De zaterdag van Dekmantel 2019 is er eentje voor dj’s die pijlsnelle haarspeldbochten durven te maken, extreme contrasten opzoeken en hun platen met een vurig enthousiasme weten te brengen. Maar de allerleukste dj, die bouwt met een verlegen glimlach aan de meest gestoorde achtbaan.

In het kort + playlist

Het festival:
Risico's lonen en avontuur wordt beloond op Dekmantel, het festival waarvoor duizenden dancefijnproevers ieder jaar naar het Amsterdamse Bos togen. Nogal een eindje fietsen, trouwens, dus na een weekend heb je gegarandeerd spierpijn van je kleine teen tot je billenpartij.

Het hoogtepunt: Batu
Timedance-labelbaas Batu geeft een dj-set die het voorstellingsvermogen te boven gaat.

De ontdekking: Paquita Gordon
Normaliter nogal een ecclectische dj, vandaag bleef de Italiaanse lekker hangen in soepele Chicago deephouse.

De teleurstelling: Skee Mask & Zenker Brothers
We hadden er zo'n zin in, maar het was al een beetje te verwachten: Skee Mask en Zenker Brothers draaiden zo moeilijk dat we er niet lekker op konden dansen. 

De sfeer:
Alle hoeken en gaten van het Dekmantel-terrein stromen vandaag vroeg vol, om tot aan de laatste plaat gevuld te blijven. 

‘Yo, ik ben eigenlijk een dubstep-dj, vinden jullie het ok als ik wat dubstep ga draaien?’ Een oorverdovend gejuich, voor zover een gejuich oorverdovend kan zijn wanneer het uit slechts tientallen kelen komt. De Britse Mala geeft zaterdagmiddag een brunchsetje in de Dekmantel-broeikas. Daarin laat hij heel goed horen vanuit welke genres hij alweer vijftien jaar geleden de dubstep-oerknal heeft vormgegeven met Digital Mystikz. Ja, natuurlijk vanuit de dub reggae die hij het eerste uur draait. Wanneer het croissantje achter de kiezen is en koffie verruild wordt voor bier, stapelt hij daar 2step en UK Garage op. Gigantische hits uit de hoogtijdagen van dubstep kruist hij met hedendaagse grime, en tering, wat heeft hij er zin in. Mala grabbelt hyper door zijn platentas, stuitert op en neer, laat zijn dreads door de lucht vliegen. En hij ziet de Greenhouse helemaal volstromen met mensen die klaar zijn voor een stevig potje ochtendgymnastiek. Zo’n gekkenhuis als in 2017 – toen sloot hij met Digital Mystikz af – wordt het niet, heel leuk is het wel. Achter een stel gigantische varens staat festivalbaas Thomas Martojo grijnzend toe te kijken, glaasje rode wijn in de ene hand en met een telefoon alles filmend in de ander.

En we zijn wakker! Kwam de vrijdag pas laat op gang, vandaag stromen alle hoeken en gaten van het Dekmantel-terrein vroeg vol. Zo ziet Paquita Gordon om 16 uur al een gigantische dansende menigte voor haar neus staan op het Selectors-podium. De Italiaanse is een graag geziene gast op Terraforma, waar ze redelijk caleidoscopische sets geeft. Vandaag blijft ze juist ontzettend honkvast, met Chicago deephouse uit eind jaren ’80, toen dat woord nog synoniem was voor bronstige, lome house met jazzy pianolijnen, verleidelijke soulzang en bossa nova-basritmes. Ze kent haar klassiekers: Larry Heard, Theo Parrish en obscuurder spul, met nieuwere tracks die er naadloos tussen passen. Aan haar gezichtsuitdrukking zie je telkens weer hoe verliefd ze is op haar eigen platen: dunne glimlach, ogen gesloten en een jointje tussen wijs- en middelvinger geknepen. ‘What a wonderful place’, laat ze een zangeres zachtjes neuriën wanneer de zon achter de wolken tevoorschijn kruipt. Inderdaad zeg. Soms schuurt ze gevaarlijk dicht tegen slappe cocktailhouse aan, maar ze blijft precies aan de goede kant van de lijn.

