Er was een revolutie gaande, maar nee, er was geen directe dreiging. En nee, Sevda Alizadeh (27) ziet zichzelf niet als vluchteling. Maar feit is dat haar ouders een betere toekomst zagen in Nederland dan in Iran. Dus toen ze een jaar of vijf was, vluchtten zij en haar familie van Teheran naar Nederland. Eerst belandde ze in een asielzoekerscentrum in het piepkleine dorpje Hoogezand-Sappemeer nabij Groningen, vervolgens in een AZC in Zeeland. “Het klinkt heel raar”, glimlacht ze nu in een koffiebar in Rotterdam, “maar ik heb alleen maar geode herinneringen aan die tijd. Het voelde als één groot vakantiepark waar ik lekker met andere kinderen kon spelen. De mensen hadden er geen zekerheid of ze wel in Nederland konden blijven, maar ik kreeg daar niets van mee. Ik was er veel te klein voor.”
Hollandse Nieuwe van de maand Sevdaliza: “Ik weiger het slachtoffer te spelen”
12van3voor12-talent vluchtte van Iran naar Nederland en presenteert nu debuut-EP
Op haar vijfde vluchtte zangeres Sevdaliza van Iran naar Nederland, om in het gereformeerde Hardinxveld telkens nét buiten de groep te vallen. Inmiddels is haar muziek al opgepikt door vooraanstaande buitenlandse blogs, in maart staat ze op ‘s werelds grootste showcasefestival SXSW en nu debuteert ze met de volwaardige EP The Suspended Kid, vol melancholische, donkere elektronica-liedjes met spannende producties van Mucky (Noizboiz) en Nobody Beats the Drum. “Ik probeer onbewuste drijfveren te ontleden.” Sevdaliza is tevens Hollandse Nieuwe van de maand februari.
Na een jaar werden ze geplaatst in het supergereformeerde dorpje Hardinxveld, waar ze zo’n beetje de enige allochtoon was, hoewel ze al snel vloeiend en accentloos Nederlands sprak. “Ik werd wel geaccepteerd, maar ik zag er ánders uit, hè? Nee, ik paste er niet, en had ontzettende moeite om me te conformeren. Vroeger deed dat wel pijn, hoor.” Er springt haar een herinnering te binnen: één keer – en ze wil benadrukken dat het bij die enkele keer bleef – ging dat echt te ver. “Een moeder liep met haar kindje langs, en het meisje zei: ‘Kijk mama, zij is vies!’ Tja, je kan dat kind eigenlijk niets kwalijk nemen. Zij reageerde gewoon op iets dat ze niet gewend is, namelijk mijn huidskleur. Ik weiger daarin het slachtoffer te spelen, ik voel me thuis in Nederland.”
Meestal was het verschil met klasgenootjes subtiel: Sevdaliza was een eigenwijs kind, liep altijd op straat te voetballen, klom in bomen, had telkens wonden op haar knieën en was luidruchtig. Niet zozeer vervelend, maar wel erg aanwezig. “Dat bracht me altijd in de problemen, ik was altijd de lul. Op een dag sprak de lerares op de middelbare school me aan: ‘Kun je niet eens meer op de achtergrond blijven?!’ Ik ging huilend naar huis en dacht: waarom telkens ík?” Ze stak haar kop boven het maaiveld uit, was een betweter, en werd daar dan ook voor gestraft. Vandaar de titel van haar EP: The Suspended Kid, het kind dat moet nablijven.
Eventjes op de achterbank
Goed, er waren al een paar losse tracks en bijzonder verzorgde videoclips die hoge ogen gooiden op blogs als FACTmag, The Fader en Complex (waarmee ze werd uitgeroepen tot 12van3voor12-talent voor 2015), maar die EP The Suspended Kid is haar volwaardige debuut. Daarop staan hedendaagse R&B-liedjes met spannende muzikale producties a la FKA twigs, Jai Paul en Kelela, maar dan een tikkeltje meer rechttoe rechtaan richting de synthpop en house. Het prijsnummer is Backseat Love, geproduceerd door Sjam Sjamsoedin (Nobody Beats The Drum) en werd al uitgebracht op het toonaangevende label WARP (o.a. Aphex Twin, Flying Lotus en Autechre). Ze schreef de tekst toen ze een periode in Brooklyn verbleef, vertelt ze. “Ik ben nogal gedisciplineerd. Sterker nog, sommige mensen denken dat ik gek ben: ik sport heel hard, leef bewust en heb op mijn computer een strikt schema voor de week. In New York nam ik voor het eerst een stapje terug, ik liet het gaan. Ik raakte behoorlijk van slag, omdat ik plotsklaps op een jongen verliefd werd. Normaliter zou ik het meteen afkappen omdat ik er geen toekomst in zie, nu dacht ik: fuck it, ik ga gewoon chillen en over vijf dagen ben ik weer weg. Ik ben eventjes vrij, ik zit op de achterbank, iemand anders stuurt en het komt wel goed."
