Jarenlang was Benny Rodrigues de hardst-werkende dj van Nederland, nu is hij een van de grootste kluizenaars van de muziekwereld. Stond hij voor maart rustig op zes verschillende feestjes in een weekend te draaien, in het laatste halfjaar kwam hij niet meer dan zes keer buiten.

'Mensen zeggen wel eens: je moet trots zijn op wat je allemaal bereikt hebt. Dat je het zo ver geschopt hebt. Maar ik zie dat niet als een prestatie. Ik heb er mijn best niet voor hoeven doen, het is gewoon mijn passie. Daarom heb ik altijd mijn eigen boekingen gedaan. Ik hou namelijk helemaal niet van de administratie, maar dan heb ik tenminste iets om trots op te zijn. Zie je, ik heb alles zelf afgehandeld.'

Een typische Benny Rodrigues-redenering is dat. Want Benny Rodrigues is een geboren om-denker. Stel hem een vraag en je krijgt altijd een uitvoeriger antwoord dan je van iemand anders zou krijgen. Neem bijvoorbeeld deze simpele vraag: stel dat je vanavond plotseling weer oog in oog staan met een volle dansvloer, welke plaat zou je dan dolgraag draaien? Zijn antwoord: 'Ik heb geleerd dat je niet te veel vertrouwen moet leggen in één plaat. Dat valt altijd keihard tegen. Ik ben bijvoorbeeld nogal nostalgisch aangelegd, en soms vind ik een plaat terug uit mijn begintijd. Dan denk ik: als ik die draai gaat iedereen met zijn ogen dicht staan. Maar dat is niet eerlijk. Ík was het die met mijn ogen dicht stond, twintig jaar geleden, ík was het die een bepaald beeld kreeg bij die plaat. Als mensen die plaat dan niet voelen zoals ik hem voel breekt er een stukje van mijn ziel af. Nee, de seks zit hem voor mij in het live selecteren, het mixen en hard horen van de muziek. Dat mis ik het meest.'

Hij deed het de afgelopen 25 jaar avond aan avond. Vaak zag hij zelfs meerdere dj booths in één dag, tot soms wel tien gigs in een weekend. Voor het geld? Welnee, hij wil gewoon zoveel mogelijk spelen. Maar nu staat uiteraard alles stil. Voor Benny Rodrigues nog iets meer dan voor jou en mij, want hij behoort tot een risicogroep. 'Ik wil er niet te veel over uitweiden, maar mijn immuunsysteem is slecht. Ook de griep kreeg ik altijd supersnel te pakken, en ik kwam er maar niet vanaf. Ik moet dat virus absoluut niet krijgen. De eerste paar maanden ben ik niet buiten geweest, 100 procent lockdown. Mijn vriendin liet onze twee honden uit en deed de boodschappen, of we lieten het bezorgen. In augustus zei ik tegen mezelf: ik ga het proberen, ik ga kijken hoe het er buiten voor staat. Ik heb een rondje om het huis gedaan. Dat heb ik sindsdien een keer of vijf gedaan.' Laat dat even tot je doordringen. Vijf, zes keer, tot het eind van de straat. Maar Benny werd niet gillend gek tussen die vier muren. 'Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet zo'n buitenmens ben, dus het kostte me niet veel moeite. Maar als ik dit project niet had, had ik het vast zwaarder gehad.'

Bezig blijven

'Dit project', dat is ROD20 In The Mix, een cd'tje dat vorige week bij liefhebbers in die brievenbus plofte in een FOMO-pakketje, compleet met Benny-muntjes, een polsbandje en een smiley-sticker. Het lockdown-project werd voorafgegaan door een reeks livestreams in zijn vinyl mancave. 'Leuke bezigheidstherapie', noemt Rodrigues het. 'Ik had voor het eerst al mijn platen in één ruimte, en ik ben dingen gaan ordenen die jaren in dozen gezeten hebben. En uit de vers-geordende vakken ging ik dan draaien. Dat was echt leuk, twee weken lang, tot de buren begonnen te klagen. Ik vond het ook wel mooi geweest, want iedereen begon intussen een livestream.'

Fase 2: de studio. Benny besefte hoeveel synthesizers en drumcomputers hij eigenlijk heeft, en hoe hij ze de afgelopen jaren tekort deed. Of eigenlijk: hij deed ze altijd tekort. Zijn eerste plaat bracht de dj uit in 2007, samen met Darko Esser. Hij was op dat moment allang een gevestigde naam, maar omdat het er toch een beetje bij hoorde begon hij zelf tracks te maken. Hij maakte muziek met Quince, en ook nog met Afrojack. 'Op het label van Dave Clarke, haha. Die wil daar niet aan herinnerd worden, maar ik sta nog steeds achter die tracks. Mijn lijn is altijd hetzelfde geweest.' Maar de crux: 'Ik werk altijd in the box, in de computer. Maar ja, ik dacht: als ik serieus ben moet ik hardware aanschaffen. Ik had op een gegeven moment zelfs een kantoor pand waarin ik vijf studio's liet bouwen. Die verhuurde ik aan anderen, maar zelf was ik er eigenlijk nooit. Het werd een beetje een running gag. Ik vond het gewoon fijner om thuis ongepland te werken, met alles in één ruimte. Produceren, dat deed ik tussendoor.’

