Begin dit jaar, toen de coronacrisis zich in volle hevigheid over de cultuursector uitstortte, nam Lodewijk Asscher het woord. Hij citeerde in een debat de Britse leider Winston Churchill. Of nou ja: hij citeerde een anekdote die onterecht aan de premier wordt toegeschreven, maar die volgens Asscher te belangrijk is om daarmee af te schrijven. Middenin de Tweede Wereldoorlog adviseerde men Churchill te bezuinigen op cultuur. Niet belangrijk, in elk geval niet in tijden van oorlog, was de gedachte. Churchill weigerde en stelde: ‘Then what are we fighting for?’
Met die politieke overtuiging manifesteert Asscher zich deze coronacrisis als oppositieleider op het gebied van cultuur, gesteund door met name SP en GroenLinks. Ook deze week heeft Asscher zich weer geërgerd over de manier waarop het kabinet harde maatregelen voor de podiumkunsten presenteerde. ‘Cultuur is in de Nederlandse politiek stiefkinderlijk bedeeld’, zegt hij. ‘Omdat rechtse partijen denken dat het een linkse hobby is, en omdat deze minister blijkbaar denkt dat stille diplomatie effectiever is dan deze groep te representeren. Ik denk dat dat een fout is.’
Zwarte sluier
Even recapituleren. Sinds maart van dit jaar hangt het coronavirus als een zwarte sluier over evenementen en de podiumkunsten. Festivals werden massaal afgelast, concertzalen moesten in eerste instantie helemaal dicht. Vanaf 1 juni begon er voor theaters en popzalen langzaam weer licht aan de horizon te gloren. Eerst mochten zalen dertig bezoekers ontvangen, vanaf 1 juli verdween die limiet, zolang bezoekers zitten en anderhalve meter afstand houden. Dat betekende dat concertzalen langzaam weer aan het werk kunnen, maar niet met de bestaande programmering. Internationale artiesten touren nauwelijks, en shows van Nederlandse acts moesten opnieuw geproduceerd worden met de nieuwe maatregelen. Zo werden de laatste maanden zo goed en zo kwaad als het ging nieuwe tours uit de grond gestapt. Dat gaat niet van de ene op de andere dag. Het kost tijd om te investeren in veilige protocollen, tours moeten aangekondigd worden, kaartjes verkocht. Maar goed, het mag weer, en voor zover we nu weten gaat dat zo goed dat geen enkel concert leidde tot een corona-brandhaard. Toch kan al dat werk in veel gevallen nu weer de prullenbak in: concertzalen worden weer gelimiteerd tot dertig bezoekers, slechts een enkel podium krijgt daarvoor een ontheffing.
Lappendeken
Dat was althans wat het kabinet afgelopen maandag aankondigde. In de loop van de week moesten podia en theaters afwachten hoe hun veiligheidsregio zou oordelen: welke locaties krijgen een ontheffing, hoeveel mensen mogen er vervolgens in de zaal? Het leverde een lappendeken aan beslissingen op. Amsterdam kondigde in eerste instantie aan geen ontheffingen te geven, maar kwam een dag later toch met tien instellingen. Paradiso en Melkweg hoorden daar wel bij, maar grote zalen met strakke protocollen als ZiggoDome en AFAS Live niet, evenals nachtclubs met aangepast programma, zoals de Marktkantine en Radion. In de regio IJsselland (Zwolle/Deventer) koos de burgemeester ervoor alleen theaters te honoreren, geen enkele concertzaal. In Nijmegen viel Doornroosje buiten de boot. En bioscopen? Die werden in geen enkele regio aangewezen als belangrijke cultuurinstelling.
Nog voor de chaos rond de ontheffingen in de podiumkunsten deze week losbarstte, lagen er al Kamervragen van de PvdA: hoe kan er zoveel onduidelijkheid zijn, zijn er eigenlijk wel richtlijnen verstrekt, en wordt er gewerkt aan extra steun voor de cultuursector? Het was dan ook niet moeilijk om de rotzooi te zien aankomen, vindt PvdA-leider Lodewijk Asscher. ‘Je moet van tevoren nadenken: zo gaan we het doen.’
Het kabinet moet scenario’s bedenken voor de cultuursector
Had dat anders gekund? Jazeker, denkt Lodewijk Asscher. ‘Dit is het probleem met hoe het kabinet met deze crisis omgaat. Het kabinet moet scenario’s bedenken voor de cultuursector. Als de besmettingen in een regio boven een bepaald punt gaan, doen we dit, als we landelijk boven een bepaald punt komen doen we dat. Als we de groepsgrootte beperken, wat betekent dat dan voor de bioscoop, voor het theater? Bij sport was daar kennelijk wel over nagedacht, bij theaters en concertzalen niet. Dat kan niet. Je moet van tevoren nadenken: dit gaan we doen. Nu is het perspectief - dat al niet best was - grimmig en zwart. Deze maatregelen zullen geen drie weken duren, althans daar lijkt het niet op. Dan ben je gewoon verplicht om op basis van criteria te zeggen: zo denken we dat het veilig kan, dit vragen we aan extra maatregelen. Je moet daar een coherente lijn in kiezen, waardoor voor iedereen dezelfde criteria gelden, in plaats van dat de ene burgemeester cultuur belangrijker vindt dan de ander. Je kunt natuurlijk zeggen: wij willen vanuit veiligheid overal alleen dertig mensen binnen. Dat is niet leuk, maar wel helder. Maar als theaters wel open mogen, en de bioscoop niet, krijg je willekeur. Bioscopen worden in de meeste gevallen niet gesubsidieerd, maar dat betekent niet dat film geen cultuur is.’