Dat hoor je ook terug in de beat van Backseat Love. “Hij is een beetje off”, denkt Sevdaliza. Grappig genoeg weerklinkt daarin niet aanwijsbaar de signatuur van Nobody Beats The Drum, zoals ook nergens het kenmerkende Noizboiz-geluid van Mucky overheerst op de EP, terwijl hij de tracks grotendeels produceerde. Gek is dat niet: telkens zat Sevdaliza erbij om ze op de vingers te kijken, bij te sturen en aanwijzingen te geven, vergelijkbaar met de wijze waarop FKA twigs haar debuutalbum opnam. “Maar vergis je niet: dankzij Mucky heb ik de afgelopen jaren mijn sound kunnen ontwikkelen.”
De inspiratie van Freud: over SM en Janet Jackson
Sevdaliza zingt voornamelijk over onbewuste drijfveren en verlangens, denkt ze. Dat zit zo: haar moeder studeerde Sociologie en heeft de boekenkast vol staan met klassieke filosfen: Nietzsche, Freud, etcetera. “Als klein meisje bladerde ik daardoorheen en las ik het door, hoewel ik er niets van begreep.” Pas later zag ze het in perspectief. Zo rond haar zestiende kocht ze haar eerste album: The Velvet Rope van Janet Jackson. “Ik heb het grijsgedraaid, totdat mijn vader het vond en de toespelingen naar SM in het boekje zag: met blinddoeken, leer en bondage. Ik herkende voor het eerst die onbewuste driften en verlangens uit het boek van mijn moeder. Toen ik op mijn twintigste begon met schrijven, merkte ik dat ik die driften probeerde te gaan ontleden. Het werd de grondslag van wat ik tof vind aan andere artiesten, van D’Angelo tot Frank Ocean, van Radiohead tot Nirvana en Antony and the Johnsons. Daarom vind ik het nieuwe album van Björk zo goed, het is waanzinnig pathetisch, het zijn gedachten die je eigenlijk niet mag uiten.”
Zo’n drie jaar geleden had Sevdaliza ook zo’n gedachte. Ze was aan het werk als marketing manager in de creatieve sector, zat achter haar bureau, en was ‘niet happy’ terwijl ze een goede baan en sociaal geslaagd leven had. "Ik zette me puur in voor een commercieel doeleinde om mijn paycheck te krijgen en te kunnen eten. Is dit dan alles? Is dit mijn leven? Tegelijkertijd voelde ik me ondankbaar dat ik daar niet tevreden mee kon zijn. Ik was 23, bijna niemand kon een baan vinden, mijn oud-klasgenoten werkten bij callcentra, en ik had gewoon een goede baan. Bij DWDD zag ik Vincent Reinders en Nalden over 22tracks en Wetransfer praten. Ik kende ze al uit de Amsterdamse scene, omdat zij ook altijd naar de Opgezwolle-concerten gingen. Zij waren zó succesvol in hun eigen ding, dat sloeg bij mij in als een bom. Waarom zit ik hier dan weg te kwijnen achter een bureau? Er speelden meer dingen mee, maar dat gaf de uiteindelijke doorslag." Toen besloot ze haar succesvolle baan op te geven en muzikant te worden, en dat terwijl ze nog helemaal niet kon zingen, geen instrument kon bespelen.
Inmiddels, drie jaar, een Nederhop-single (!) genaamd Delfts Blauw en een heleboel vallen en opstaan later, begint het pas echt voor Sevdaliza. Afgelopen maand stond ze op Noorderslag, in maart speelt ze op SXSW, het grootste showcasefestival ter wereld. “Ik ben uitgenodigd om op een showcase te spelen, en heb sinds kort een Amerikaanse boeker. Het plan is om een minitour doen door Amerika. Nee, we zullen er financieel zeker niets aan overhouden. Ik heb er al zoveel in geïnvesteerd qua bloed, zweet, tranen en geld, maar ik zie geen ander leven meer voor me.”