De grote bands? Die zullen zich natuurlijk niet laten tegenhouden door de Brexit. Coldplay blijft wel touren, concluderen promotors, agenten en boekers. Maar kleine bands die de Noordzee oversteken (vanuit Engeland naar Europa of vice versa) zullen de Brexit-regels – voor zover bekend – als een ontzettend hoofdpijndossier ervaren. Om maar wat simpels te noemen: je moet voortaan elke trip weer een ATA-carnet aanvragen (a € 220,- naast een premie afhankelijk van de waarde van je apparatuur), een soort paspoort voor je spullen. Daar moet je al je gitaren, versterkers en drumkit in aangeven. En goede kans dat dat elke keer weer door de douane wordt gecontroleerd als je een grens oversteekt. Nog zoiets: wil een Britse band merch verkopen op tour door zeven Europese landen? Dan zal die technisch gezien in zeven landen voor BTW-doeleinden moeten registreren.
Was het voorheen nog gemakkelijk om als Brit in Amsterdam of Berlijn te gaan wonen om je onder te dompelen in de muziekscene – of andersom –, nu moet je daar al gauw een visum of werkvergunning voor aanvragen. Al dat papierwerk kost tijd, geld en kennis, en daar schort het bij nieuw talent vaak aan. Als de kleinere artiesten daar geen ondersteuning in krijgen, is er een grote kans dat die niet meer zomaar voor een losse show naar Europa (of andersom, naar Engeland) zullen vertrekken. En dat zou desastreus voor talentontwikkeling zijn.