Niemand stond aan het roer van zoveel poppodia als Frans Vreeke. Nu is de ‘podiumdokter’ interimdirecteur bij de Melkweg, en hij is optimistisch dat zijn podium heelhuids uit de crisis komt. ‘We kunnen veel meer concerten organiseren dan gedacht werd.’

‘We gaan niet alleen de crisis overleven, het is ook mijn uitdrukkelijke ambitie om er sterker uit te komen dan dat we erin zijn gegaan.’ Aldus Frans Vreeke in zijn kantoor op de vierde verdieping van de Melkweg. Hij is in juli als interim-directeur bij het Amsterdamse poppodium aangetreden en heeft een optimistische boodschap te verkondigen. Ben je na een halfjaar coronacrisis de wanhoop nabij, word je ’s nachts badend in het zweet wakker met de angst dat het hele livecircuit binnen een jaar is weggevaagd? Praat een halfuurtje met Frans Vreeke en je durft weer te dromen van livemuziek. Ja, hij noemt deze periode verreweg de grootste crisis die de livesector ooit heeft meegemaakt, hij ziet hoe pijnlijk veel mensen hun baan verliezen, maar hij gelooft ook dat de grote podia overeind zullen blijven.

En je mag zijn woorden serieus nemen: niemand in Nederland stond aan het hoofd van zoveel verschillende poppodia als Vreeke. In de jaren negentig was hij nog programmeur en directeur van de roemruchte Amsterdamse club Mazzo, daarna organiseerde hij vanuit Van Hoorn Company met Eric van Eerdenburg Heineken Night of the Proms, vervolgens werd hij bij adviesbureau Berenschot binnengehaald, waar hij de geuzennaam ‘de podiumdokter’ aan overhield.

Vreeke glimlacht. ‘Vroeger zei ik altijd: als je van muziek houdt, voelt het niet als werk. Tegenwoordig zeg ik: als je van problemen houdt, voelt het niet als werk.’

Bij Berenschot werd Vreeke inderdaad vooral gebeld bij podia die in de problemen waren. ‘Waren er grote tekorten? Zat de directeur ziek of overspannen thuis? Dan belden ze mij en moest ik dat allemaal weer een beetje rechtbreien. Dat vond ik ook leuk om te doen. Wat heet: als er geen problemen meer zijn ben ik ook snel weer verveeld en weg.’

Frans Vreeke

Zo trok hij langs onder andere Waterfront, 013, De Boerderij, Doornroosje en Paard van Troje om allerlei kleine en grote brandjes te blussen, hij was van 2004 tot 2009 directeur bij Eurosonic/Noorderslag en werd in 2014 de eerste directeur van Utrechts muziektempel TivoliVredenburg. ‘Daar had ik een geweldige tijd, in de eerste drie jaar waren er bijna alleen maar problemen op te lossen!’ Nadat hij daar in 2018 weer vertrok was hij nog korte tijd interimdirecteur bij Patronaat, en toen directeur Geert van Itallie de Melkweg verruilde voor Paradiso werd Vreeke gebeld. Of hij samen met Erik Backer (interim manager bedrijfsvoering) de Melkweg door de crisis wilde koersen. ‘Ja, natuurlijk wilde ik dat!’

Met het vertrek van Geert van Itallie ontplofte een kleine bom in de Melkweg. Het was alsof de grote baas vanuit Ajax naar Feyenoord vertrok. En dat in zo’n zorgwekkende tijd. Medewerkers voelden zich in de steek gelaten. Vreeke: ‘Iedereen weet dat er een gezonde rivaliteit is tussen Paradiso en de Melkweg. Voor de een speelt dat veel meer dan de ander, maar ik denk dat het sentiment bij een aantal mensen anders was geweest als Geert naar TivoliVredenburg was gegaan, naar de Effenaar of 013.’

Hoe trof je de Melkweg aan toen je hier in juli aankwam?
‘Er werden wat mooie dingen opgezet, maar veel was het niet. We hadden dat Lowlands-weekend, een hoogtepunt was onze 50 jaar Melkweg Marathon. Verder hebben we met enige regelmaat een concert in de Max, waar nu maximaal 120 mensen in passen. Tegelijkertijd dachten de programmeurs: “We mogen geen cent verliezen. Dit kost alleen maar geld, en dat geld hebben we niet.” Maar het gaat veel beter met de Melkweg dan ik dacht. Het is ingewikkeld, maar zeker niet dramatisch. De Melkweg had een paar uitstekende jaren gedraaid, waardoor we een goede weerstandsreserve hebben. Erik en ik hebben alle tegemoetkomingen en steun bij elkaar opgeteld en afgetrokken. Uit die rekensom blijkt: we hoeven dit jaar geen noodgedwongen ontslagen te doen en kunnen veel meer programma maken dan gedacht.’

