Stilte.
‘Die roddelpers… ik twijfel wat ik erover moet zeggen. Want het doet me zeker wat, maar ik wil niet… Het is een gekke keerzijde van de muziekindustrie, al helemaal met telefoontjes en social media en de toetsenbordridders die er rondlopen. Ik moet me soms wel aanpassen aan het leven waar ogen zo op me gericht zijn. Ik ben vaak alert dat mensen naar je kunnen kijken, dat er overal telefoontjes zijn. Ik kijk altijd: oh, wie zit er naast me? Wil ik dat mensen om me heen kunnen horen wat ik zeg? Ik zie mijn leeftijdsgenootjes lekker stuntelen en het leven ontdekken en vallen en opstaan, en soms voel ik niet de ruimte om dat te doen. En het is ook maar net hoe erg je je daaraan toegeeft, hè? Ik merk bij Karel dat hij het heel goed kan loslaten.’
Jij moet er natuurlijk ook al sinds je achttiende mee dealen dat roddelbladen allerlei onzin over je opschrijven, terwijl hij pas twee jaar zo in de spotlight staat. En het beeld dat Goldband uitstraalt, is misschien ook meer: “We doen lekker wat we zelf willen, en wat jullie ervan vinden maakt ons geen fuck uit.”
‘Ja, dat klopt wel. Ik zie hoe weinig dingen hem soms kunnen boeien. Dan denk ik: “Oh, wat heerlijk! Ik zou wel willen dat ik dat meer had.” Maar het is wel heel fijn dat wij dat stukje met elkaar kunnen delen, dat hij mijn onzekerheden heel goed begrijpt en me op een hele veilige, warme en supportive manier kan helpen. Ik heb altijd heel veel bullshit gehoord en dat maar gewoon ingeslikt. Ik ben ook niet iemand die snel zijn bek opentrekt of boos wordt, ik implodeer eerder. Focus op wat er wél toe doet. Maar je slaat het toch ergens op in je lichaam. Het móést eruit, daarom schreef ik erover.’
Daar gaat Paranoïa over, hè? Gek worden van de roddelpers, van types die via social media op zoek zijn naar sappige roddels. Ik vond het zo typisch dat een BN’er vervolgens bij een praatprogramma zat om zijn mening te geven over je nummer… en hij suggereert dat het over je drugsgebruik zou gaan. Terwijl dat nummer gaat over gasten zoals hijzelf!
‘Ja! Ik durf mezelf niet eens te googlen omdat ik bang ben welke gekkigheid ik zou zien. Ik hou van open en eerlijk zijn, mooie gesprekken, kwetsbaar durven zijn. Maar soms lukt me dat niet.’
Ze valt weer stil…
‘Dit is zo confronterend, want ik vind heel vaak interviews ook niet meer zo leuk, omdat ik denk: “Wat wíl iemand van mij?” Ga je me in mijn kracht zetten, of gaat het om clickbait? Hoe gaat dit antwoord er straks uit zien? Ik zou het mezelf wel gunnen om dingen iets meer op zijn beloop te laten, iets minder controle te willen hebben op alles.’
En waarom zou je dat niet doen?
‘Ja, dat is een beetje de marionet waar ik over zing in Paranoia, dat het voelt alsof je de regie kwijt raakt, dat mensen een verhaal verzinnen en mijn naam daarop plakken. Het voelt gewoon zo krom en raar, en daar gaan mensen dan hun mening op baseren.’
Dat lijkt me heel pijnlijk voor je: óf je zegt niks en laat je vrijheid inperken, óf je zegt wel wat, en allerlei roddelmedia gaan wat je zegt uitvergroten of uit de context trekken.
‘Ja, dat is misschien waarom ik ook zo struggle met zo’n vraag.’
Stilte.
‘Ja, ik wil er toch graag wat meer over zeggen. Afgelopen jaar werd er opeens overal gezegd dat het heel slecht met me zou gaan, dat ik ergens in de goot zou liggen en allemaal drugs zou gebruiken. Waar de fuck halen ze dat vandaan?! Ik was letterlijk aan het chillen op reis, op de Filipijnen met Karel, ik zat met een kokosnoot in mijn hand en dan krijg je ineens zo’n bericht binnen. De snelheid waarmee dingen hun eigen leven gaan leiden en mensen hun eigen conclusies trekken op bijvoorbeeld even niet optreden en weinig op Instagram plaatsen…. Het is zo gek om zoiets terug te lezen. Ik hoopte dat zo’n berichtje weer zou overwaaien, maar het werden er juist steeds meer, en langzamerhand begonnen ook mensen uit mijn eigen kringen me actief te appen: “Hey, gaat het wel goed met je?” Het voelt alsof er een sticker op mijn rug wordt geplakt. Ik denk: haal het van me af!’
Ze zucht. ‘Oké, klaar!’