In Nederland staan we al bijna een jaar droog wat festivals betreft en ook de landen om ons heen zijn, op zijn zachtst gezegd, terughoudend wat muziekevenementen betreft. Het Caprices Festival in Zwitserland gaat daarentegen gewoon door en er wordt gefeest alsof het 2019 is.

Wie in pandemiejaar 2020 een enigszins volwaardige festivalbeleving wil ondergaan, moet het hogerop zoeken. Zo’n twee kilometer boven zeeniveau, om precies te zijn. Op de berg Cry d’Er, in de gemeente Crans-Montana, vindt de zeventiende editie van Caprices Festival plaats, uitgesmeerd over twee weekenden in september. Crans-Montana is zo Zwitsers als je je maar kunt indenken. Het ligt op een bergplateau boven het Rhônedal, op een hoogte van 1500 meter, en is volledig omringd door machtige bergtoppen die het grootste deel van het jaar vol sneeuw liggen. Tijdens een wandeling door het Zwitserse plaatsje kom je voortdurend van die typische houten alpenchaletjes tegen (ook wel Heidi Hausen genoemd), enorme naaldbomen, edelweiss, helblauwe meren en op de achtergrond hoor je de kalmerende klanken van de koebellen van grazend vee. Alsof je dwars door een Milka-commercial loopt. 

Hoewel enerzijds idyllisch, is Crans-Montana anderzijds een toeristische trekpleister, volgeplempt met hotels, golfbanen (waar een celeb als Justin Timberlake wel eens een balletje komt slaan, als we een van de aanlokkelijke brochures mogen geloven) en er zijn boetiekjes van alle denkbare Zwitserse horlogemerken. Het toerisme bereikt zijn piek tijdens het wintersportseizoen, met talloze skipistes. Het Caprices Festival is nog zo’n toeristische attractie. Normaliter vindt het dancefestival in april plaats, wanneer de bergtoppen nog volledig wit zijn, maar net zoals alle festivals dit jaar kon Caprices geen doorgang vinden vanwege de uitbraak van het coronavirus. 

De organisatie besloot het festival niet af te gelasten, maar door te schuiven naar een latere datum. 'We hebben in april al besloten dat we een editie in september wilden doen', beweert Joseph Bonvin, festivaldirecteur van Caprices en tevens hotelmanager en lokaal gemeenteraadslid. 'Volgend jaar gaan we sowieso weer een editie in september doen, want we willen dat het toeristische seizoen langer duurt.' Nadat de landelijke regels in Zwitserland op 12 augustus versoepeld werden, werd in een maand tijd een alternatieve editie uit de grond gestampt. De omvang van Caprices moest wel hevig gereduceerd worden om het te laten doorgaan: van circa zevenduizend bezoekers naar maximaal duizend. Daarnaast wordt bij binnenkomst de lichaamstemperatuur van alle bezoekers gemeten. Iedereen krijgt een bandje voor een bepaalde zone en in de skilift op weg naar de bergtop van Cry d’Er zijn mondkapjes verplicht. 

Dat klinkt tot dusver allemaal behoorlijk coronaproof. Op de vrijdag van het eerste festivalweekend blijkt echter dat de mondkapjes bij aankomst op de berg meteen in de handtasjes en achterzakken verdwijnen. De overdekte Modernity-stage, met een overigens prachtig uitzicht over de bergen, is op de eerste dag nog lang niet volledig gevuld. De venue is inderdaad verdeeld in vakken -- welgeteld vier: drie voor reguliere bezoekers en eentje voor vips. Een dag later is de volledige dansvloer gevuld met feestelijk uitgedoste dertigers en veertigers, voornamelijk locals. Tussen de vakken is voldoende afstand. Daarbinnen is er daarentegen amper sprake van social distancing.

