De afgelopen weken is veel aandacht geweest voor de situatie van muziekcomplex dB’s. Aanleiding was de aankondiging van het Ontwerpbestemmingsplan Cartesiusdriehoek (waarbinnen dB’s valt) en de zin daarin dat “dB’s, met zijn muziekstudio’s, café/ontmoetingsruimte en poppodium van Stichting Ruis, moeilijker is in te passen in de straks intensief bewoonde wijk.” In de Cartesiusdriehoek worden de komende jaren 2.800 woningen gebouwd. Hoewel het altijd de intentie is geweest om dB’s te laten blijven, is dat geen vanzelfsprekendheid. De situatie van het muziekcomplex is deels uniek maar eigenlijk ook exemplarisch voor de complexe positie van muzikale creatieve broedplaatsen in Utrecht en andere gemeenten. In dit artikel laten we zien wat het ingewikkeld maakt, maar proberen we ook een lans te breken voor het belang van zulke plekken voor de Utrechtse muziekscene en het ontwikkelen van talenten.

dB's

Voor een goed begrip is het handig om iets te weten van de situatie van dB’s. Het oefenruimtecomplex is sinds 2004 gevestigd in de oude bedrijfskantine van het CAB-gebouw. Behalve 17 oefenruimtes zitten er in het pand ook een concertzaal voor 150 mensen, een café, een vegan restaurant (Roots Rock Kitchen) en wordt een deel van de praktijklessen van de NPAC er gegeven. Opnamestudio Moskou ligt naast dB’s en is ook vanuit dB’s te bereiken. De combinatie van deze functies is uniek voor Utrecht. “Als dB’s niet bestond, zou het uitgevonden moeten worden”, zegt gemeenteraadslid Pepijn Zwanenburg treffend in dit stuk op de NUK.

Het pand en de grond eromheen - de Cartesiusdriehoek - zijn eigendom van de NS. Omdat er in Utrecht steeds meer behoefte is aan woningen en de NS niks met het gebied deed, zijn vanaf 2008 verschillende plannen gemaakt om woningen in het gebied te bouwen. In 2017 brachten gemeente en NS een gezamenlijk koersdocument uit dat de basis vormt voor de huidige plannen: het realiseren van een nieuwe stadswijk met ruim 2.800 woningen op 15 hectare. Het monumentale CAB-gebouw wordt het hart van deze nieuwe woonwijk. Een deel van die woningen komt als een toren op het CAB-gebouw en een deel op de niet bebouwde gebieden eromheen. Volgens het koersdocument wil men dB’s graag behouden.

Dat klinkt mooi, maar het is geen garantie voor een succesvolle afloop. Eigenaar NS fungeert hier als vastgoedontwikkelaar en wil natuurlijk een goede opbrengst. De gemeente is co-auteur van het koersdocument en gaat over het bestemmingsplan, maar is geen eigenaar van de grond. De ontwikkelkosten zijn relatief hoog omdat door het geluid van het spoor kostbare geluidsmaatregen getroffen moeten worden. Tegelijkertijd maakt dB’s zelf ook geluid. De onzekerheid ligt vooral in de vraag of de huidige functies van dB’s wel in het nieuwe gebied passen en welke huurprijs dB’s (en biercafé/brouwerij Oproer) dan moet gaan betalen. Die huur moet namelijk wel opgebracht kunnen worden door de verhuur van oefenruimtes, horeca etc.

(tekst gaat verder onder de foto)

Koersdocument

Om de woningbouw te realiseren opende eigenaar NS een inschrijving, waarna uit meerdere aanbiedingen een projectontwikkelaar is gekozen. De projectontwikkelaar die het project gaat ontwikkelen, moet zich houden aan de eisen uit het koersdocument. Daar staat ook iets in over de functie van het CAB-gebouw: creativiteit is een voorwaarde voor het gebruik van het gebouw en het behouden van dB’s is een positieve ‘tendereigenschap’ (een projectontwikkelaar die zegt dB’s te behouden heeft een streepje voor). De gemeente geeft aan dat bestaande gebruikers van het CAB-gebouw (dB’s en biercafé/brouwerij Oproer) goed in het beeld van de nieuwe wijk passen. Daarmee is dB’s - net als Oproer - een van de partijen waarmee de projectontwikkelaar afspraken moet proberen te maken. (Het Filmcafé wordt overigens niet genoemd.)

