Toen Our Love uitkwam zat Dan Snaith – het gezicht achter eenmansband Caribou – op een roze wolk. De afgelopen jaren kwamen nogal ruw op zijn dak, zowel op persoonlijk als politiek vlak. Nu wil hij een handreiking maken naar anderen met een album vol zalvende liedjes om de wonden te balsemen.

Eigenlijk is het ontzettend schattig, hoe enthousiast Dan Snaith wordt wanneer hij vertelt over die ene keer dat Frank Ocean een track van hem draaide tijdens zijn Blonded radioshow. Hij glimlacht er zijn typische gulle glimlach bij, in een gesprek dat toch al aanvoelt als een gesprek met een favoriete oom. Als je tenminste een oom hebt die een doctoraat in wiskunde heeft, daarnaast intieme dansvloeranthems maakt en wiens muzieksmaak ook als een bloemlezing van popgeschiedenis voelt. En dan vertelt hij je ook nog eens doodserieus dat hij megaveel naar de meest commerciële hiphop van nu luistert. Frank Ocean, tuurlijk, maar ook gewoon Gunna en Post Malone.

Oké, het is niet per se verrassend dat Caribou ontzettend van hiphop houdt. Je hoort in zijn platen die voorliefde voor hiphopbeats en oldschool boombap en dat hij met A Tribe Called Quest en Madlib is opgegroeid, daar maakt hij geen geheim van. Sterker nog: je zou zelfs kunnen stellen dat zijn voorliefde voor de hiphop een boel van zijn andere interesses aanwakkerde. Neem nou die soulplaten die hij onder zijn dj-alias Daphni over de festivals strooit. ‘Daar komt het vandaan: opgroeien met hiphopplaten, die al die oude soul- en funk sampleden, waardoor ik wilde uitvogelen wat die originele samples waren.’

In zekere zin is zijn liefde voor hiphop ook nostalgisch, vertelt hij. Maar het moment dat Frank Ocean – één van de meest relevante artiesten van deze eeuw – zijn track draaide, raakte dat juist aan het tegenoverstelde: zijn relevantie, in het hier en het nu. ‘Het voelde alsof ik deel ben van een muzikaal gesprek waar ik zelf ook in ben geïnteresseerd.’

Een groot deel van zijn werk zit juist diep in het verleden verankerd. Hij begon met Aphex Twin-achtige IDM, schreef een album geïnspireerd door stuwende krautrock en stortte zich vervolgens op psychedelische pop. Stuk voor stuk goede albums, maar dus ook doordrenkt met nostalgie. ‘En daar ben ik ontzettend trots op, maar het refereert allemaal naar een specifieke tijd in het verleden. Daarna vroeg ik me af: wat voegt mijn muziek nog toe als het allemaal zo retro en nostalgisch is? Ik wil muziek maken die het gesprek aangaat met het moment waarin we leven. Qua thematiek en teksten, maar het moet ook in het muzikale landschap van nu passen.’

Tekst loopt door na de foto.

Geen gekke zorgen voor iemand die nu circa veertig is, al twintig jaar muziek uitbrengt en ondertussen toe is aan zijn zevende album. Onterecht is het ook: Caribou is over de jaren heen eigenlijk alleen maar relevanter geworden, door te leren hóé hij zijn rijke muzikale kennis kan kanaliseren in een steengoed popliedje. Op die voet gaat hij verder, maar daarnaast heeft hij Suddenly tjokvol linkse afslagen gepropt. Oldschool hiphopbeats en trap hi-hats, Debussy-achtige piano tegen opgeknipte vocalsamples die eerder fungeren als textuur dan zanglijn, filterhouse en UK garage invloeden, heftig gemanipuleerde gitaarlijnen die alle kanten uitschieten, ga zo maar door. ‘Iedere keer wordt het moeilijker en moeilijker om uit te zoeken wat ik nu weer ga doen. X heb ik al gedaan, check. Y heb ik ook eens beter gedaan, check. Op een gegeven moment wordt het lastig om de volgende stap te bepalen.’

Op Suddenly laat hij meer van zichzelf zien dan ooit. Tuurlijk was zijn vorige plaat ook al best wel intiem: soms bezong hij de gebroken harten van vrienden en familie zo overtuigend dat je je afvroeg of het zijn huwelijk was dat aan diggelen lag. Tegelijkertijd ving de titel Our Love ook de warme gloed van die plaat. ‘Ons eerste was kindje geboren, en rond die tijd hangt er een roze wolk om je heen’, vertelt hij. Nu hij erop terugblikt, noemt hij zichzelf een beetje naïef. De daaropvolgende jaren waren nogal ontwrichtend: de geboorte van zijn tweede dochtertje werd afgewisseld met de sterfte van een familielid, en door de verslechterende gezondheid van zijn vader spookt de sterfelijkheid van zijn ouders steeds vaker door zijn hoofd. ‘Dat zijn wel de belangrijkste dingen in mijn leven nu, ze zijn onontkoombaar. Hoe hadden die niet in de muziek kunnen eindigen?’ Dat hoor je ook in de linkse wendingen op Suddenly, van een scheurende gitaarsolo in ‘You And I’ tot die percussieve richting die ‘Lime’ opeens inslaat. Die wendingen staan voor de ‘plotselinge’ momenten in zijn leven waar de titel op doelt: ‘Plotseling is je leven niet meer wat je dacht dat het was.’

