De moeder van Four Tet. Ook vandaag is ze toch een beetje het verhaal van de dag. Zelden zie je zo’n prachtig tafereel als deze grijze Brits-Indiase dame die met haar zoon mee is naar een weekendje Amsterdam. Gisteren zagen we haar bij zijn afsluitende set op het hoofdpodium, vandaag zijn de twee ook de hele dag onafscheidelijk. Niet gek, want op het Selectors-podium staan de hele dag huisvrienden van de familie Hebden. We zien moeder Four Tet frietjes etend een serieus gesprek voeren met Daphni, moederlijk met haar beide handen op zijn schouders. We zien haar in een relaxte strandstoel nieuwsgierig meekijken over de schouder voor haar zoon, die met Floating Points even diens aanstaande set doorspreekt. We zien haar goedkeurend toekijken als Daphni een foutje maakt en Four Tet direct de booth inspringt om hem dat in te wrijven. Ze vonden elkaar jaren geleden in de Londense club Plastic People, een intieme zaal waar ze zichzelf konden veroorloven in alle vrijheid te draaien. Natuurlijk, house en disco, maar tussendoor ook van alles uit alle decennia en alle windstreken. De club is inmiddels niet meer, de vriendschap is gebleven.
Dit is wat Dekmantel natuurlijk dolgraag wil op de Selectors-stage, het kleine podium met de hangende bomen, waar alles mag en kan. De dj’s krijgen er vandaag de ruimte - slechts drie dj’s in tien uur - en de vibe is ontspannen. Dit is ook wat Dekmantel als geheel is voor veel dj’s: niet hun best betaalde gig van de zomer maar wel een waar ze het hele weekend vrij voor nemen. Op Selectors begon Dekmantel vorig jaar met een experiment: wat als we nu grote dj-sterren als opener neerzetten, met een extra lang slot. Wordt dat vrije gevoel dan nog groter? Dat experiment pakte goed uit, en dus staat dit jaar Jamie xx op die spot, van 13:00 tot 17:00. En inderdaad, we zien een heel andere artiest dan de gecalculeerde dj die hoofdpodiums afsluit. Hij hangt eerst lekker in de disco slowjams en eigthies synthpop, om vervolgens door te schakelen naar house. Natuurlijk komen zijn eigen tunes (‘Seasaw’, ‘On Hold’) ook voorbij en dat is fantastisch, maar in zijn headlinesets moeten die hits ook meteen de piekmomenten zijn, terwijl nu ook andere tracks de kans krijgen te schitteren. Geen ‘Loud Places’ als afsluiter dus, maar de heerlijke zomerdiscoplaat ‘You Saved My Day’ van Cheryll Lynn. Het wordt vechten om de Selectors-openingsspot volgend jaar!
Met een klassieke ‘no more miss nice girl’-plaat blaast Helena Hauff om negen uur Detroit-legende Carl Craig van het podium. Dit is haar moment, en ze grijpt het stuur direct met beide handen vast. Geen wonder, want de hele slotdag van Dekmantel Festival 2018 leidde naar haar spectaculaire slotset.
Wie deze zomerse vibe vast wil houden is bij Daphni en Floating Points aan het goede adres, maar er zit een veel spannender lijn in het programma vandaag. Een die leidt naar de verrassende mainstage afsluiter Helena Hauff. De Duitse schuift ieder jaar een stukje op in de Dekmantel hiërarchie, en met een vers album in de winkels is dit helemaal haar moment. Haar stijl - hectische techno en gemene electro - is de belangrijkste nieuwe smaak in het Dekmantel palet de afgelopen jaren. Ook de Nederlandse school heeft inmiddels heel wat te bieden op dat vlak, met o.a. Job Sifre, Parrish Smith en Identified Patient. We vinden het vandaag vooral in de UFO II, die geweldige nieuwe tent naast de grote techno-hal. Het is er donker en heet, en het tempo ligt er aan het begin van de dag laag, maar loom is het er zeker niet. De slow jams van Jamie xx nodigen uit tot zorgeloos uitstelgedrag, de 90 BPM wave en slomo-trance van Job Sifre is juist dwingend. Dat geldt zeker voor Duitser Tolouse Low Trax, die direct na hem al even traag speelt maar toch nog wat meer druk op de dansvloer zet. Tolouse Low Trax is de oprichter van de Düsseldorfse club Salon des Amateurs, en de krautrockroots van die stad krijgen een fantastisch nieuw leven in bijvoorbeeld deze act. Salon-collega Lena Willikens staat vooraan met een glimlach mee te zwieren.
