Of het ok is als hij zijn telefoon er even bij houdt. Normaal zou die natuurlijk uitgaan, maar de dokter belt zo. Twan van Steenhoven praat er luchtig over, maar het klinkt toch verdomd irritant: hij heeft een afwijkende ader aan de zijkant van zijn hoofd. Daar had ie twee jaar terug al wat aan laten doen, maar sindsdien is het juist erger. Wat dat inhoudt: optreden gaat niet echt, niet te lang in elk geval. En thuis staat zijn bed scheef. ‘Plat liggen gaat niet. Ja, het is irritant, maar laatst was ik in het ziekenhuis en zag ik mensen die het veel erger hebben dan ik. Iemand die acuut naar de EHBO moest omdat hij bijna dood ging, mensen die om de drie maanden geopereerd moeten worden. Geloof me, ik heb echt de vakantieversie van deze kwaal. Ach ja, zo hebben we allemaal onze dingetjes, gelukkig staan er niet zo veel shows.’
Noem het maar ‘gelukkig’. Twan van Steenhoven alias Big2 staat immers graag op het podium. Dat deed hij jarenlang naast Willem de Bruin als The Opposites. Die groep ging uit elkaar en hervond zichzelf weer, maar nieuwe muziek maken Twan en Willem niet meer samen. Willem maakte twee super persoonlijke soloplaten over zijn demonen. Ondertussen lanceerde Big2 achter de schermen de carrière van Antoon en maakte hij drie albums, waarop ook hij een andere kant van zichzelf laat zien. Het derde album verschijnt deze week en heet Hard Hout. ‘Want dat is waaruit ik gesneden ben.’
Op zijn derde solo-album Hard Hout zoekt Big2 van The Opposites de balans tussen de sloopkogel die hij ooit was en de schoolpleinvader die hij nu is. Hij vecht een robbertje met koning alcohol en maakt ons lekker met een waar stuwmeer aan niet-uitgebracht werk dat nog ergens op de plank ligt. Dit in meer in het A La Carte interview.
. Bekijk de kaart
Aperitief: Welke serie kijk je momenteel?
‘Ik ben net klaar met The Reacher op Amazon Prime, een redelijk domme serie over een slechterik die allemaal mensen vermoordt. Entertainment, kijkt lekker weg, al spoel ik de gevechten soms een beetje door.’
Huh, maar dat type serie draait toch juist om de gevechten?
‘Ja, ik vind het ook wel spannend dat er gevochten wordt, maar knieën die dubbelgevouwen worden of kelen die doorgesneden worden hoef ik niet per se te zien. Of soms duurt het me gewoon te lang, dan denk ik: get to the point. Ik heb niet zo veel tijd, want om zeven uur, half acht kom ik naar beneden van het naar bed brengen van de kinderen, en om negen uur slaat mijn televisie uit. Ik heb er een timer op gezet. Als ik dat niet doe blijf ik tot drie uur tv kijken. Mijn kinderen worden elke ochtend vroeg wakker, dus dat is geen slim idee.’
‘Het leuke van The Reacher vind ik: er speelt een hele lange acteur in, Olivier Richters. Ze noemen hem The Dutch Giant, hij is 2.18 en hij woont dus gewoon bij mij in het dorp. Dus ik zit die serie te kijken, ze hem op pauze om even naar de supermarkt te gaan, en kom die gast dus tegen bij de supermarkt. Diezelfde guy die in die serie als een psychopaat iedereen loopt te vermoorden, staat daar gewoon bij de groente. Ik deed alsof ik ook groente nodig had en heb hem aangesproken. Hij reageerde heel lief, een totaal contrast met de rol die hij speelde.’
Amuse: Hoeveel liedjes liggen er van jou op de plank?
‘Het zou me niet verbazen als dat er duizend zijn, in elk geval honderden. En nog veel meer als je de beats meetelt die ik getikt heb.’
Ik hoorde dat de beat van ‘Leef Een Beetje’ al meer dan tien jaar oud is. Heb je nog overzicht van wat je gemaakt hebt? Kun je zo je archief in duiken? Of verdwijnt alles wat niet uitkomt meestal in je achteruitkijkspiegel?
‘Ik luister wel veel van mijn eigen demo’s terug, om te horen of er iets tussen zit wat je bijblijft. Er zitten ook dingen tussen waarvan ik me totaal niet kan herinneren dat ik het gemaakt heb. Ik hoor dat ik het ben, ik hoor dat het mijn beat is, maar ik kan het niet meer plaatsen. Ik hoorde het nieuwe album van Winne en bedacht toen: ik moet ook nog ergens twee demo’s van Feis hebben. We moeten misschien ooit nog eens een Opposites lost tapes doen. Al gooi je dingen natuurlijk ook wel weg om een reden.’
Er was een tijd in je leven dat de hits er achter elkaar uit floepten, met Willem. Zou het kunnen dat daar nog iets heel goeds van ligt?
