Dit jaar viert Patrick Tersteeg twintig jaar Pondertone. Met hem halen we herinneringen op van aan het startpunt van zijn band tot aan het project waar hij nu mee bezig is. Van een optreden van Grandaddy tot een hernieuwde liefde voor de viersporenrecorder waar het allemaal mee begon.

Al snel blijkt dat Tersteeg genoeg herinneringen aan zijn muzikale carrière heeft. Al pratend rijgt hij aan zijn keukentafel de ene aan de andere. Van een optreden van Grandaddy in Ierland en het maken van zijn eerste album onder de naam Pondertone tot zijn meest recente project De Pondertone Tijdmachine.

Had je verwacht de 20 jaar te halen met Pondertone?
“Ja, ik zag het alleen iets anders voor me. Ik vertelde ooit, in een oud interview aan 3voor12 Utrecht, dat ik van plan was om in 25 jaar 20 albums uit te brengen. Op dat gebied ben ik een beetje achter geraakt. Ik had al snel het idee dat Pondertone niet iets was dat ik makkelijk aan de kant kon schuiven. Het is altijd een serieuze bezigheid geweest.”

Wat maakt het tot een serieuze bezigheid?
“Ik kan er dingen in kwijt waar ik in het dagelijks leven niks mee kan. Dat is het belangrijkste. Er zijn periodes geweest dat het schrijven van liedjes therapie was en nu is het een heel belangrijke uitdaging.”

Je zei ooit ‘tegenover alle succes van Pondertone staat een tegenvaller’. Hoe heb je het dan toch zo lang volgehouden?
“Dat vraag ik me ook weleens af. Ik heb regelmatig gedacht ‘moet ik er wel mee doorgaan?’ Gelukkig gebeuren er dan af en toe weer leuke dingen. Zoals de shows die ik heb gedaan met de Jukebox (een coverplaat) en het opnemen met het viersporendeck. Ik probeer uit negatieve situaties wel iets positiefs te halen. Dat is niet altijd even makkelijk, maar als ik altijd bij de pakken neer ging zitten had ik het niet zo lang volgehouden.”

Voor dit interview hebben we je gevraagd naar een paar bepalende momenten. Als eerste op het lijstje stond een concert van Grandaddy in Ierland in 1998. Wat zag je daar?
“Eerst even een stapje terug. Ik had hun cd Under the Western Freeway toevallig gekocht bij Plato. Die was toen de No Risk Disc. Als je ‘m niet goed vond, mocht je ‘m terugbrengen. Ik vond het fantastisch. Een paar weken later ging ik op vakantie naar Dublin en daar zag ik op een poster dat ze zouden optreden in The Mean Fiddler. Op het podium stonden gewoon een paar mannen in slordige T-shirts, ze waren ongeschoren en hadden petjes op. Het had een heel ontspannen uitstraling, maar je merkte wel dat ze best onzeker waren. Als ze hun nummers speelden, klonk het ook wel alsof het muzikaal uit elkaar viel. Maar het ze speelden wel heel verfijnd en met veel gevoel voor detail. Ik vond het heel mooi en ik zag ook dat je op het podium kon staan zonder een gek pak aan te trekken.”

Had jij zelf dan het idee dat je op het podium een gek pak aan moest trekken of je anders voor moest doen?
“Ik heb het altijd ongemakkelijk gevonden of misschien niet helemaal begrepen dat je op het podium helemaal jezelf kan zijn. Ik ben later nog eens de fout ingegaan. Met het album 'From Now On' droeg ik op het podium een heel net pak. Later dacht ik: ‘wat een waanzin, dat is iemand anders die daar staat.’ Toen heb ik het nette pak weer afgeschaft.”

Een ander optreden dat je noemde is Gloricz Jim in een fietsenstalling op de IBB. Wat maakte dat zo bijzonder?
“Ik kende Roel Jorna en Jeroen Pelgrom al omdat we samen voetbalden in het park. In dat fietsenhok zag ik ze voor het eerst muziek maken. Dat vond ik zo mooi dat ik vroeg of ik bij ze mocht bassen als hun bassist ermee op zou houden. Dat gebeurde niet snel daarna. Sindsdien is Roel mijn vaste producer bij Pondertone. “Hij heeft mij tijdens het mixen ook muziek laten horen die ik toen nog niet kende. Dat heeft mij wel beïnvloed. “

Een belangrijke plaat is The Sky is Too High van Graham Coxon. Hoe zit dat precies?
“Graham Coxon maakte die plaat toen hij nog de gitarist van Blur was. Maar op zijn soloplaat klinkt alles precies zoals hij het wil. Als ik mijn ideeën aan de band uitlegde, kwam er nooit helemaal uit wat ik hoopte.”