Bij Octo Octa en Eris Drew vraag je het je de hele tijd af: zijn jullie nog verliefder op jullie platen, of toch op elkaar? Het liefdeskoppel staat op de mainstage te draaien alsof ze op een pretentieloos supercool huisfeestje zijn. Beiden in bikini, flirterig met de armen in de lucht dansend om elkaar af en toe een dikke kus te geven. Die mainstage is overdag een beetje een sfeerloze bedoening, de afstand tussen dj en publiek is er telkens zo hoog dat de vonk maar niet wil overspringen. Maar Octo Octa en Eris Drew lukt het wel, met een pretentieloze set die vooral heel erg leuk is. Nineties raveclassics, breakbeats en zelfs speed garage, het is een soort uitvergroting van de Raving Disco Breaks-mix die Drew eind juni uitbracht.

Swingen bij zestigers

Ondertussen komt de Arabische zon langzaam op tussen de planten van de Greenhouse, waar de 66-jarige Ahmed Fakroun en zijn band intrede doen. De Libiër combineerde in de jaren ‘80 de traditionele raï-muziek met elektronica tot zijn eigen versie van Arabische folk-funk. Een stijl die het in de tijd van Spotifyplaylists en line-ups van progressieve festivals als Dekmantel heel goed doet, maar destijds door de lastige politieke situatie niet goed over de landsgrens te krijgen was. Met dank aan obscure sneupers (en misschien de ‘Habibi Funk’-playlist op YouTube) werd hij vanaf de 21ste eeuw internationaal ontdekt, vormde een nieuwe jonge band en ging op tour. Het is geen wilde frontman – give him a break, hij is 66 – maar elegant is hij zeker. Het bijna reggae-achtige ‘Nisyan’ blijkt een lekker opwarmertje voor wie wiens gewrichten nog wat schuren na gisteren. Leg ‘Soleil soleil’ eens naast ‘Let’s Dance’ van Bowie en vraag je af waarom de een niet een hit werd in 1983. Het matige Arabisch van het publiek zit Fakhrouns verzoeken om mee te zingen soms een beetje in de weg, maar bij laatste hitje ‘Gelty’ lijken alle taalbarrières doorbroken.

Dan, uit hetzelfde geboortejaar als Fakroun maar van de andere kant van de wereld: Leroy Burgess. Als toetsenist, zanger en songwriter speelde hij in de jaren ’80 in de VS een sleutelrol tussen boogie, disco en house. Vanaf het moment van opkomst is duidelijk: hij is geen frontman maar een bandleider, en een entertainer van de bovenste plank. Burgess heeft begin tot eind de touwtjes in handen zet een perfecte live disco show neer, waarin hij zowel zelf de shine kan stelen tijdens een pianosolo, maar ook wanneer nodig de lead overdraagt aan een van de achtergrondzangeressen. Zoals op discohit ‘Moment of My Life’, bekend geworden door Inner Life (‘You like it? Well, I wrote it’). Absoluut hoogtepunt is wanneer Christine Wiltshire het podium opkomt om de hele hut in een Soul Train-aflevering te veranderen met heerlijke divatrack ‘Weekend’ (Phreeks hit uit 1978). Het ziet er misschien een beetje kitscherig uit, iedereen zo top tot teen in het wit, maar stiekem past dat ook wel bij de zoete discomelodietjes en -teksten.

De dollemansritten van Bruce, Bjarki en Ben UFO

Ben je in voor een dollemansritje op zaterdag van Dekmantel, dan kun je je prima begeven naar het boilerroomdebuut van Bruce. De Bristolse dj bracht een album uit op het label van Ben UFO en scoorde een dansvloerhit met 'What', een technotrack met neurotische synthlijnen en ijzingwekkende schreeuwvocalen. Zijn boilerroomdebuut is een al even grote mindfuck, die hij nailt door een bizarre mix van dancehall, industrial, pop-edits, techno, UK dance en zelfs Nirvana te draaien met een punk-attitude, en dan het liefst door te schakelen tussen grote tempocontrasten en met effecten doorspekte overgangen.

