'Mensen zeggen wel eens: je moet trots zijn op wat je allemaal bereikt hebt. Dat je het zo ver geschopt hebt. Maar ik zie dat niet als een prestatie. Ik heb er mijn best niet voor hoeven doen, het is gewoon mijn passie. Daarom heb ik altijd mijn eigen boekingen gedaan. Ik hou namelijk helemaal niet van de administratie, maar dan heb ik tenminste iets om trots op te zijn. Zie je, ik heb alles zelf afgehandeld.'
Een typische Benny Rodrigues-redenering is dat. Want Benny Rodrigues is een geboren om-denker. Stel hem een vraag en je krijgt altijd een uitvoeriger antwoord dan je van iemand anders zou krijgen. Neem bijvoorbeeld deze simpele vraag: stel dat je vanavond plotseling weer oog in oog staan met een volle dansvloer, welke plaat zou je dan dolgraag draaien? Zijn antwoord: 'Ik heb geleerd dat je niet te veel vertrouwen moet leggen in één plaat. Dat valt altijd keihard tegen. Ik ben bijvoorbeeld nogal nostalgisch aangelegd, en soms vind ik een plaat terug uit mijn begintijd. Dan denk ik: als ik die draai gaat iedereen met zijn ogen dicht staan. Maar dat is niet eerlijk. Ík was het die met mijn ogen dicht stond, twintig jaar geleden, ík was het die een bepaald beeld kreeg bij die plaat. Als mensen die plaat dan niet voelen zoals ik hem voel breekt er een stukje van mijn ziel af. Nee, de seks zit hem voor mij in het live selecteren, het mixen en hard horen van de muziek. Dat mis ik het meest.'
Hij deed het de afgelopen 25 jaar avond aan avond. Vaak zag hij zelfs meerdere dj booths in één dag, tot soms wel tien gigs in een weekend. Voor het geld? Welnee, hij wil gewoon zoveel mogelijk spelen. Maar nu staat uiteraard alles stil. Voor Benny Rodrigues nog iets meer dan voor jou en mij, want hij behoort tot een risicogroep. 'Ik wil er niet te veel over uitweiden, maar mijn immuunsysteem is slecht. Ook de griep kreeg ik altijd supersnel te pakken, en ik kwam er maar niet vanaf. Ik moet dat virus absoluut niet krijgen. De eerste paar maanden ben ik niet buiten geweest, 100 procent lockdown. Mijn vriendin liet onze twee honden uit en deed de boodschappen, of we lieten het bezorgen. In augustus zei ik tegen mezelf: ik ga het proberen, ik ga kijken hoe het er buiten voor staat. Ik heb een rondje om het huis gedaan. Dat heb ik sindsdien een keer of vijf gedaan.' Laat dat even tot je doordringen. Vijf, zes keer, tot het eind van de straat. Maar Benny werd niet gillend gek tussen die vier muren. 'Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet zo'n buitenmens ben, dus het kostte me niet veel moeite. Maar als ik dit project niet had, had ik het vast zwaarder gehad.'