Sticks (en Moon) in HAL16, tijdens Utregse Unie 2013

Geen unieke situatie

De situatie van dB’s is niet uniek. De behoefte aan betaalbare makersplekken voor muzikanten is de laatste 15 jaar alleen maar toegenomen. Eiland 8 in Kanaleneiland, de oude Vechtclub in Overvecht, HAL16 aan de Archimedeslaan en Kytopia zijn gekomen en weer verdwenen. dB’s, de bandbunker in Transwijk, De Stadstuin aan de Europalaan en de Catacomben studio’s aan de Eendrachtlaan zijn er nog wel maar staan onder druk of gaan verdwijnen.

Hoewel de functies van al die plekken verschillen – soms is een plek maar deels gericht op muziek, of is het maken belangrijker dan oefenen en optreden – is de overeenkomst dat ze allemaal onderdak hebben gevonden in voormalige bedrijfs-/overheidspanden met relatief veel ruimte eromheen (dB’s, HAL16, De Stadstuin) of in gebieden waar herbouw of renovatie van woningen plaatsvond (Eiland 8). Een tweede overeenkomst is dat de plekken bijna altijd een tijdelijke oplossing zijn. De organisatie is een soort anti-kraakwacht en mag er zitten totdat het gebied opnieuw ontwikkeld wordt (Kytopia aan de Zeedijk, De Stadstuin etc.).

Dat die plekken konden ontstaan heeft te maken met de eerder genoemde behoefte aan makersplekken maar ook met de specifieke kenmerken van die plekken. Panden staan leeg omdat de bedrijven er weg zijn en een nieuwe bestemming realiseren meestal jaren kost (en door de economische crisis in het vorige decennium zijn veel plannen ook gepauzeerd). Het verhuren van zo’n pand levert de projectontwikkelaar nog wat inkomsten op. De huurder betaalt relatief weinig en mag er min of meer doen wat hij wil. En doordat er over het algemeen geen woningen vlak naast zo’n pand staan, is de overlast beperkt. Deze voordelen laten echter ook de achilleshiel van dit model zien: de locaties zijn vaak slechts tijdelijke voorzieningen, in afwachting van nieuwbouw of herontwikkeling. En zodra dat in gang wordt gezet, is er meestal niet langer ruimte voor een makersplek.

Zoals bekend is de behoefte aan nieuwe woningen in Utrecht heel groot. De gemeente probeert deze behoefte op te lossen door te ‘verdichten’: relatief veel kubieke meters op relatief weinig oppervlakte. Omdat er ook nog voorzieningen en ‘hoogwaardige openbare ruimte’ moeten komen, wordt er veel de hoogte in gebouwd. De Merwedekanaalzone en de Cartesiusdriehoek zijn daar voorbeelden van. Binnenstedelijk bouwen is echter kostbaar (bijvoorbeeld omdat bestaande gebouwen moeten verdwijnen en grond soms schoongemaakt moet worden), waardoor de financiële haalbaarheid van de plannen onder druk komt te staan. Simpel gesteld: de creatieve plekken worden weggedrukt door de woningbouw en waar er in de nieuwe plannen nog wel ruimte voor zo’n plek is, zullen de huurkosten waarschijnlijk toenemen. Daarnaast zijn er ook regels voor het (muziek)geluid dat mag worden voortgebracht. Het geluidsdicht maken van muziekruimtes in een bewoonde omgeving zorgt ook voor extra kosten.

(tekst gaat verder onder de foto)

Exit Kytopia

De toenemende schaarste van geschikte plekken in de stad Utrecht én de ingewikkelde situatie met betrekking tot het maken van versterkte muziek zijn ook een paar van de redenen die Erik Benders noemde in de brief waarin hij en zoon Colin aan het begin van dit jaar aankondigden dat ze hun zoektocht naar een vierde locatie voor Kytopia zouden stoppen: “Om te beginnen is er een grote schaarste in de huidige vastgoedmarkt. Wat er aan beschikbare grond of panden is, is vaak al voorbestemd voor woningbouw. Bovendien zijn de paar beschikbare panden die er zijn niet gebouwd met het produceren van versterkte muziek als uitgangspunt.”

