Kraftwerk Der Katalog 1: Autobahn

Spitzenklasse, total toll und supercool

Gerard J. Walhof ,

“Eurosonic: rock is uit, elektronica is in”, kopte de NRC vanavond (ja, er zìjn nog mensen die gewoon de krant lezen, oudere mensen). Wie vanavond dus helemaal bij de tijd wilde zijn was niet in Groningen maar in Paradiso bij de aftrap van acht avonden Kraftwerk onder de titel “Der Katalog: 1 2 3 4 5 6 7 8”.

Die bestond uit de integrale uitvoering van hun eerste album Autobahn. Of eigenlijk hun derde, of zo je wilt hun vierde, maar daarover later meer. En ‘een aantal extra nummers’. Kraftwerk wordt immers gezien als pionier op het gebied van de elektronische popmuziek. Pioniers zijn meestal muzikanten die als eerste iets doen wat geen hond ziet zitten maar waarvan tien, twintig, dertig jaar later duizenden volgers zeggen dat ze het altijd al hebben geweten. Voor alle duidelijkheid: bij het eerste concert van Kraftwerk in Paradiso september 1976, toen ze al twee albums uithadden, waren driehonderd mensen. Ook ik was er niet bij. Maar nu wel. Net als in 1981. En anderhalf jaar geleden in het Evoluon in Eindhoven. Ik ben er acht keer bij. Want ook ik vind Kraftwerk pioniers. Net als trouwens de rond diezelfde tijd in Eindhoven overleden componist Dick Raaijmakers. Als Kid Baltan maakte hij al elektronische muziek met gevoel voor pop in de jaren vijftig in het NatLab van Philips. Maar bij hem wisten minder mensen het later dus dan ben je geen algemeen erkend pionier. Jammer, hij had het verdiend.

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: het was geweldig. Tovenaars uit het land van 1001-en-één-nieuwe-geluiden die je in die jaren nog nooit had gehoord. Analoge alchemisten. Ook al kan ik de nummers dromen, ze klonken weer overweldigend. In 3D, strak in het klankpak, met de nodige nieuwe klankkleur, ruimte voor improvisatie, snellere ritmes, en welja, eis het gewoon op, met name aan het einde ferm four to the floor. 'Kometenmelodie', 'Mitternacht', 'Morgenspaziergang', binnensmonds floot ik ze mee . Kraftwerk speelde twee uur waarvan het album Autobahn zo’n 35 minuten in beslag nam. Korter dan het ding zelf dat ruim 42 minuten duurt. Zo neemt het titelnummer op plaat bijna 23 minuten in beslag en in Paradiso zo’n 15. Hmmm. En wat gebeurde er dan die andere ruim anderhalf uur? Greatest Hits, zoals ik de meeste ook al in het Evoluon had gezien. Spacelab, waarbij een vliegende schotel, althans wat je je er in de jaren zeventig van de vorige eeuw bij voorstelde, in 3D door de zaal van Paradiso vloog terwijl het gebouw aan de Weteringschans op het achterdoek werd geprojecteerd. 'Trans Europe Express', 'The Model', 'Neon Lights', 'Computer Love', 'Numbers' en 'Radio Activity'. Waarbij de enkele verdwaalde hipster zich bij het zien van geprojecteerde namen als Tchernobyl, Harrisburg en Sellafield afvroeg of hij iets had gemist en dit de nieuwe toffe clubs in Nieuw West waren na de sluiting van Trouw. Maar voor het grootste deel van het publiek was het vertrouwd als de krant. Hoewel? Waar waren de robots? Terwijl een knap deel van het volk al naar de garderobe was gesneld ging het doek weer open en stonden ze daar. De vier robots, bewegende etalagepoppen, in het gelijknamige nummer van het album The Man Machine/Die Mensch Machine uit 1977, dat maandag op het programma staat.

Leeftijdsgenoten, zorg er nou voor dat je de oppas van je kinderen of kleinkinderen tot middernacht bestelt. Want na The Robots kwam er nog een tweede toegift met onder meer 'Computer World' en 'Technopop'. Also es war einzigartig, Spitzenklasse, total toll und supercool. Maar wat krijg ik de komende dagen te horen en zien in de wetenschap dat die eerste zes album allemaal minder dan drie kwartier duren? Weer diezelfde Greatest Hits? Hmmm. Voorlopig vind ik dat vast morgen en overmorgen ook nog geweldig. Maar dan? We zullen zien. Morgen bei Dir oder bei mir beim Radioaktivität? Ich sage wieder bei Dir!