Nog een element dat meespeelde: waar veel dj’s na een weekend in de club eerst hun oren moesten laten bijkomen – echt: fysiek bijkomen – werkt Benny het liefst door op de adrenaline van de club. Soms letterlijk. Dan heeft hij op een zaterdag twee festival gigs gedaan, en daarna nog een club, en dan zit hij om zes uur ’s ochtends met een koptelefoon op te produceren. ‘Als ik fris en fruitig dinsdagochtend achter mijn computer ga zitten, is er al iets van een onschuld vermoord. Die adrenaline zorgt dat je bezig bent in het hier en nu. Dat is belangrijker dan de vraag wat ik nou precies mooi vind. Dat komt daarna wel. Die adrenaline is ook de reden dat ik zo houd van altijd maar doorgaan. Veel collega’s zijn verbaasd dat ik zoveel gigs doe. Waar haal je de energie vandaan, vragen ze dan. Maar ik leef juist op die adrenaline.’

Aan de keukentafel

Dat is dus ook het belangrijkste ingrediënt voor zijn studiosessies. Benny sloot al zijn apparatuur aan op de keukentafel en begon gewoon te spelen. ‘Weet je, die eerste lockdown periode, die gold voor iedereen. We zaten allemaal in hetzelfde schuitje, dus voelde ergens nog wel ok. Maar langzaam maar zeker ging iedereen weer naar buiten en weer aan het werk. Alleen wij bleven over. Dat vond ik echt een moeilijke tijd. Ik heb dagenlang in de slaapkamer doorgebracht, ik zat in een enorm negatieve headspace. Mijn vriendin merkte dat ook, dus die dacht: als ik hem nou maar aan die keukentafel krijg. Ze had gelijk, want alleen dan ben ik bezig met het hier en nu, en niet met de toekomst. Met wat er gebeurt als er een tweede of derde golf komt.’

Zo ontstond ROD20 In The Mix. Het klinkt niet zoals al die dj-podcasts die je de laatste jaren hoorde, met een fraai ambient stuk aan het begin, met een mooie subtiele spanningsboog. Nee, dit schijfje klinkt alsof je om half twee de club in komt lopen, terwijl het feest al in volle gang is. Volle kracht op 140 bpm. De mix bestaat uit een selectie van de ruim 300 tracks die Benny in korte tijd bij elkaar jamde. Zo nieuw dat hij er nog niet een heeft kunnen testen in een club. Hij selecteerde de beste, zette ze op een usb-stick en begon ermee te spelen, net zolang tot hij dacht: nu kan ik er een mix van maken. Maar vergis je niet, dat selecteren was zeker niet het belangrijkste: het was het bezig blijven, het manische creëren.

Zo is er na maandenlang stilte dus een ode aan de rush van de club. De rush die Benny Rodrigues áltijd voelt als hij een festivaltent of donkere ravekelder binnen loopt. Het volume, de fysieke bassen, de energie die op je af komt. De drukte backstage, waar het geluidsniveau ervoor zorgt dat voor gelul eigenlijk geen ruimte is. Benny heeft die rush altijd, of hij nou als ROD in de bloedserieuze Berghain staat of tussen de lichtgevende kwallen op Thuishaven of op een regionaal festival in de Hollandse klei. ‘Ik neem wel eens vrienden mee, en die zeggen wel eens: "Jezus wat een kutfeest was dit." Dat heb ik dan vaak niet eens gemerkt. Ik ben echt een publieks-dj, ik pas me altijd aan binnen de kaders van waar ik voor sta. Maar uiteindelijk probeer ik het vooral voor mezelf fris te maken. De enige manier waarop ik de adrenaline niet voel, is als de monitors slecht zijn. Echt, ik heb liever een kutfeest met goede monitors  dan een geweldig feest waar 10.000 man uit zijn dak gaat, maar ik mezelf niet kan horen.’

Benny Rodrigues/ROD met Sandrien

Snelle, koude wereld

Zo bracht die idiote lockdown-tijd en dat deels zelfverkozen kluizenaarschap een nieuwe fase in de creativiteit van Benny Rodrigues, zoals een donkere periode in zijn leven tien jaar geleden dat ook deed. Toen overleed zijn vader, en hij was er stuk van. ‘Ik heb anderhalf jaar in een depressie gezeten, ben zelfs gestopt met draaien, een sabbatical. Het enige wat ik deed is wat ik nu weer doe: mezelf opsluiten. Ik maakte de relatie uit met mijn vriendin, dezelfde vriendin die ik nu weer heb. En ik ben muziek gaan maken. In die tijd is mijn alias ROD geboren. Achteraf kan ik zeggen dat die donkere periode me dieper in de studio heeft laten duiken. Daarvoor waren het losse flodders.’