Erik en Colin Benders concludeerden dat het kopen van een plek een duurzamere oplossing is dan huren: “Om de investeringen in het bouwen van studio’s voor de doelgroep betaalbaar te houden, moet je om te beginnen beschikken over een plek waar je die studio’s voor langere tijd kunt laten staan. 10 jaar is in dit opzicht al aan de korte kant – eerder moet je denken aan een periode van 15 of zelfs 20 jaar. En als je het over dat soort perioden hebt, dan is het kopen van zo’n plek vele malen gunstiger dan huren.”

Ook voor koop waren er voor Kytopia echter te weinig beschikbare plekken of percelen en was de financiële investering die ze moesten doen te groot om die met muziek terug te kunnen betalen.

Colin Benders jamming tijdens Studio Stekker @ Kytopia Oudegracht

"Om te beginnen is er een grote schaarste in de huidige vastgoedmarkt. Wat er aan beschikbare grond of panden is, is vaak al voorbestemd voor woningbouw. Bovendien zijn de paar beschikbare panden die er zijn niet gebouwd met het produceren van versterkte muziek als uitgangspunt.”

Erik Benders

Wat vindt de gemeente Utrecht?

De gemeente Utrecht is zich bewust van het belang van makersplekken. In het huidige coalitieakkoord staat dat creatieve rafelranden en broedplaatsen essentieel zijn voor culturele en creatieve bedrijvigheid, het ontwikkelen van nieuw talent, cultureel ondernemerschap en het behoud van betaalbare werkplekken voor makers in de stad. In het akkoord is geld beschikbaar voor het behoud en de ontwikkeling van creatieve broedplaatsen in de stad. Ook is er aandacht voor die plekken bij gebiedsontwikkelingen in het gemeentelijk vastgoedbeleid.

Ook in de cultuurvisie 2030 is (fysieke) ontwikkelruimte een van de vier pijlers. De gemeente herkent de eerder geschetste problemen maar noemt ook het belang van fysieke ruimtes en creatieve broedplaatsen: “Door de groei van de stad worden ruimtes schaarser en duurder. Het is urgent om te investeren in een infrastructuur die meebeweegt met de flexibele behoeften van kunstenaars en die rekening houdt met groeiende publieksaantallen. Het behoud van fysieke ruimte voor culturele voorzieningen en het behoud van creatieve broedplaatsen, werkplaatsen en huisvesting voor kunstenaars, vraagt om slim gebruik van ruimte.”

De ambitie van de gemeente ligt in het verlengde van het coalitieakkoord: “Blijvend investeren in ruimte voor kunstenaars om te werken en presenteren. Bij gebiedsontwikkeling ruimte voor kunst en cultuur reserveren en bewaken.”

De situatie van dB’s staat op het netvlies van de gemeenteraad. In juli heeft GroenLinks samen met PvdD, SP, D66, PvdA, S&S en CDA het college van Burgemeester en Wethouders opgeroepen er alles aan te doen om dB’s te behouden in de nieuwe wijk.

(tekst gaat verder onder foto)

Ontwikkelgebieden Utrechtse culturele infrastructuur

De gemeente concentreert zich op een aantal ontwikkelgebieden in de stad die volgens haar kansen bieden voor het versterken van de Utrechtse culturele infrastructuur:

  • Beurskwartier/Lombokplein
  • Merwede Kanaalzone
  • Werkspoorkwartier
  • Leidsche Rijn (centrum)/Berlijnplein
  • Overvecht/Kanaleneiland (o.a. de NPD-strook waar de oude Vechtclub zat)

Binnen sommige van deze gebieden liggen ook een aantal van de onder druk staande broedplaatsen.

Marlon Penn tijdens Knallands Kwartiertje 2014 @ Eiland8

Uit onderzoek blijkt dat de aantrekkelijkheid van een stad mede wordt bepaald door de beleving die de inwoners ontlenen aan het culturele aanbod en dat er ook positieve sociale effecten van uitgaan. Daarbij gaat niet alleen om de reguliere podia en speelplekken maar ook om de plekken die zich aan de rafelranden van de stad bevinden en waar verschillende functies samenkomen, waardoor de som groter is dan de afzonderlijke delen. Veel van die plekken maken zo’n rauw gebied aantrekkelijk. Ze ‘genereren waarde’, waardoor mensen er graag willen wonen. Maar zodra er dan een projectontwikkelaar mee aan de slag gaat, leggen veel van die creatieve initiatieven het loodje.

