Als ik van het Leidseplein naar Paradiso loop merk ik dat ik enigszins verwachtingsvol om me heen kijk. Dat doen mensen die gebruiken. Kijken of ze lotgenoten zien. Bij dezelfde club horen. Met eigen geheime blikken en codes. Waar niet-gebruikers niet bij kunnen komen omdat ze het gevoel niet begrijpen. Van gelukzaligheid. Van verslaving. Dat warme gevoel alsof je in je broek hebt geplast. “Hey man”. Maar niemand geeft een blik van herkenning.
Kraftwerk Der Katalog 4: The Man-Machine
De beste show tot nu toe
Beste show tot nu toe!! Kraftwerk speelde vrij en los. De geluiden, het bewerken ervan, de overgangen in de ritmes, de opbouw van de set, alles viel voor het eerst op z’n plek. Met zichtbaar speelplezier van de vier, meer dan de afgelopen drie dagen. Sensurround sound perfect, in balans, en alles en iedereen omhullend. 3D perfect, alles en iedereen weldadig belagend. Ik werd zielsgelukkig van de muzieknoten en notenbalken die uit de autoradio van de VW Kever kenteken D KR 70 tijdens “Autobahn” (de lange versie!) door de ruimte van Paradiso op me af kwamen gegolfd. Ik leek wel een junk. Ik begin langzaamaan verslaafd te raken.
Als het doek omhoog gaat hangen drie woorden levensgroot en autoritair middenin de zaal: Man, Mensch, Machine. Het album “Die Mensch-Machine”, “The Man-Machine” uit 1978 vat de kern van Kraftwerk samen. Maar verwijst ook naar het communistisch ideaal van collectiviteit. Waarvan nooit helemaal duidelijk is geworden of Kraftwerk het in die tijd ideologisch aanhing, maar in ieder geval wel esthetisch. De hoes van het album en de singles ervan zijn sterk geïnspireerd op het Russisch constructivisme, de typografie van Alexander Rodchenko, de grafiek en de maquettes van El Lissitzky. De thematiek ligt in het verlengde van een film als Metropolis van Fritz Lang uit 1927 en als een boek als 1984 van George Orwell uit 1949. Ralf Hütter en Florian Schneider hebben veel met beeldende kunst. Waar een andere willekeurige groep voor een optreden zo snel mogelijk de dichtstbijzijnde koffieshop induikt gaan zij naar het museum. Ze komen al vroeg in aanraking met werk van het Engelse kunstenaars- en performanceduo Gilbert & George die ze heel erg bewonderen. Düsseldorf is in de jaren zeventig een vooraanstaand kunstcentrum met veel musea en galeries, en een kunstacademie waar les wordt gegeven door een van de belangrijkste Europese kunstenaars van dat moment, Joseph Beuys.
Die typografie, die 3D figuren naar Lissitzky steken Paradiso in tijdens The Man Machine. Spacelab volgt, waarbij het Evoluon op scherm vóór en in je gefopte hersens ín Paradiso landt. The Model, gecoverd door velen, waaronder Rammstein en Steve Albini’s Big Black. Neon Light, weemoedig verlangen naar nachtelijk eenzaamheid. En, voor het eerst deze week, in een prachtige uitvoering, Metropolis. Met sterke zang van Hütter die vanavond sowieso goed bij stem is. En, als eerste toegift, zoals elke avond, onder loeiend joelen van het publiek, The Robots. Met op het podium de als robots bewegende evenbeelden van Hütter, Henning Schmitz, Fritz Hilpert en Falk Grieffenhagen.
De robots die de komende jaren veel van ons werk zullen overnemen. Niet alleen in de fabrieken en op kantoor, maar ook in de handhaving en de zorg. Voor de helft van de bevolking zal er daardoor in de toekomst geen werk meer zijn. Laten we die muziekrobots dan maar bij duizenden kopiëren. Zodat als de zorgrobot je eten heeft gekookt en je kont afgeveegd Kraftwerk voor je kan komen spelen in de huiskamer of de gemeenschapszaal. In Paradiso staan uiteindelijk ook 1300 mensen ademloos naar die robots te kijken en te luisteren.
Veel mensen noemen de muziek op de eerste vier albums van Kraftwerk computermuziek. Maar de eerste personal computer, de Apple II, kwam pas in 1977 op de markt. En het duurde daarna nog vier jaar voordat de groep er z’n eerste album mee maakte, Computerworld. Uit het album bleek een zeldzaam gevoel voor wat de computer voor de toekomst van toen zou gaan betekenen. Morgen, het vijfde album, uit 1981. Ich brauch ein rendez-vous. Denn ich bin süchtig.