Waarom duurde het tot die plaat om het op diezelfde manier te doen? Dus zonder tussenkomst van bandleden?
“Dat is een goede vraag. Ondanks dat ik mijzelf het gevoel gaf dat ik zelfverzekerd was, denk ik dat ik toch heel onzeker was. Ik dacht dat ik iemand nodig had, of een hele band, om dingen uit te werken.“Het is niet uit arrogantie dat ik het liever alleen doe. Ik ben bijvoorbeeld geen geweldige gitarist. Ik moet er echt hard voor werken om dingen goed op de band te krijgen. Het voelt gewoon heel fijn om in mijn eigen tempo aan die liedjes te sleutelen.”

Hoe is dat met live spelen?
“Ik heb gemerkt dat ik totaal niet democratisch ben. Ik vind het meestal wel goed wat Roel, Jeroen en Peter aandragen. Het is alleen niet zo dat er wordt gestemd over dingen. Als ik het niet wil, dan gebeurt dat niet.”

In het begin bestond de band naast Tersteeg ook uit toetsenist Tom Swart. Gezamenlijk deden zij in 2001 mee aan De Kleine Prijs van Utrecht. Ze wonnen de hoofdprijs in de categorie ‘singer songwriter’. Als onderdeel van die prijs mochten zij een dag opnemen in de Mailmen studio met Martijn Groeneveld.

Hoe was het om die prijs te winnen?
“Voor we meededen wist ik niet eens dat er iets als ‘singer- songwriter’ bestond. En toen was ik dat dus ineens. We wonnen die prijs tot onze grote verbazing.“Ik zag deze week een filmpje van dat optreden en daarin zeg ik dat het nummer dat we gaan spelen een week daarvoor geschreven is. Dus het was allemaal heel vers.”

Was die studiotijd de belangrijkste prijs?
Ja. In een dag heb ik daar toen een aantal gitaarpartijen en zangpartijen opgenomen. Martijn (Groeneveld, red.) maakte daar een basismix van en dacht dat het toen klaar was, maar toen ging ik met Roel ook allemaal overdubs opnemen én nog twee nieuwe nummers. Uiteindelijk werden het twee of drie dagen. Dat is uiteindelijk 'Silence is Now' geworden. Met dat album hebben we veel bereikt.

In die twintig jaar heeft de band op veel verschillende plekken opgetreden. Iets wat Tersteeg altijd is bijgebleven zijn de twee shows die de band gaf in de bovenzaal van Paradiso.

Wat maakte die optredens zo bijzonder?
“Als je het hebt over sfeer is Paradiso in Nederland het hoogst haalbare van de rock 'n roll. Dan voel je je al zeer vereerd als je in de bovenzaal mag spelen. De eerste keer was in 2004 met een aantal bands van het label Silent Minority. Zij hadden een nummer van ons gekozen voor een verzamelalbum dat bij hen uitkwam.“Van de avond zelf kan ik me niet heel veel meer herinneren, maar het was wel heel gaaf.”

Het tweede optreden van jezelf dat je noemde was het voorprogramma van Kaizers Orchestra. Wat weet je nog van die avond?
“Dat was legendarisch. Het was een volle zaal, of zeker voor driekwart gevuld. We stonden met z’n tweeën op het podium in Tivoli Oudegracht, dat was ook heel bijzonder. Er waren heel veel vrienden en vriendinnen in de zaal. En sowieso was die hele sfeer in de oude Tivoli gewoon fantastisch.“Ik geloof dat we die avond niet eens zo goed hebben gespeeld, maar dat was niet het belangrijkste. Want ik had een mailtje van een jongedame gekregen - internet stond toen nog in de kinderschoenen - die ik naar later bleek al veel vaker had gezien. Toen heb ik haar uitgenodigd om naar ons optreden te komen. Ik heb haar leren kennen en we hebben de hele avond samen doorgebracht. We spraken af elkaar vaker te zien en inmiddels zijn we acht jaar getrouwd en hebben we twee kinderen.

Na 'Silence is Now' verscheen 'Snake & Apacolips'. Daarna werd het stil rond Pondertone. Tersteeg en Swart schreven aan het album 'Fate Presto'. Daarop moesten de nummers komen waar het publiek het meest enthousiast op reageerde. Tien jaar later kwam een ander album: 'From Now On'. Compleet met presentatie in EKKO.