Die relatie duurt nu al zeventien jaar, op dat gat na uit die donkere periode. ‘Zij is de enige die alles van me ziet. Mensen zeggen vaak: "Benny, je bent altijd zo positief, zo relativerend." Maar ik ben niet zo positief hoor, ik ben juist heel cynisch. Ik ga altijd van het slechtste scenario uit, en daar verzin ik vast een antwoord op. Dat is een deel van mijn bestaan als control freak. Ik probeer altijd de meest gebalanceerde versie van mezelf naar buiten te brengen. Dat is geen rol ofzo, maar gewoon zelfbescherming. Eigenlijk heb je in je leven maar één echte vriend nodig. Iemand tegen wie je alles kunt zeggen zonder dat er meteen een eindoordeel geveld wordt. Iemand met wie je alles in conceptfase kunt bespreken. Ik heb die persoon. Misschien heb ik daarom ook niet veel bevestiging nodig van buitenaf. Ik vind het leuk om andere mensen te spreken, maar ik ontleen daar mijn identiteit niet aan, zoals sommige andere mensen dat wel doen.'

Daarover gesproken: het ‘gelul’ dat Benny Rodrigues in de club graag uit de weg gaat, dat barstte in volle hevigheid los toen de clubs stil vielen. Oude, jaren opgekropte frustraties kwamen naar buiten. Er werd een strijd gevoerd over de betekenis van clubbing, dj’s en andere insiders namen elkaar de maat. Het stoorde Benny Rodrigues mateloos. Hij mengt zich regelmatig in discussies op sociale media, vliegt wel eens uit de bocht, laat zijn emoties wel eens de overhand nemen. Maar eigenlijk komt het altijd hier op neer: als je mensen op gaat dringen hoe ze iets moeten zien, gaat hij steigeren. ‘Dat trek ik echt heel slecht. Kijk, voor mij is de muziek de therapie, voor jou is dat misschien wel de sociale interactie. Misschien voel je je veilig in de club, is het een plek waar je niet gediscrimineerd wordt. Iedereen haalt er iets uit wat voor hem of haar werkt. Het is een plek waar je jezelf kunt verliezen, en iets van jezelf kunt vinden. Maar het gaat mis als alles zwart wit gemaakt wordt. Neem zo’n zaak Erick Morillo: als je iets over zijn dood van post, ben je meteen anti-vrouwen. Als je zegt dat je het recht zijn beloop wilt laten over die verkrachtingszaak, zijn er mensen die zeggen dat je vrouwen moet geloven. En ook als je niets zegt, is dat politiek. Er is geen ruimte voor grijstinten. En zo krijg je een steeds grotere groep mensen die hun bek niet meer open trekken. Dan blijf je over met twee radicalen.’

Uiteraard is ook de identiteit van Benny Rodrigues volledig verweven met het clubben. Die nieuwe mix-cd is daar het levende bewijs van. Dit was het moment om eens wat anders te doen. Een reflectieve ambientplaat te maken, of voor mijn part de racefiets te pakken en 100 kilometer te fietsen in plaats van een all-nighter te draaien. Maar wat er uit kwam was dit. ‘Dit is godverdomme waar ik op mijn veertiende mijn school voor verliet. Ik heb er altijd rekening mee gehouden dat het op een dag over zou kunnen zijn. Er zijn zoveel artiesten waar ik vroeger naar opkeek, die nu aan de zijkant staan te verpieteren. Geen enkele relevantie, geen boekingen. Het is zo’n snelle, koude wereld. Waar ik nooit rekening mee had gehouden, is dat het gewoon allemaal zou stoppen, gewoon alles.’

‘Maar weet je wat de allergrootste mindfuck is? Als je iets al 25 jaar doet, begin je erin te geloven. Je denkt: dit is mijn baan, dit is wie ik ben. Maar ik heb hier niet voor gestudeerd, het is allemaal geluk, en opeens was ik wie ik nu ben. Ik weet, er is een hele industrie aan gekoppeld die mensen in hun levensonderhoud voorziet, maar in hoeverre verdien ik dezelfde steun als iemand die wel ergens voor gestudeerd heeft? Het is een privilege dat we dit heel lang hebben mogen uitvoeren. Nu zit het gewoon heel erg tegen. Misschien komt het terug, dat zou kunnen, maar je moet vooral het overzicht houden; uiteindelijk zijn we ons eigen fantasy land vol mensen die heel creatief zijn gaan doen wat ze leuk vinden, maar dat maakt nog niet dat je ergens recht op hebt.’

De cd Rod20 In The Mix is alleen via Rod@Bennyrodrigues.com en op Bandcamp te bestellen, en alleen op de speciale dagen waarop Bandcamp alle inkomsten aan de artiest geeft.