De dertigjarige Donja staat op de dansvloer met haar beste vriendin. Ze lijkt zich goed te amuseren: ze lacht vriendelijk naar anderen en ze beweegt haar armen ongegeneerd houterig langs haar lichaam. Haar gezicht is versierd met zilverkleurige schmink en haar asblonde haar zit samengebonden in een nonchalante knot. 'Ik kom hier ieder jaar, dus ik wilde deze editie niet overslaan', zegt ze op vrolijke toon. Donja woont in de regio, zo vertelt ze, dus Caprices is voor haar een traditie. Wanneer ze gevraagd wordt of ze zich druk maakt over Corona, haalt ze haar schouders op. 'Jij bent hier toch ook?', reageert ze bijdehand. De barrières tussen de vakken weerhouden de bezoekers er niet van met elkaar te proosten. Immers, bij buitenkomst kun je gewoon festivalgangers uit de andere vakken opzoeken. Wanneer het Franse dj-duo Parallells op zaterdagmiddag de boel op stelten zet, is een hossende menigte te zien die memoreert aan het Pre-Coronatijdperk. 'Toen alles nog kon', roept een uitgelaten Zwitser met een kroon schuin op zijn hoofd.

Er is een bezoekster die meer dan anderen opvalt in de feestende menigte. Niet vanwege haar extravagante voorkomen, maar omdat ze als enige continu een mondkapje op heeft. Ze is geheel gekleed in het zwart, met uitzondering van haar lichtbruine hoed, die getooid is met zwarte veren. Ze kijkt wat schuchter wanneer ze benaderd wordt, want meer dan anderen lijkt ze een poging te doen tot social distancing. Wanneer ze de vraag krijgt waarom zij als enige festivalbezoeker wel een mondkapje draagt, wijst ze naar de tekst op het zwarte lapje textiel dat de onderste helft van haar gezicht bedekt. 'Fuck the virus', staat er in glitterletters op geschreven. Ze houdt één vinger op in de lucht en wijst vervolgens naar zichzelf. Hoewel ze de ernst van een eventuele besmetting serieuzer lijkt te nemen dan de andere bezoekers, gaat ze desondanks onverstoord door met dansen.

Het feest gaat ’s avonds verder in de Forest-stage: een lager gelegen venue die wat doet denken aan de Westergasfabriek. Alleen een heel stuk kleiner. Wederom arriveren de festivalgangers per skilift met een mondkapje en ook bij de ingangen is er opnieuw een check. Hier zijn er eveneens vier vakken, al is de venue zo klein dat het onmogelijk is om de in Nederland verplichte anderhalve meter afstand te houden. Vijftien centimeter is al knap lastig. Het oogt zoals een gemiddelde zaterdagavond er uit hoort te zien, met mensen die zonder enige zorgen langs elkaar en tegen elkaar aan staan te dansen. De Nederlandse dj Ion Ludwig, die naast onder anderen Sven Vath, Ricardo Villalobos, Dubfire en Archie Hamilton op het affiche staat, kan zijn geluk niet op. 'Ik heb vorige week mijn arm gebroken met een fietsongeluk en ik heb een hersenschudding opgelopen, dus ik ben superblij dat ik hier kan zijn.'

Ion Ludwig zag veel van zijn optredens deze zomer in rook opgaan vanwege de coronapandemie en prijst Caprices Festival voor hun omgang met de lokale regelgeving. 'Alsof je in een volwassen land terechtkomt waar mensen nog zelf kunnen nadenken en nog zelf risico durven nemen', zegt hij terwijl hij in de dj-booth wacht tot hij mag gaan draaien. Voorlopig ziet hij het nog niet gebeuren dat feesten of festivals zoals deze terugkeren in Nederland. 'Ik zou willen dat Nederland zou veranderen qua beleid, maar ik denk dat het politiek gezien niet mogelijk is.' 

Kijkend naar hoe Caprices Festival dingen aanpakt, denkt Ion Ludwig dat evenementen weer mogelijk moeten zijn. 'Als je gewoon kunt testen bij de ingang, dan zou in principe alles weer moeten kunnen. Het ligt dan aan de bezoekers of ze het weer aandurven.' Op de afsluitende avond van het eerste festivalweekend staat de directeur met een glimlach op de dansvloer. 'Naar omstandigheden ben ik erg tevreden', aldus Bonvin. 'Ik heb vanmiddag gesproken met de festivalcommissie en alles is volgens wens verlopen, zonder problemen. Dus het tweede weekend van Caprice gaat zeker weten door. Honderd procent!'