Hoeveel ruimte is er voor programma?
‘Eens even rekenen… als we uitgaan van 1 oktober tot 1 januari? Dat gaat om 12 weken, dan denk ik dat we zéééker 6 tot 8 programma’s per week kunnen neerzetten. Ja, bijna dagelijks kan er wel een show plaatsvinden. Er wordt nauwelijks getourd, dus dat zullen vooral Nederlandse artiesten zijn. En als de Max of de Oude Zaal open is, dan kan er ook altijd een film gedraaid worden. Daar is nauwelijks extra personele inzet voor nodig. We hebben nu een luxepositie: we kunnen op zoek naar het aanbod. Dat heb ik vorige week aan de programmeurs medegedeeld; jongens, hou je niet in. Als je iets leuks en interessants wil doen, doe dat dan. Dan maar voor 120 mensen. Er moet geld op de shows toe, maar dat geld hebben we. Met ADE doen we zes of zeven programma’s, ik verwacht dat ook de normale concerten snel weer op gang komen.’

De Melkweg ontving via de eerste NOW-regeling € 794.997. Via het Rijk steun van Fonds Podiumkunsten: € 933.298, en dat werd gematcht door de gemeente Amsterdam. Is dat genoeg?
‘Daarnaast krijgen we ook nog een ton vanuit het Kickstart-cultuurfonds, we kregen geld vanuit een opdracht die we voor een deelraad in Nieuw West doen voor talentontwikkeling en diversiteit, naast generieke maatregelen als de TOZO en Tegemoetkoming Vaste Lasten. Voor ons is dat genoeg om te overleven, onze medewerkers te blijven betalen, programma te maken en te innoveren.

‘Ik moet de uitzondering maken voor de ZZP’ers die we normaliter oproepen, waar we nu geen werk voor hebben. Dat is een zwaar getroffen club. En de mensen met een oproepcontract voor bepaalde tijd: als die contracten aflopen, verlengen we ze niet. Maar we hebben ook nog 60 mensen met een oproepcontract voor onbepaalde tijd. Die houden we aan en blijven we betalen tot het eind van het jaar. De nieuwe NOW-regeling gaat vanaf 1 oktober in, de echte details hebben we nog niet, maar we willen dit volgend jaar zoveel mogelijk doorzetten. Met wellicht een kleine vermindering, omdat die NOW ook per kwartaal iets krimpt. Dat lijkt nu de lijn.’

Ik heb het gevoel dat we relatief weinig faillissementen horen aan de achterkant van de keten. Hoe verklaar je dat? Hebben podia gezonde reserves? Komt dat allemaal nog? Zijn de maatregelen van de overheid toch afdoende?
‘De maatregelen zijn de belangrijkste factor. Podia hebben over het algemeen – de een meer dan de ander – niet zoveel reserves. Al was het maar omdat ze zelden of nooit winst maken. En het verschilt een beetje per gemeente, maar je mag ook niet teveel reserveren voor volgend jaar: dan krijg je de keer erop minder subsidie. Het zit hem echt volledig in de maatregelen waardoor podia het overleven. Als die ondersteuning na 1 januari afneemt, sluit ik niet uit dat kleinere podia gaan omvallen. Als je nagaat dat wij in een zaal voor 1500 mensen maximaal 120 mensen kunnen toelaten, wat kun je dan in een zaal voor 200 a 300 man? 15 a 20 man? Dat is helemaal niks, daar kun je niks mee.’

De Raad van Cultuur adviseerde vorige week: met capaciteit van 50 tot 60 procent kunnen theaters en culturele instellingen weer uit de rode cijfers komen. Hoe zie jij dat?
‘Ja, dat gaat om een meter afstand in plaats van anderhalve meter. Waar TivoliVredenburg nu in de Grote Zaal seated bijvoorbeeld 300 man kan verwelkomen, kunnen ze dan naar 800. Bij ons gaat dat van 120 naar… ik heb het nog niet uitgerekend, maar waarschijnlijk 300 a 350. Dat is alweer zó’n ander aantal. Dan wordt het financieel interessanter voor bands om het te doen. En kunnen we grotere artiesten ook een podium geven. Die willen natuurlijk graag optreden, maar het moet wel uit kunnen met hun crew. In de theaters zie je al veel dat artiesten ook nog gewoon twee shows op een avond doen. Neem Guus Meeuwis in 013, die gáát maar door, volgens mij zit hij al op 60 shows.’