Maar de echte kortsluiting in je hersenen wordt vandaag veroorzaakt in de UFO. Daar heeft Bjarki – je weet wel, die IJslander die een mega-hit scoorde op het label van Nina Kraviz – ingezet op een kneiterharde technoset vol wentelingen en loopings waardoor je je ingewanden in je lijf voelt klotsen. Stampen in de vierkwartsmars, éventjes een kickloze maat, en dan een abrupte looping waardoor je je de spanning in je tenen voelt kriebelen. Een gesmoorde schreeuw die boven een gebroken beat uitklinkt, technotracks met hardcore-ethos – en waar de fuck komt nou ineens die ‘Goosebumps’-edit vandaan? In totale paniek begint de lichtman ook maar gewoon op het lichtpaneel te rammen in een poging om het bij te benen, en de enige manier om ermee om te gaan is door gewoon je handen in de lucht gooien en je over te geven aan de volgende driedubbele looping.

Nog een man die niet vies is van driedubbele loopings is Ben UFO, die de Boiler Room afsluit. Eén van de meest geliefde DJ’s van het continent en een mega-veelzijdige mixer. Het is dan ook een verschil als tussen dag en nacht met gisteren. Stond-ie toen nog een duistere techno-set met Blawan te draaien in het grimmigste honk van heel Dekmantel, de UFO-loods, dan draait hij zich vandaag in met een mega-energieke set vol afrohouse, euforische houseplaten, tribal met klapperende percussie en dub. Maar Ben UFO zou Ben UFO niet zijn als hij niet opeens negentig graden de andere kant op zou kunnen schieten. En dat gebeurt: na een halfuurtje slaat hij alsnog om naar breakbeat, jungle en vroege Engelse hardcore platen, waarmee hij de tent volledig op z’n kop zet - zelfs zó heftig dat de Boiler Room-promoter in extase uitroept dat dit een set was waar we onze kinderen later over zullen vertellen.

Batu gaat het voorstellingsvermogen te boven

Op het hoofdpodium sluit ondertussen John Talabot af, de Spanjaard die afgelopen jaren juist steeds experimenteler en trager is gaan draaien. Een wat gekke keuze als headliner, zou je zeggen, maar Talabot heeft genoeg ervaring om zo’n set tot een goed einde te brengen. Hij laat de slowmotion houseplaten die hij zelf produceert in zijn tas en kiest voor Moroderiaanse italo en serieuze big room house.

Een beetje wat je je voorstelt bij een headliner van een smaakvol dancefestival, maar een mens komt nu juist naar Dekmantel voor dj-sets die je voorstellingsvermogen te boven gaan. Een mens komt voor sets zoals die van Batu als afsluiter in de Greenhouse. De dj en Timedance-labelbaas uit Bristol debuteert vandaag in het Amsterdamse Bos, en het is werkelijk ongelooflijk hoe hij zwaar contrasterende tracks naadloos in elkaar weet te zetten. Van opzwepende digitale percussie en bass naar uit elkaar brokkelende techno, van baile funk tot opgefokte smurfendancehall en van Acid Arab naar Fatima Al Qadiri en Egyptische trap. En dan laat hij ritmes tegen elkaar opbotsen, om over te schakelen op 170 BPM footwork en jungle. Tja, probeer maar eens uit te leggen wat de gemene deler daartussen is.

Het is wonderlijk om naar hem te kijken: hij staat achter zijn CDJ’s alsof hij heel voorzichtig een modeltreintje in elkaar zit te lijmen onder extreme tijdsdruk, en hij compleet is vergeten dat hij in een stomende Greenhouse staat te draaien. Werpt hij even een blik de tent in? Dan begint–ie verlegen te glimlachen. Zou hij de hele batterij aan dj’s zien staan die hem op de vingers kijken? Ben UFO staat tot een kwartier voor zijn eigen set te swingen, Mad Miran, Upsammy en Jasmin staan vooraan en even verderop ook Eris Drew en Octo Octa. Van de meisjes vooraan met wapperende vingers begint Batu zo’n beetje te blozen. En dan maakt hij oogcontact met twee euforische gasten vooraan, die NIETS LIEVER willen dan die ene track id. Ze zijn bereid om hun smartphone te gooien. Nee nee, schudt Batu verlegen. Zo cute. Beter went hij een beetje aan al die liefde, want  je kunt al raden dat we ‘m veel vaker op Dekmantel gaan zien.