Datzelfde geldt voor de maatschappelijke (waaronder culturele) waarden die voor zulke  binnenstedelijke nieuwbouwprojecten worden geformuleerd. In de aanloop naar de feitelijke bouw delven die vaak het onderspit, omdat de kosten en/of regelgeving niet meer passen. De onderscheidende zaken die het gebied aantrekkelijk maakten in de eerste plaats, verdwijnen dan als eerste.

Wat het extra lastig maakt is dat niet al het vastgoed waar de creatieve broedplaatsen zitten eigendom is van de gemeente. Daarom zijn er meestal drie partijen betrokken: de gemeente die woningbouw én een breed cultureel landschap wil, de eigenaar van de grond en/of panden en de bestaande gebruiker.

Uit de berekening die is gemaakt voor het Werkplan Huisvesting Creatieve sector (zie inzet) blijkt dat er tussen 2018 tot 2020 behoefte is aan 15.000 m² extra bedrijfsruimte voor creatieve ondernemers. Een snelle conclusie is dan dat wanneer dB’s of andere plekken moeten verdwijnen, de kans op een vervangengde locatie binnen de stadsgrenzen uitermate klein is. Volgens ons is het dan duurzamer en kansrijker om koste wat het kost de waardevolle plekken die we nu hebben te behouden. Het voorbeeld van Kytopia heeft laten zien dat steeds weer moeten zoeken naar nieuwe plekken uiteindelijk eindig is. Het behouden van bestaande plekken kost geld, maar vooral commitment van de gemeente en alle andere betrokkenen. Als de gemeente muzikale broedplaatsen echt belangrijk vindt dan moet ze daar ook voor gaan staan in zo'n gebiedsproces. Een inspanningsverplichting is leuk, maar als de huur uiteindelijk te hoog wordt of de verbouwing te duur dan schiet je er niks mee op. Beter is het om dan voor een ontwikkelmodel te kiezen waarbij de ontwikkelaar verplicht wordt de vitale culturele functie te behouden. Dat moet rond te rekenen zijn met andere vastgoedopbrengsten.

Werkplan Huisvesting Creatieve sector

In het Werkplan Huisvesting Creatieve sector wordt gezegd dat Utrecht een creatieve stad is en dat aanwezigheid van de makers en de creatieve ondernemers daarvoor een basisvoorwaarde is. “Zij zorgen voor vernieuwing en innovatie. Zij studeren af aan de topopleidingen, staan op de podia, vullen de musea en galeries en zij zorgen voor werkgelegenheid.” Het plan gaat over de creatieve sector in brede zin, maar is ook van toepassing op de muzieksector. Er wordt geconstateerd dat er te weinig plekken voor deze kunstenaars en de creatieve ondernemers zijn om te maken, te starten en door te groeien. Er is berekend dat er voor de jaren 2018 tot 2020 een vraag is naar 15.000 m² extra bedrijfsruimte voor de creatieve ondernemers.

En wat vindt dB's?

In de eerste week van augustus is het ontwerpbestemmingsplan gepubliceerd voor de delen waar ook het CAB-gebouw deel vanuit maakt. Daarin staat dat dB’s en de zaal in de huidige staat niet voldoen aan de normen die passen bij een ‘acceptabel woon- en leefklimaat’.

Om dB’s en wonen toch naast elkaar mogelijk te maken moet dB’s geluidsmaatregelen treffen, de bedrijfsvoering aanpassen en daarnaast kunnen de normen worden opgerekt. Ook wordt overwogen om dB’s te verplaatsen naar een nieuw bouwblok naast station Zuilen, waar geluidsisolerende maatregelen beter getroffen kunnen worden. Voor beiden geldt echter: tegen welke kosten? En wie gaat dat betalen?

dB’s is op dit moment in gesprek met het consortium over de toekomst in het CAB-gebouw. Met alle betrokken partijen wordt bekeken wat de knelpunten precies zijn, en hoe die opgelost kunnen worden. Of dat gaat lukken is hoogst onzeker. “Er is nog geen enkele garantie van het consortium of NS dat dB’s kan blijven en onze zorgen zijn nog even groot als twee jaar terug”, zegt eigenaar Paul de Brabander. 

Tot en met donderdag 17 september kan er op de plannen worden gereageerd. In het voorjaar van 2021 neemt de gemeenteraad een besluit. Naar verluidt komt er half oktober meer duidelijkheid over de toekomst van het oefenruimtecomplex.