Geen daadkrachtige indruk
Zo’n set scenario’s, of een routekaart, heeft minister Ingrid van Engelshoven van OCW tot nu toe steeds afgehouden. In april wees ze een interview met 3voor12 af omdat het ‘te vroeg’ was om over zo’n stappenplan na te denken. Ook het tweede steunpakket voor de cultuursector in augustus ging niet gepaard met een duidelijke visie. Achter de schermen maakt de minister geen daadkrachtige indruk. De field lab experimenten die ze beloofde leveren tot nu toe niets op, en ook bij deze nieuwe set maatregelen is Van Engelshoven onzichtbaar. Asscher: ’De minister had moeten zorgen dat ze allang met de veiligheidsregio’s en de cultuursector had overlegd: wat doen we als het slechter wordt? Het tweede dat ze had moeten doen is afdwingen dat bij de persconferentie gesproken werd over het belang van cultuur voor onze samenleving. Deze maatregelen hebben een enorme impact. En ze had moeten aankondigen met aanvullende steun te komen voor instellingen die hard getroffen zijn.’
Experimenteren met manieren om het leven terug te krijgen
Of zo’n derde steunpakket er komt is de vraag. Het tweede pakket - dat amper twee maanden oud is - moet nog landen. De PvdA diende wel een motie in waarin het kabinet gevraagd wordt steun te bieden aan sectoren die nu het zwaarst getroffen zijn: evenementen, horeca en cultuur. Dinsdag komt die motie in stemming. Volgens Asscher is het zaak om - zodra de curve weer omgebogen is - zo snel mogelijk te experimenteren met manieren om het normale leven deels terug te krijgen. ‘Ik denk dan bijvoorbeeld aan sneltests. Als we er in slagen op grote schaal tests beschikbaar te stellen die binnen een uur uitslag geven, worden festivals ineens weer haalbaar. Dat is een politieke keuze, want we moeten debatteren over de vraag waar we de beschikbare sneltests inzetten. Ik zou zelf denken: de zorg, het onderwijs, maar ook cultuur. Tegelijk dreigt zoals met zoveel dingen in onze hyperkapitalistische samenleving deze keuze aan de markt overgelaten te worden, als grote bedrijven de sneltestcapaciteit opkopen. Daarom moet je nu een visie formuleren: hoe gaan we het mogelijk maken dat mensen hun werk weer kunnen doen? En sneltests zijn dan één van de meest logische scenario’s.'
Kroonjuwelen
Asscher waarschuwt er intussen voor dat festivals onterecht vaak neergezet worden als ‘zomer-zuip-activiteiten’. Hij ziet dat ook deze week weer veel kroonjuwelen uit het subsidiestelsel - schouwburgen, grote theatergezelschappen en klassieke concertzalen - ontheffingen krijgen, terwijl evenementen, nachtclubs en bioscopen niet serieus genomen worden. ‘Ik ben daar heel bezorgd over. We hebben het over zowel jonge makers als jong publiek. Voor een theater als Frascati - dat zich richt op nieuwe makers - dreigt alles nu de verkeerde kant op te vallen. En festivals zijn voor jonge generaties een heel belangrijk onderdeel van de cultuurbeleving. Kijk, het is terecht dat nachtclubs dicht zijn, die zijn echt gevaarlijk. Maar ik hoor het kabinet er niet over, ik hoor geen empathie met makers en bezoekers aan die kant van ons culturele leven. Terwijl Nederland daar hartstikke goed in is, dat is evident. Ik vind het een gemiste kans dat in beleidsstukken verjonging een belangrijke ambitie is, terwijl dat in de maatregelen lijkt te worden tegengewerkt.’
Hard en bot
Is de cultuursector in Nederland niet inmiddels onherstelbaar beschadigd door deze crisis? Honderden banen gingen al verloren, een heel seizoen aan inkomsten verdampte. Asscher: ‘Ook dat is een politieke keuze. Dat verloren seizoen komt niet meer terug, mensen gaan niet naar drie voorstellingen per dag als het straks weer mag. Maar de vraag is of we de sector als geheel, dat fragiele systeem van wereldtop en kleine makers, professionals en amateurs, kunnen laten overleven? We zitten nu in de fase dat het eigenlijk al te laat is voor maatregelen. Dat je hard en bot moet ingrijpen, en je moet afvragen of dat nu wel hard genoeg gebeurt. Maar als er straks weer een fase komt waarin de besmettingen laag zijn, moeten we experimenteren met manieren om het leven terug te krijgen. Ik geloof niet in het nieuwe normaal waar we elkaar nooit meer zien, nooit meer leuke dingen doen en niet meer van cultuur kunnen genieten.’