De afgelopen jaren had Snaith namelijk het idee dat zijn wereldbeeld op zijn kop werd gezet. Op persoonlijk vlak, dus, maar ondertussen keek hij ook nog eens met lede ogen aan wat de kranten kopten. The usual suspects voor de linkse liberaal: Trump, Brexit, Bolsonaro, het klimaat. ‘Ik wist gewoon niet dat ik in een wereld leefde waar dat soort dingen kunnen gebeuren.’ Als telg uit een familie vol academici is die hang naar 'alternatieve waarheden' er eentje die hij intens betreurt. ‘Ik groeide op in de heilige overtuiging dat mensen horen te vertrouwen op experts en bewijs. Maar naarmate we steeds méér weten, maken mensen steeds slechtere keuzes. Het doet me pijn als ik bedenk dat we leven in een wereld waar degene die het hardst schreeuwt zijn gelijk haalt.’

Tekst loopt door na de foto.

Nog een pijnlijke waarheid die hij onder ogen moest komen: #MeToo. Als broer van meerdere zussen en als kersverse vader legde dat iets bloot over de genderdynamiek die hij daarvoor nog nooit zo had bekeken. In de nasleep daarvan pende hij openingstrack ‘Sister’, een dialoog tussen broer en zus over de verantwoordelijkheid die mannen dragen. ‘Natuurlijk wist ik over seksueel geweld en verkrachting, maar wanneer je op social media ziet dat bijna iedere vrouw die je kent er een verhaal over heeft… Dat brengt het wel in perspectief. We moeten adresseren dat mannen de diepte van het probleem niet kunnen begrijpen. Dingen komen niet goed als we er niet actief mee bezig gaan.’

Begrijp hem niet verkeerd, Caribou is geen militant type. ‘Ik ben er in het protest, maar ik zal niet in de frontlinie staan. Zo ben ik gewoon niet.’ Zijn muziek is geen oproep tot strijd. Liever wil hij zijn steun betuigen aan de mensen die het nodig hebben. De politiek mag dan wel een open wond zijn, zijn muziek moet als een balsem werken. Je hoort het ook in de intieme details van de plaat. In ‘Sister’ zit bijvoorbeeld een korte opname van zijn moeder die zijn zusje zalvend toezingt. Vijfendertig jaar geleden opgenomen, maar hij kon het niet laten om die dierbare herinnering in het liedje te verstoppen als verrassing voor zijn zusje. Op ‘You and I’ bezingt hij het overlijden van een dierbaar familielid. En op ‘New Jade’ steekt hij zijn schoonzus een hart onder de riem. ‘Heel lang zat ze vast in een verschrikkelijk, toxisch huwelijk’, vertelt hij. Tien jaar geleden schreef hij er al een liedje over, Odessa, waarin hij fantaseerde dat ze dat huwelijk zou verlaten. Destijds lukte het nog niet om de knoop door te hakken. “New Jade’ gaat erover dat ze eindelijk is gescheiden, en hoe ze sindsdien is opgebloeid. Het gaat over het ontvluchten van iets verschrikkelijks, en het begin van iets nieuws.’

Dat is in essentie ook waar deze plaat om gaat: de verschrikking de rug toekeren, een nieuw begin. Juist als reactie op die politieke verscheuring en tegenslag. ‘Ik realiseerde me dat er twee manieren zijn om hierop te reageren. De eerste is om een ziedende plaat te maken, eentje die de woede die we nu voelen reflecteert.’ Niet echt iets voor Caribou, dus. Voor zijn variant van de protestplaat keek Snaith naar artiesten als Beverly Glenn-Copeland, een cultmuzikant en transman wiens new age-album Keyboard Fantasies Snaith omschrijft als een medicijn, of een warme omhelzing. ‘Zijn levensverhaal zit vol met tegenslagen die hij moest overwinnen. Het zette me aan het denken: dat is ook een politiek statement, om negatieve gevoelens om te zetten in iets dat ondersteuning kan bieden aan mensen die het zwaar hebben. Zo’n plaat wilde ik maken. Een plaat als een warme omhelzing.’

Caribou speelt op 29 april in TivoliVredenburg, en staat dit jaar ook op Lowlands, dat op 21-23 augustus plaatsvindt.