Waarom duurde het zo lang?
“In de tijd hebben we een plaat gemaakt die nooit uitgekomen is. Tom en ik zijn toen liedjes gaan schrijven en arrangeren. We hebben dat gedaan toen we een week in Groningen zaten. Daar hebben we ook demo’s gemaakt en opgestuurd naar Silent Minority. Toen kregen we van het undergroundlabel de legendarische reactie dat we té underground waren.”

En dan moet je op een gegeven moment besluiten om een nieuw album te maken.
“Ik raakte er op een gegeven moment op uitgekeken. Het was geen beslissing van de een op andere dag. Ik kreeg het gevoel alsof ik langzaam gek geworden was. We hadden afgesproken om geen nieuwe nummers te maken terwijl we aan Fate Presto werken. Uiteindelijk heb ik aan Tom toegegeven dat ik toch stiekem een aantal nummers gemaakt had. Toen vertelde hij dat hij dat ook had gedaan. Dat is uiteindelijk From Now On geworden.

Wat maakte het maken van Fate Presto zo vervelend?
“Er gingen veel dingen niet zoals ze zouden moeten. Dan hadden we weer een trompetpartij geschreven en moesten we een jaar wachten tot we iemand hadden die het kon spelen. Colin Benders (Kyteman) zou dat doen, maar het is er nooit van gekomen. Of dan moest ik op zoek naar twee houtblazers en dan waren we de bladmuziek voor die partij kwijt, en op de dag dat we het zouden opnemen waren zij het weer vergeten.”

From Now On presenteerde je in EKKO. Dat album leek wel een succes. Daar werd bij de presentatie goed op gereageerd. Was dat ook echt een succes?
“Het was voor mij niet echt een succes. Het heeft me heel veel geld gekost. Om het te maken heb ik een cultuurlening afgesloten die ik dit jaar pas heb afbetaald. De verkoop liep niet zo goed. Ook bij de presentatie zijn er niet zoveel verkocht. Artistiek gezien was ik er heel blij mee, dus in die zin is het een succes. Financieel totaal niet.”

En toen trokken de platen ook nog krom.
Ja, dat kon er ook nog wel bij. Ik ben een vinylliefhebber, dus het was een grote droom om een echte LP te maken. Dat zo’n bedrijf het dan zo verkloot is echt een nachtmerrie. Ook de manier waarop ze ermee omgingen, was echt waardeloos.”

Vanwege de lening en die kromme LP’s besloot je een benefietconcert voor jezelf te houden.
“Ja, dat was in Theatercafé De Bastaard. Een plek waar ik ook al ruim twintig jaar kom. Dat was leuk om te doen, want sommige liedjes gaan over situaties die zijn ontstaan in dat café of mensen die ik daar heb leren kennen.”

Een andere constante factor in de geschiedenis van Pondertone is kerst. Jaarlijks maakt Tersteeg een cover van een kerstliedje. Vaak verbouwt hij het liedje op zo’n manier dat het meer een aanklacht is tegen het consumentisme dat kerst, volgens hem, in z’n greep houdt.

Het is misschien wat vroeg om het over de kerstliedjes te hebben…
“Nou dat valt wel mee. Meestal begin ik in september aan mijn nieuwe kerstliedje. Vanwege de organisatie van de jubileumshow ben ik er nog niet aan toegekomen. Ik heb al wel een idee.”

Waarom ben je ooit begonnen met het coveren van kerstnummers?
“Ik was er lang van overtuigd dat ik een hekel had aan het spelen van covers. En toen kwam daar de Coverclub. De eerste keer vroegen ze mij of ik een liedje van Herman van Veen wilde opnemen. Ik vond het eigenlijk wel leuk om een liedje helemaal uit elkaar te slopen en het weer in elkaar te zetten zoals ik de dingen benader. Niet lang daarna hadden ze een kersteditie van de Coverclub. Daarvoor heb ik mij met Tom vergrepen aan Stille Nacht, Heilige Nacht. Daar hebben we een enorm naargeestige versie van gemaakt. Toen ging er een jaar voorbij en toen dacht ik: ‘het is eigenlijk wel leuk om weer een kerstliedje te maken’. De eerste zeven of acht keer waren het echt covers, maar daarna ben ik ook zelf teksten toe gaan voegen of ik heb wat aangepast. Volgens mij mag dat niet eens, maar ik vind het belangrijk dat er in die nummers een boodschap zit."

Wil je met die liedjes mensen aan het denken zetten of is het een vorm van je eigen frustratie uiten?
“Met die kerstnummers wil ik mensen aan het denken zetten. Mijn afkeer van kerst zit niet in de religieuze achtergrond en ik vind het heel leuk om met mijn gezin samen te zijn. Het is alleen zo over the top, opgeblazen en gecommercialiseerd. Je mag blij zijn dat we hier eerst nog Sinterklaas hebben, anders was het in augustus al kerst in de supermarkten.”

