Zoals het een Rotterdammer betaamt, maakt Niek Hilkmann van iets ‘lelijks’ iets moois. In zijn knoestige gitaarpopliedjes licht hij uit wat normaliter onderbelicht blijft: de Afsluitdijk, de Turbo Polyp en gedwongen gezelligheid. Vandaag verschijnt zijn album bij Excelsior Recordings, volgende week speelt Hilkmann met zijn kwartet in 3voor12 Radio. 

Op vakantie in eigen land. Als er iets is wat we het afgelopen jaar meer dan ooit deden, is het dat het wel. In Nederland kent genoeg vakantieplekken: Giethoorn, Volendam, Kinderdijk, Rennesse. Plekken waar we allemaal een ideaalbeeld van hebben waar we wel eens een ansichtkaart van hebben gezien. De Rotterdamse Niek Hilkmann is gefascineerd door dergelijke plekken. En het gaat hem dan niet eens zozeer om die plekken zelf, zo vertelt hij, ‘maar de transformatie die de plek doormaakt als je er een ansichtkaart van maakt. De kaart zelf is net vaag genoeg om bruikbaar te zijn als memento. Het heeft dus iets onnatuurlijks, vooral als het er altijd zomer op is. Ze verwijst naar iets dat al gebeurd is, maar wellicht ook nooit zo was; een soort collectieve herinnering. Wellicht is de onbereikbaarheid van die ideale toestand, dat geromantiseerde verleden, ook wel hetgene wat ik probeerde te overbruggen door zelf even ansichtkaartfotograaf te worden.’ Zulke ansichtkaart-foto's schoot Hilkmann dus ook voor de cover van zijn debuutalbum. Maar het zijn foto's van plekken die normaliter de kaart nooit halen. Plekken die anderen als lelijk zouden ervaren. De Afsluitdijk bijvoorbeeld, windmolens langs het strand, een toiletgebouw bij een aanlegplaats. 

Iets 'lelijks' tot kunst verheffen: in de Rotterdamse underground waar Hilkmann deel van uitmaakt is dat een belangrijk thema. En Hilkmann zit al lang in die underground. Zo maakte hij muziek als Yoshimi!, maakte hij een voorstelling rond een groot bewegend panorama dat op festival De Parade te zien was, én schrijft hij een boek over Floppy Disks, waar hij eerder al een festival aan wijdde. Ook werkt hij al jaren samen met Lewsberg-brein Arie van Vliet. Die doet ook weer mee op dit album. ‘Arie en ik kennen elkaar al heel erg lang. Misschien al wel tien jaar. We zijn samen het avontuur in Rotterdamse ondergrondse aangegaan. Zo speelden we samen met Ricky de Sire, koning van de Nederlandstalige rock 'n roll.’ Excelsior bracht een compilatie van hem uit, en zo belandde ook Hilkmann bij het indielabel.

Vandaag verschijnt dus Teken aan de wand op Excelsior Recordings. Nederlandse pop zonder poespas, met een bepaalde rauwe ongekunsteldheid geïnspireerd door eind jaren zeventig nederpunk. Hilkmann en zijn kwartet (met ook ex-Rats on Rafts-drummer Joris Frowein) namen de plaat live op. Had hij thuis nog de neiging om zijn sound steeds complexer te maken – en laag na laag toe te voegen –, met de band werd het credo: een simpele gitaarsound en dito taalgebruik.

Hilkmann is namelijk gefascineerd door de Nederlandse taal en het versimpelen ervan. Hoezeer kun je de taal van zijn franjes ontdoen? Hoe kun je de poespas achterwege laten? ‘In gesprekken val je al snel terug op stoplappen, bepaalde gezegden om je punt te maken.’ En die stoplappen, daar wil hij juist vanaf. In eerste instantie schiet je wellicht in de lach bij zinnen zoals 'Tu-tu-tu-tu-tu-tu-tu-tu-tu-tu-tu-tu-turbo Polyp – zo met zo’n zwiep' of 'De maan zingt vals / Zoals elke keer / Hij speelt met een band / Schelle tonen klinken uit elk instrument'. Maar Hilkmann is bloedserieus. ‘We houden niet van ironie, dat proberen we absoluut niet te doen. In simpliciteit kan je uitdrukking geven aan dingen waar je anders aan voorbij zou schieten als je het complexer zou maken.’

Eén van de thema’s die voorbij komt is amusement, zoals op ‘Gezelligheid’. Op de cover zien we een fontein in het centrum van het dorpje Gulpen, bekend van het gelijknamige biermerk. Gek genoeg draait het in dit nummer niet om bier als sociaal bindmiddel, eerder om opgedrongen gezelligheid. ‘Tot twee jaar geleden dronk ik geen bier op feestjes, alleen een glas sinaasappelsap. Als je mensen wil irriteren moet je dát vooral doen. De samenleving drijft erg op een specifiek idee van gezelligheid, die heeft iets normatiefs. Want een oproep tot gezelligheid kan ook heel erg dwingend zijn. Niet iedereen heeft daar altijd zin in.’ Een terrasje pakken of een kermisattractie bezoeken, bijvoorbeeld. Dat moeten we maar gezellig vinden met zijn allen, dáár moeten we ons geld kennelijk aan uitgeven in Nederland. ‘Dat kan niet op elke manier bevredigend zijn. Dat we dit liedje erover maken is eigenlijk een kleine vorm van verzet.’

Over die kermisattracties gesproken, Hilkmann brengt op deze plaat een bijzondere ode aan de 'Turbo Polyp'. ‘Zelf heb ik niet zo’n fascinatie met die attractie, ik vind de kermis al snel nogal lawaaiig. Maar ik zag dat een jongen in Man Bijt Hond de attractie helemaal na bouwde met Lego. Waarom zou je zo specifiek geïnteresseerd zijn in die specifieke attractie? Er zijn zelfs mensen die hard gaan op websites zoals Kermistransport, waarop foto’s staan van attracties die niet geassembleerd zijn. Veel mensen vinden het kennelijk moeilijk om deel te nemen aan de maatschappij, ze focussen op iets héél specifieks om grip te krijgen op de wereld. Met ‘Turbo Polyp’ probeer ik uit te zoeken wat ik daar nou werkelijk van vind.’

Vandaag verschijnt het debuutalbum van Niek Hilkmann. Volgende week woensdag speelt zijn kwartet live in 3voor12 Radio.

Niek Hilkmann Kwartet