‘We hadden zeker niet door op wat voor rijkdom we zaten. Ik heb wel een rijke map The Opposites tracks die wel eens opgaan in de auto of op een feestje. Nummers waarvan vrienden zeggen: zet die nog eens op. Een track met Bas Bron bijvoorbeeld. Soms zijn het tracks die twintig jaar geleden grappig waren en nu cancelbaar, veel te vrouwonvriendelijk, te lomp. In die tijd vonden we dat fucking lachen.’
Op je nieuwe album staat de track ‘Gouden Tijden’, een nostalgisch nummer. Heb je daar dan ook een beat van way back voor gepakt?
‘Nee, die beat is nieuw. Ik pak toch meestal iets nieuws. Het archief duik ik vooral in als ik iets nodig heb voor een liveshow. Een maatje van mij heeft ooit gezegd: Big2, je hebt back-ups nodig. Ja ja, whatever. Bij hem klop ik nu elke keer aan als ik wat nodig heb.’
Voorgerecht: Welk moment zou je willen herbeleven?
‘Lowlands Alpha. Ik heb daar meerdere keren mogen staan, en het is het summum van alles. Ik droomde er al van om daar te staan toen ik tien was. Het is een plek waar echte muziekliefhebbers zijn. Het is het hol en het hart van de leeuw. De nieuwe Alpha, de oude Alpha, dat maakt mij niet uit.’
Was je zenuwachtig de eerste keer? Dat moet 2010 zijn geweest. Ik zat thuis want mijn vriendin stond op het punt te bevallen. Jullie speelden al vroeg, op vrijdagmiddag, en het dak ging eraf.
‘We waren zeker zenuwachtig, maar ook zelfverzekerd. Het is daar zo groot. Ook toen we voor het eerst op het Museumplein stonden met Koningsdag, mensen zo ver je kon zien. Dat je dan voordoet dat mensen hun handen van links naar rechts moeten doen en het ook daadwerkelijk gebeurt. Als dat voor de eerste keer lukt, is echt kippenvel. De eerste keer Paradiso was ook zo’n moment. Opkomen en beseffen: holy shit, ook de balkons staan helemaal vol. Dat was ook zo bij de eerste keer Alpha. We hadden het album Slapeloze Nachten helemaal gemaakt met de Alpha in gedachten. Daar moest het werken. Dat jaar duurde het heel lang voor Lowlands bevestigd werd. Er kwamen steeds andere festivals bij en ik was pissed: ja maar, als we daar staan worden we niet geboekt voor Lowlands. Tot ‘Sukkel Voor De Liefde’ uitkwam, toen waren ze overstag.’
Tussengerecht: Is Antoon je zoon of je tweede jeugd?
‘Een beetje van beide. Hij zegt zelf altijd dat ie me als een grote broer ziet, maar ik ervaar het zelf meer als een zoon. Al heeft hij een geweldige vader die zeer betrokken is en is hij natuurlijk al 23. Ik beleef dingen door zijn ogen, ook dingen waarvan ik zelf weet dat ik ze achteraf graag anders had gedaan, als iemand dat tegen me gezegd had. Bijvoorbeeld: ga af en toe even mediteren. Er zijn zoveel prikkels om je heen de hele tijd, Tiktok, Instagram. Als je alcohol gaat drinken, besef dan wanneer het kan. Willem en ik waren altijd gas erop. Het zit hem ook in kleine dingen hoor, nuances.’
Is werken met Antoon ook een manier om verhalen te vertellen die niet meer bij jou passen?
‘Dat klopt. We lijken in veel opzichten op elkaar, maar hij is wel echt een andere artiest. Ik vind het leuk om te bedenken: als je nou dit zegt, vinden de meisjes het leuk. Een beetje arrogant maar ook stoer, een dun lijntje om overheen te lopen. Dat vind ik super leuk om mee te spelen. Hij is een boy wonder.’
Luistert hij naar je?
‘Zeker. Je hebt artiesten, gooi je er een gulden in, krijg je een kwartje terug. Bij hem is het een gulden erin, een knaak eruit.’
Je rapt deze plaat best veel over alcohol. Vaak tussendoor, meestal over de balans en één keer over een gast die met een kwade dronk voor het huis van zijn ex staat.
