Al snel blijkt dat Tersteeg genoeg herinneringen aan zijn muzikale carrière heeft. Al pratend rijgt hij aan zijn keukentafel de ene aan de andere. Van een optreden van Grandaddy in Ierland en het maken van zijn eerste album onder de naam Pondertone tot zijn meest recente project De Pondertone Tijdmachine.
Had je verwacht de 20 jaar te halen met Pondertone?
“Ja, ik zag het alleen iets anders voor me. Ik vertelde ooit, in een oud interview aan 3voor12 Utrecht, dat ik van plan was om in 25 jaar 20 albums uit te brengen. Op dat gebied ben ik een beetje achter geraakt. Ik had al snel het idee dat Pondertone niet iets was dat ik makkelijk aan de kant kon schuiven. Het is altijd een serieuze bezigheid geweest.”
Wat maakt het tot een serieuze bezigheid?
“Ik kan er dingen in kwijt waar ik in het dagelijks leven niks mee kan. Dat is het belangrijkste. Er zijn periodes geweest dat het schrijven van liedjes therapie was en nu is het een heel belangrijke uitdaging.”
Je zei ooit ‘tegenover alle succes van Pondertone staat een tegenvaller’. Hoe heb je het dan toch zo lang volgehouden?
“Dat vraag ik me ook weleens af. Ik heb regelmatig gedacht ‘moet ik er wel mee doorgaan?’ Gelukkig gebeuren er dan af en toe weer leuke dingen. Zoals de shows die ik heb gedaan met de Jukebox (een coverplaat) en het opnemen met het viersporendeck. Ik probeer uit negatieve situaties wel iets positiefs te halen. Dat is niet altijd even makkelijk, maar als ik altijd bij de pakken neer ging zitten had ik het niet zo lang volgehouden.”
Voor dit interview hebben we je gevraagd naar een paar bepalende momenten. Als eerste op het lijstje stond een concert van Grandaddy in Ierland in 1998. Wat zag je daar?
“Eerst even een stapje terug. Ik had hun cd Under the Western Freeway toevallig gekocht bij Plato. Die was toen de No Risk Disc. Als je ‘m niet goed vond, mocht je ‘m terugbrengen. Ik vond het fantastisch. Een paar weken later ging ik op vakantie naar Dublin en daar zag ik op een poster dat ze zouden optreden in The Mean Fiddler. Op het podium stonden gewoon een paar mannen in slordige T-shirts, ze waren ongeschoren en hadden petjes op. Het had een heel ontspannen uitstraling, maar je merkte wel dat ze best onzeker waren. Als ze hun nummers speelden, klonk het ook wel alsof het muzikaal uit elkaar viel. Maar het ze speelden wel heel verfijnd en met veel gevoel voor detail. Ik vond het heel mooi en ik zag ook dat je op het podium kon staan zonder een gek pak aan te trekken.”
Had jij zelf dan het idee dat je op het podium een gek pak aan moest trekken of je anders voor moest doen?
“Ik heb het altijd ongemakkelijk gevonden of misschien niet helemaal begrepen dat je op het podium helemaal jezelf kan zijn. Ik ben later nog eens de fout ingegaan. Met het album 'From Now On' droeg ik op het podium een heel net pak. Later dacht ik: ‘wat een waanzin, dat is iemand anders die daar staat.’ Toen heb ik het nette pak weer afgeschaft.”
Een ander optreden dat je noemde is Gloricz Jim in een fietsenstalling op de IBB. Wat maakte dat zo bijzonder?
“Ik kende Roel Jorna en Jeroen Pelgrom al omdat we samen voetbalden in het park. In dat fietsenhok zag ik ze voor het eerst muziek maken. Dat vond ik zo mooi dat ik vroeg of ik bij ze mocht bassen als hun bassist ermee op zou houden. Dat gebeurde niet snel daarna. Sindsdien is Roel mijn vaste producer bij Pondertone. “Hij heeft mij tijdens het mixen ook muziek laten horen die ik toen nog niet kende. Dat heeft mij wel beïnvloed. “