In zijn eigen niche wordt Interstellar Funk inmiddels wereldwijd geroemd als kenner, die net even wat dieper graaft dan de rest. In die niche is een megaweirde plaat zoals ‘The Other Stranger’ van Doxa Sinistra al een bona fide hit, terwijl je je daar als buitenstaander gewoonweg NIKS bij kunt voorstellen. ‘In mijn kleine wereldje is dat een van de grote acts, ze hebben blijkbaar de tand des tijds doorstaan en zijn alleen al in de afgelopen vijf jaar wel twintig keer opnieuw uitgebracht door verschillende labels op allerlei compilaties, met allerlei verschillende ideeën. Je kunt het niet op de dansvloer draaien, maar iedere dj die geïnteresseerd is in dit soort muziek, kent het nummer wel. Dan is het een soort hit. Ik vind het heel romantisch dat iemand in de jaren tachtig in zijn eentje op zijn zolderkamertje zat met een paar instrumenten, om hele rare muziek te maken die niemand begreep. En dertig jaar later verkoopt hij ineens vijfduizend kopieën van een plaat, terwijl hij dat nooit had durven dromen.’
Olf van Elden weet precies hoe zulke processen in zijn werk gaan: een dj zoals hij ontdekt een track en begint ‘m te draaien, een tweede volgt, mensen beginnen op Discogs te zoeken naar de plaat, een cool reissue-labeltje brengt de track opnieuw uit via een compilatie en ondertussen komen de beste nummers ook op YouTube bovendrijven.
Hij heeft het al vaak zat zien gebeuren, hij loopt immers al zijn halve leven mee in de nachtwereld. Zijn oudere broer Jorn organiseerde in een ver verleden feestjes in Club 11 en begon een eigen boekingskantoor voor dj’s, Olf haakte als tiener maar al te graag aan wanneer zijn oudere broer weer op stap ging. ‘Hij was degene die me voor mijn vijftiende verjaardag meenam naar Awakenings. Ik was mega onder de indruk natuurlijk, een gigantisch festival, iedereen is lief en die muziek is zo indrukwekkend.’ Al gauw bezochten de gebroeders Van Elden samen alle festivals die ze maar konden vinden, van de illegale raves in Utrecht tot het toonaangevende Duitse Nachtdigital en alles ertussenin. ‘Langzamerhand ging ik ook steeds meer platen verzamelen. Het duurde nog wel even voordat ik zelf begon te draaien. Eerst vooral op feestjes thuis, op afters waar iedereen zijn eigen platen mee naartoe nam. Later ook in TWSTD, het dj-café op de Weteringsschans. Dan stond er maximaal tien man voor je neus, maar kon je in ieder geval oefenen met draaien. En toen Trouw opende werd ik gelijk resident. Ja, ook toen het nog niet goed liep. ik heb ook wel een paar donderdagen gehad waarop ik letterlijk voor niemand draaide, zeven uur lang, dat de dansvloer helemaal leeg bleef.’ Hij grinnikt. ‘Dat waren wel moeilijke avonden.’
Maar zo kon Interstellar Funk wel zijn uren maken als dj. Ondertussen ging hij stage lopen bij het label van platenzaak Rush Hour (met Antal als stagebegeleider!), om er vervolgens te blijven plakken. ‘Toen ik daar binnenkwam luisterde ik alleen nog maar Detroit en Chicago, daar ontdekte ik heel veel Afrikaanse muziek, Braziliaanse platen, Franse elektronica uit de jaren tachtig. Ik leerde er ontzettend veel, Antal was sowieso een mentor voor me. Hij vertelde me hoe je de juiste keuzes moet maken als dj, heeft me meegenomen naar buitenlandse gigs, begeleidde me met het uitbrengen van mijn eigen muziek, liet me zien dat je het als dj niet van de ene op de andere dag hoeft te doen. Je moet geduld hebben, niet zomaar een plaat uitbrengen, je baan opzeggen en denken dat je de wereld kunt rondtouren. Om een jaar later alsnog weer een baan te moeten zoeken.’