laatste moment dat je vroeger de stad nog in kon gaan. En moet je nagaan: op school was er een verdeling tussen de dorpsjongens en stadsjongens, wij waren dan de stadsjongens. En dat in Dokkum! Er waren ook gewoon gasten die op de trekker van hun ouders naar school kwamen. Mooi toch?'
Goed, gelukkig ben ik niet naar Dokkum getrokken, want frontman Jaap woont de helft van de tijd in een rijtjeshuis in het oh-zo-bruisende centrum van Utrecht De Bilt, met nog eens een paar muzikanten van Yuko Yuko en de scene eromheen. Het is een heerlijk huisje: zelf gebruikt Jaap liefkozend de term ‘Trainspotting’, en waarom ook niet? Het is een anti-kraak-woning waar de verf van de muren bladdert, de tuin een weelderige verzameling aan onkruid biedt en het oud papier zich in de bijkeuken alsmaar verder opstapelt. We zitten om half 11 ’s ochtends met alle huisgenoten in de woonkamer plaatjes te draaien van Friese artiesten als volkszanger Gewoon Bram en jaren 80 new wave-band Dokkumer Lokaaltje. ‘Dit is hun fenomenale tweede LP, Moddergat’, zegt Jaap, ‘het is een dubbel-LP op één plaat, dus halverwege elke kant zich een groef waar je hem overheen moet zetten.’ Vrijwel iedereen zit shag te roken – de woonkamer staat al blauw – en we drinken net iets te sterke filterkoffie. Overal staan gitaren en apparatuur, en een van de jongens zit continu met de muziek mee te pingelen. Je kent het wel. Oh ja, en nabij de voordeur staat een nakende paspop met een bivakmuts op haar hoofd.
Weet-ie het nog, hoe ze op het eindfeest van Popronde 2015 in een volle zaal plotsklaps uit volle borst a capella het FC Cambuur-lied ’t Woanskip uitbarsten? ‘Oh ja, superkut was dat. We hadden geen soundcheck gedaan en mochten niet op onze eigen versterkers spelen, dus besloten we halverwege de set alleen nog maar herrie te gaan maken. Dat liep helemaal uit de hand.’ In die tijd maakten ze er ‘een dikke teringzooi van’ als het toch al vervelend was, vertelt Jaap. ‘Op Here Comes The Summer deden we ook al zoiets. Speelden we een ellenlang outro vol wazige ambient. De eerste keer dat we op Eurosonic mochten spelen hadden we pas een halfuur aan materiaal, terwijl we drie kwartier mochten spelen. Het laatste kwartier hebben we de zaal leeggespeeld door te gaan schreeuwen en de gitaren tegen de versterkers aan te zetten. Er stonden nog maar twee journalisten, straalbezopen vooraan. En we deden in die tijd een cover van Black Sabbath, ‘Paranoid’. Elias kende zelfs de riff niet, die herhaalde alleen dat intro de hele tijd. Na anderhalve minuut stopten we dan maar weer.’
(tekst gaat door onder de video)