‘Dat is gelukkig wel fictie. Ik heb wel lange tijd haat gehad tegenover de manier waarop alcohol gepusht wordt in onze maatschappij. Dan zag ik mensen om me heen waarvan ik dacht: ik zou willen dat ze niet zoveel zouden drinken. Op een gegeven moment gingen mijn ouders scheiden, mijn familie viel langzaam uit elkaar en in vijf jaar tijd ging een hele lijst mensen dood. De hele foundation waarop mijn generatie gebouwd was viel weg. Toen kreeg ik besef: ik moet mijn schouders eronder zetten. Toen ben ik een tijd gestopt met drinken. Toen mijn kinderen kwamen en die van mijn broertje viel er iets van druk weg, er was weer nieuw leven. Het voelde alsof ik een belangrijke taak naar mijn ouders volbracht had. Ik wist in die tijd niet zo goed wat ik zocht, maar ik wist wel dat oplossing niet in de afgrond lag. Nu drink ik af en toe wel weer eens, maar dan weet ik dat ik de maand erna weer rustigaan ga doen. Thuis drinken doe ik nooit, want van alcohol ga ik aan. Eén drankje en ik sta in de stand: doe mij een pakje peuken, we gaan naar de Lux!’
Hoofdgerecht: Geld of erkenning?
‘50-50 denk ik’.
Toch wel? Het politiek correcte antwoord is natuurlijk: ik doe het niet voor het geld, ik wil dat mijn muziek landt.
‘Ja, maar toen ik kinderen kreeg ging bij mij de knop om. Toen dacht ik: ik moet een miljoen op de bank hebben staan. Toen mijn vriendin met die zwangerschapstest aankwam heb ik eerst 24 uur niks gezegd, bek vol tanden. Daarna is de ondernemer in mij wakker geworden. Daarvoor was ik niet zo met geld bezig. Ik zal niet zeggen dat ik het niet belangrijk vond, maar toch anders. Nu wil ik iets voor mijn kinderen achterlaten. Ik wil mezelf ten volste waard zijn. Ik werkte in die tijd net met Antoon, en toen kwamen de eerste vragen: wil je niet weer eens wat met The Opposites doen? Dat was een groot ding, want Willem en ik hadden elkaar jaren nauwelijks gesproken. Toen begon het wel weer te kriebelen. Ik wilde mezelf wel weer op de borst kloppen en zeggen: dit is wie ik ben.’
Maar deed je dat dan puur voor het geld?
‘Ja, nee. Ik had ook wel echt het gevoel: dit wordt superleuk. Geld was zeker een onderdeel, maar ik voelde ook weer echt liefde.’
Met je solocarrière gaat het, sorry dat ik het zeg, niet zo heel snel gebeuren dat je in de Lowlands Alpha staat. Brutale vraag: waar verdien je meer aan? Aan je eigen muziek of Antoon?
‘Ik denk dat een tiende van mijn inkomen uit mijn solomuziek komt. Voor de rest is het 50-50 tussen The Opposites en Antoon. Met Antoon heb ik inmiddels net zo’n discografie als met The Opposites, en die liedjes worden veel op de radio gedraaid. De eerste paar jaar zat hij ook op mijn label.’
Kaas: Waar gaat je nieuwe album nu echt over?
‘Ik denk dat het gaat over als ouwe sloopkogel gebalanceerd het gezinsbestaan leven. Of nou ja, sloopkogel. Ik heb wel eens collega-artiesten op het Leidseplein aan de hand gehouden omdat ze niet meer recht konden zien van de drugs, zo ben ik nooit geweest. Maar ik ben wel uit hardhout gesneden.’
Zie je het al terug bij je kinderen?
‘Nee, ik denk dat ik een goede partner heb gekozen. Mijn vriendin is heel rustig en relaxt.’
Dessert: Aan welk advies had je echt iets?
‘Ik weet nog een conrector op de middelbare school. Ik werd er bijna dagelijks uit gestuurd omdat ik weer ruzie had met mijn leraren. Daar zat ik weer, in zijn kantoortje, en met de weinige macht die ik had probeerde ik hem te overtuigen van het onrecht dat mij was aangedaan. Die gozer zei tegen mij: je kunt de wereld niet veranderen, alleen jezelf. Toen besefte ik dat ik strategischer moest zijn. De leraar waar ik de grootste hekel aan had, daar heb ik wel vaker over gerapt. Hij gaf economie. Hij zei altijd tegen me: hé ventje. Dat zit in het intro van ‘Dr Lekker Aan’ op ons eerste album De Fik Erin. Daar rap ik over dat ik de hele school overhoop schiet.’
Waar kwam die boosheid vandaan?
‘Goede vraag, ik weet het niet. Ik was boos op alles en iedereen. Toen ik een jaar of tien was ging ik naar de derde basisschool, en daar klikte het gewoon niet meer. Met de klas niet, met de leraren niet. Ik was moe van het aanpassen. Ik voelde: oh jij bent hier de coole guy, jij bent de grappige, whatever. Maar de dingen die je het kutst vindt vormen je ook. Ik ontwikkelde een middelvinger, en ik kreeg respect voor de korte lijst van leraren die het wel in mij zagen. En toen ik veertien was dacht ik: ik ben wel Big2 van The Opposites, jullie weten het alleen nog niet. Als ik nu terugkom op die school word ik wel zo ontvangen. Dus toch erkenning.’