Knelpunten volgens dB's

1. Geluid: dB’s is goed geïsoleerd, maar geluid kent vele sluipwegen. Zorg is vooral of hoge geluids-volumes via funderingen kunnen doortrillen in de geplande opbouw.
2. Publieksstroom: dB’s is open van 10 uur ‘s ochtends tot 2 uur ’s-nachts. Het publiek dat in de late uren dB’s verlaat mag geen overlast bezorgen aan de bewoners.
3. Bereikbaarheid: De nieuwe wijk wordt autoluw, parkeren wordt heel duur, en dat gaat niet makkelijk samen met muzikanten met zware instrumenten en versterkers.
4. Kosten van verbouw: De geplande locaties van woningen vragen om een andere entree, wat gevolgen heeft voor de gehele inrichting zoals die nu is.
5. De nieuwe huurprijs: een lage huurprijs is essentieel voor de exploitatie.
6. Tussentijdse verhuizing: als er verbouwd wordt zal dB’s tijdelijk misschien elders moeten draaien, of stilvallen. Ze willen dit voorkomen

“Er is nog geen enkele garantie van het consortium of NS dat dB’s kan blijven en onze zorgen zijn nog even groot als twee jaar terug.”

Paul de Brabander

Toekomst voor de Utrechtse muziek

Alles hiervoor is min of meer een weergave van de feiten: hoe zijn we hier gekomen en wat zijn de posities en belangen van de verschillende partijen. Utrecht is op alle fronten een muziekstad met een op dit moment nog sterke infrastructuur. Tegelijkertijd zijn we ook een opleidingsstad. Beide zorgen voor een kader waarbinnen talenten zich kunnen ontwikkelen. Jonge muzikanten en organisatoren vormen een belangrijke schakel in de muziekketen. Maar is er voor de muzikanten van vandaag of morgen nog ruimte, als steeds meer plekken dreigen te verdwijnen? En wie durft er nog initiatief te nemen, wetende dat je culturele en financiële investering mogelijk niet echt duurzaam is?

Als muziekplatform met de focus op lokale muziek willen we een lans breken voor de eerder genoemde plekken, zodat acts kunnen bijven oefenen en spelen en nieuwe organisatoren iets op kunnen bouwen. We kunnen een hele rij voor de hand liggende redenen opnoemen maar volstaan met een paar voorbeelden.

In het inmiddels niet meer bestaande HAL16 gaf een piepjonge, maar toen al bekende Martin Garrix zijn eindexamenoptreden op de HBA. Qua carrière was hij al verder dan die rauwe locatie in Rijnsweerd, maar dat was juist wat het zo bijzonder maakte. Er is op dit moment geen andere plek in Utrecht met een vergelijkbare sfeer.

Utrecht heeft een internationaal toonaangevende black metalscene (lees ook dit Engelse artikel uit 2018 van Vice), die bekend staat om zijn variatie en samenwerkingen. Naast de bevlogen muzikanten heeft dit mede te maken met het feit dat er met de Catacomben studio’s en dB’s plekken zijn om te repeteren, elkaar te ontmoeten en shows te spelen.

De optredens van Crack Cloud in 2018 en Shortparis in 2019 behoorden tot de top 5 van die respectievelijke Le Guess Who?-edities (Shortparis zelfs op 1). Zonder iets af te willen doen aan de andere Utrechtse podia hadden die optredens er volgens ons heel anders uitgezien wanneer deze bands niet in het kleine, rauwe, dampende dB’s hadden gespeeld.

Een band als Kensington staat niet in één keer in de Afas Live of de Ziggo Dome. Die zijn ook klein begonnen met spelen in ACU en dB’s en hebben in die laatste – net als in Kytopia - ook geoefend. Om überhaupt te beginnen en door te kunnen groeien is het essentieel dat er in Utrecht zulke plekken zijn.

De waarde van al deze plekken laat zich lastig uitdrukken in geld, en misschien moeten we dat niet proberen maar gewoon vasthouden aan het feit dat een levendige muziekscene niet zonder kan. Toevallig tweette de Engelse DJ, journalist en schrijver Dave Haslam eind juli iets over kleine podia in Engeland dat eigenlijk ook op Utrecht en elke andere (middel)grote stad van toepassing is: “Als je ooit twijfelde over de rol die goedkope ruimtes en kleine podia spelen in de muziek - dit is de plek waar New Order zijn eerste show speelde, in de achterstraten van Manchester, 40 jaar geleden vandaag.”

Wildebeast op Beastfest 2018 @ Stadstuin