De commissie ruimtelijke ordening en grondzaken debatteerde op donderdag 15 juni 2023 over de situatie van dB’s. Op 1 november 2023 moet dB’s het CAB-gebouw verlaten. Op de beoogde nieuwe plek is echter nog geen steen gelegd.

Een overvolle publieke tribune in de hal van het stadhuis met betrokken Utrechters én ook nog bezoekers in de trouwzaal laat zien dat de noodkreet van dB’s niet aan dovemansoren was gericht. GroenLinks, PvdA, D66 en PvdD hebben samen het initiatief genomen voor dit debat over de ingewikkelde situatie van het muziekcomplex. Voor die situatie verwijzen we gemakshalve naar onze eerdere berichtgeving, maar in het kort komt het erop neer dat de beoogde nieuwe locatie van dB’s op de Vlampijpstraat waarschijnlijk niet klaar is op 1 november. En dat is nu net de datum dat ze het monumentale CAB-Gebouw moeten verlaten. Als de bedrijfsvoering niet naadloos naar de nieuwe locatie over kan gaan, betekent dat onverantwoorde financiële risico’s voor dB’s.

Het debat gaat eigenlijk over drie dingen: dat de nieuwe locatie van dB’s mogelijk niet op tijd klaar is, het aantal beschikbare parkeerplekken op die nieuwe locatie en de vergroening van het gebied. We focussen ons op de eerste vraag, omdat parkeren of voldoende groen niet zo relevant meer zijn als dB’s er straks wellicht niet meer is. Raadslid Pepijn Zwanenberg van GroenLinks heeft eigenlijk geen vragen voor de verantwoordelijke wethouder, maar meer drie verzoeken: 1. onderhandelen dat dB’s langer op de huidige locatie kan blijven, totdat de nieuwe gereed is 2. zo snel mogelijk de vergunning voor fase 2 van de verbouwing verlenen en 3. zorgen dat de eigenaar van het beoogde nieuwe pand (PRE) helderheid verschaft over de afspraken. Zwanenberg sluit af met de opmerking dat GroenLinks vindt dat er ook naar een alternatief voor de beoogde locatie gezocht moet worden. De andere agenderende raadsleden Hester Assen (PvdA), Dirk-Jan van Vliet (D66) en Louise de Vries (PvdD) leggen soms andere accenten maar ondersteunen zijn pleidooi grotendeels.

“Als lid van het college en als inwoner van de stad vind ik dB’s een voorziening die bij Utrecht hoort. En dat hebben we lief te hebben met elkaar, dat hebben we te koesteren. Zo zit ik er ook persoonlijk in en zo heb ik er ook de afgelopen tijd ingezeten.” Met deze woorden opent wethouder Eelco Eerenberg de beantwoording van de aan hem gestelde vragen. Eerenberg’s positie is een lastige. De gemeente Utrecht is namelijk geen contractpartij (dat zijn dB’s, de projectontwikkelaar van het CAB-gebouw en PRE, de verhuurder van het nieuwe pand). En aan het begin van deze collegeperiode bleek dit dossier er toch iets minder rooskleurig voor te staan dan iedereen aan het eind van de vorige collegeperiode dacht. Tegelijkertijd is er wel een soort morele verplichting. Bij de start van de plannen om woningen te gaan bouwen rond dB’s is immers toegezegd dat het maximale zou worden gedaan om dB’s op de huidige plek te laten blijven en, toen dat toch niet lukte, te helpen met een passende oplossing.

Eerenberg heeft zich de afgelopen maanden ook zeer ingespannen op dit dossier, door partijen bij elkaar te brengen en afspraken te laten maken, door financiële steun en door ambtenaren te vragen om vergunningsaanvragen voor dit project zo snel mogelijk te behandelen. Zijn steun en inzet wordt ook door alle raadsleden benoemd en gewaardeerd.  “Hebben we nu een punt gezet achter een hele hoop vragen en geschillen en wensen en kunnen we nu vooruit want we moeten doorwerken?“, heeft hij eind vorig jaar vlak voor het ondertekenen van het huurcontract aan de betrokken partijen gevraagd. “Dat hebben alle partijen toen bij het zetten van die handtekening bevestigd.” Hij is dan ook enigszins verbaasd dat niemand hem in de afgelopen weken over de ontstane situatie heeft aangesproken.

Eerenberg gaat alle betrokkenen nog dezelfde dag nog benaderen en weer met hen aan tafel gaan zitten. “We hebben een afspraak gemaakt met elkaar. Dat geldt voor iedereen. Ik ga alle partijen houden aan wat ze toen hebben gezegd.” Inhoudelijk wil hij nog niet op de problemen ingaan: “Ik dien de onderhandelingen niet door hier nu publiekelijk al te veel over te zeggen, ook omdat ik er nog niet heel veel over weet, in alle eerlijkheid.” Wel geeft hij aan dat het kijken naar alternatieve locaties waarschijnlijk alleen maar meer tijd kost. “We moeten koersvast blijven.” Hij laat ook weten dat hij “vindt dat dB’s daarvan niet het slachtoffer mag worden. Ofwel op de huidige plek, ofwel in de tijdelijkheid.” Misschien is het wishful thinking, maar wij horen daarin dat hij snapt dat er geen gat kan zijn tussen het stoppen op de huidige locatie en de start op een nieuwe.

Uiterlijk over vier weken stuurt de wethouder een brief naar de gemeenteraad waarin hij de uitkomst van de gesprekken deelt. Pepijn Zwanenberg wil weten of daar nog voor het zomerreces over gedebatteerd kan worden. Dat gaat echter niet lukken omdat de laatste vergadering waarop dat zou kunnen volgende week al is. De tijd blijft dus dringen.