Om aandacht te besteden aan het jubileum heeft Tersteeg een aantal van zijn Pondertone-nummers opnieuw opgenomen. Hij noemt het project de Pondertone Tijdmachine. Net als in het begin deed hij dat met een viersporenrecorder.

Waar komt het idee van de tijdmachine vandaan?
“Ik wilde iets doen met het jubileum. Ik wilde alleen niet dat het er heel dik bovenop zou liggen dat het ging om hernieuwde aandacht voor de dingen die ik jaren geleden gedaan heb. Een greatest hits zou het niet worden, want die zijn er ook niet. Naar aanleiding van de opnames die ik al had gemaakt met het viersporendeck kwam ik op het idee om de oude liedjes solo te gaan spelen.”

Waarom besloot je om de liedjes voor de ep op een viersporenrecorder op te nemen?
“Voor mijn eerste album (Selotape Frankenstein) deed ik dat ook. Ik had toen zo’n lol. En het klinkt allemaal heel direct. Begin dit jaar heb ik Stefan Breuer gevraagd om vier liedjes uit de Jukebox op te nemen op zijn viersporendeck. Dat was ouderwets leuk. Je hoort het spelplezier van de band. Toen dacht ik dat het leuk was om de liedjes voor de tijdmachine ook op viersporen op te nemen. In eerste instantie wilde ik aan Stefan vragen of ik die van hem mocht lenen, maar dat vond ik onhandig. Toen wilde ik er een huren voor een weekend. Dat was ook niet handig, want het idee is juist dat het altijd klaarstaat en je zo kan opnemen anders moest ik er weer een heel weekend voor vrijhouden. Uiteindelijk ben ik op Marktplaats gaan kijken en heb de eerste de beste gekocht. Hij kraakte een beetje, maar nam wel goed op en speelde goed af. Thuis heb ik ‘m schoongemaakt met contactspray en het was alsof ‘ie gister nieuw uit de doos kwam.”

Wat is er zo leuk aan het opnemen op zo’n ding?
“Het werkt veel fijner dan wanneer ik dingen op mijn werkkamer in moet spelen. Want op een gegeven moment merkte ik dat ik voor mijn werk als ontwerper en voor mijn liefhebberij op dezelfde plek aan het werk was. Ook klinkt het veel fijner, tenminste voor de liefhebber. Je hebt een beetje ruis en af en toe kraakt het een beetje. Het ding doet precies wat ik wil horen.”

Dus de computer komt er niet aan te pas?
“Jawel, als ik vier tracks heb opgenomen zet ik ze in de computer. Maar je kan niet alle vier de tracks tegelijk overzetten. Dus moet ik ze in de computer ook zo neerzetten dat het allemaal synchroon loopt. De overdubs doe ik ook in de computer, maar wel met het viersporendeck als voorversterker.”

Wat maakt de beperking van opnemen op deze manier zo fijn?
“Je zet gewoon vier microfoons neer en je kunt spelen. In een echte studio is een technicus anderhalf uur bezig om het drumstel in te regelen. Dat is echt verschrikkelijk. Ik ben twintig jaar geleden ook begonnen met zo’n tapedeck. Die had ik toen geleend van een vriend. Met dit ding kun je gewoon ’s avonds gaan zitten en een beetje pielen. Dat heb ik heel lang gemist. Vijftien jaar lang heb ik dat gemist.”

Als meest recente hoogtepunt noemde je het samenwerken met je dochter voor het filmpje voor de crowdfunding. Wat maakte dat zo bijzonder?
“Ik had een idee bedacht om een filmpje te maken voor de crowdfunding van de voorstelling en de ep. Op Voordekunst hoort er een filmpje bij. Ik zou dan een nummer playbacken en ik vroeg of mijn oudste dochter wilde helpen. Dat vond ze hartstikke leuk. Ze heeft alles gefilmd. Op een gegeven moment moest ze op een stoel gaan zitten, omdat de iPad toch te zwaar was. En ik zou in dat filmpje dan ook wat vertellen over het project. Als ik dan mijn tekst kwijt was moesten we heel hard lachen. We hebben die middag veel lol gehad.”

De nieuwe ep van Pondertone komt uit als schetsboekje. Er staan niet alleen schetsen en aantekeningen in van Tersteeg, er is ook ruimte voor je eigen aantekeningen. Je kunt het project steunen door een donatie te doen op Voordekunst.