Jij werkte ooit bij nachtclub Mazzo. Ministers Wopke Hoekstra en Eric Wiebes spraken ook van het scenario om podia en clubs in nood 'in coma' te brengen. Iedereen ontslaan, de gemeente betaalt de huur. Is dat een realistisch scenario voor kleinere podia en clubs?
‘Als je de nachtcultuur serieus neemt, moet je ook een plan bedenken om private clubs in leven te houden. In coma brengen? Een winterslaap, zoals het ook wel wordt genoemd? Ik denk dat het een hele ingewikkelde operatie is om je personeel dan weer bij elkaar te trommelen. Zij zijn ander werk gaan zoeken, zitten moedeloos thuis. Dat is echt een groot probleem, denk ik.
‘Ik was zaterdag 5 september op het Museumplein wegens de demonstratie voor het nachtleven. De Melkweg, Paradiso en andere gesubsidieerde clubs worden overeind gehouden, maar private partijen die een hele belangrijke rol spelen in de nachtcultuur moeten zich maar zien te redden. De School is al omgevallen, er gaat wel meer omvallen want er is nog geen greintje van ondersteuning. Dat vind ik echt zorgelijk.’

Frans Vreeke

Stel dat die clubs en podia omvallen: is dat dan geen doodsteek voor de keten in een stad? Heeft dat impact op de Melkweg?
‘Ja, ik hecht ongelooflijk veel belang aan die humuslaag die een stad of land moet hebben. Als die uitgehold is, als die verdwijnt? Dan is het ook moeilijk om de top overeind te houden. Ik ben bang dat je de hele ontwikkeling, vernieuwing, innovatie… dat kill je allemaal. Dat zou verschrikkelijk zijn. En daarmee kill je ook het aanbod in de grote podia, want die moeten toch gevoed worden vanuit die onderlaag. Dat vind ik echt dramatisch, als dat gaat gebeuren. Hoe langer het duurt, hoe slechter het is. In Utrecht zeggen ze ook altijd: zonder dB’s, EKKO en De Helling kan TivoliVredenburg nooit zo goed zijn als het is. Die keten is superbelangrijk.’

Je zei dat het je uitdrukkelijke wens is om sterker uit de crisis te komen dan je erin bent gegaan. Hoe dan?
‘We zijn heel hard op zoek naar innovatie en vernieuwing. Wat biedt dit voor nieuwe mogelijkheden? Dan kijk je naar streaming en online, daar gebeuren ook hele leuke dingen. De gedachte is om dat vanuit Mojo te gaan bundelen, dat er een soort tv-gids voor alle streaming komt waarin je ziet wat er op een bepaalde dag of een bepaalde tijd te bekijken is. Dat vind ik een geweldig initiatief.
‘Vanuit de overheid wordt gestimuleerd om ook naar educatie te kijken, en dat gaan wij serieus vormgeven. We zetten in op een stevig trainings- en onderwijsprogramma voor onze medewerkers. Dat varieert van cursussen projectmanagement tot “Excel voor beginners”, zeg ik altijd maar. Maar ook: “Diversiteit, wat is dat dan?” “Hoe kan een poppodium maatschappelijk verantwoord programmeren?” Heel breed qua aandachtsgebieden. We willen het programma aanbieden aan alle medewerkers, ook die waar we nu geen werk voor hebben en ook de ex-medewerkers en kijken ook naar goede arbeidsconsulenten voor mensen die zich willen omscholen. Vandaag heb ik toevallig gezegd: zodra dat educatieprogramma goed op poten staat, kunnen we serieus overwegen of we het ook kunnen openstellen voor niet-medewerkers.’

Dit is de grootste crisis óóit voor de livesector, stelde je net al. Maar toch ben jij best optimistisch.
‘Als de overheid zich zo blijft gedragen als in de afgelopen zes maanden – voor de cultuursector – dan is dat natuurlijk geweldig. Mensen die roepen: “De overheid doet niks!…” Die hebben echt niet opgelet, of zitten in die particuliere private hoek. Wij als culturele instellingen mogen dat vooral niet roepen.’