Identified Patient trekt na zijn Boiler Room-set van vrijdag de tent helemaal vol. Duits gekrijs, piepende feedback, oude acid, LFO, Legowelt, ROD, stampende electro en een kolderieke synthpopplaat: hij schiet van links naar rechts en van 110 naar 130 BPM met het begeesterde enthousiasme van een begin-twintiger die op een huisfeestje zijn favoriete muziek laat horen (en een excellente smaak heeft): ‘Oh, heb je dit liedje al gehoord? En dat liedje? En dit liedje?’ Wel erg hyperactief, maar keer op keer ziet Identified Patient de tent voor ‘m exploderen. Dan is de set van Parrish Smith gecontroleerder in zijn duisternis, steviger ook, met snares die klinken als zweepslagen op je blote rug en EBM-platen met teksten die het er allemaal bepaald niet minder naargeestig op maken.
Er staat ook nog een legacy act in UFO II vandaag: Fixmer/McCarthy, met Nitzer Ebb frontman Douglas McCarthy. De Britse band behoorde begin jaren tachtig tot de voorhoede van de EBM, electronic body music, een soort elektronische punk met industrialinvloeden. McCarthy vormde rond de eeuwwisseling een nieuw duo met de Franse producer Terrence Fixmer. Niet toevallig was dat in de tijd dat electro opnieuw uitgevonden werd met het woordje ‘clash’ erachter. De nieuwe incarnatie van het genre is een stuk minder extravagant dan die van toen. Het is donker, soms zelfs dof, maar toch messcherp. Fixmer/McCarthy past daar prima bij, blijkt als de hele UFO II meebrult met Nitzer Ebb-klassieker ‘Join The Chant’.
Vunk met een V
Vanaf nu zal niemand ooit Vunk meer anders schrijven, aldus de host van Boiler Room. David Vunk - Rotterdamse veteraan, mafkees, stijlicoon - houdt zijn geweldige flow vast met deze hyperactieve Boiler Room-set. Na 25 jaar breekt hij nu eindelijk door.
En dan is er ook nog Gesloten Cirkel: de mysterieuze Rus (of zou het stiekem toch een verlegen Hagenees zijn?) die zijn naam ontleent aan een uitspraak van I-F, zijn platen ook op diens label uitbrengt en een zeldzame liveset doet. Gisteren liet DJ Stingray dezelfde tent al pieken met zijn grote hit ‘Submit X’ – en eerlijk: wie draait die plaat nou niet grijs? – en vandaag is de ontvangst erop zo mogelijk nog euforischer. Sommige livesets van een uur willen nog weleens alle kanten op schieten, meer met de dynamiek van een concert dan van een dj-set. Dat is bij Gesloten Cirkel zeker niet het geval: secuur en geduldig schuift hij van schurende electro naar een acidtrip die gerust tien minuten duurt.
Even naar adem happen tussendoor? Dan moet je niet op het mainstage zijn, waar Young Marco voor het eerst een liveset doet (op die ene ambientset in het Muziekgebouw na). Zo frivool als zijn dj-sets zijn is dat bepaald niet. Hij gooit zijn sequencer in de overdrive en laat synths over elkaar heen buitelen zonder beloning in de kick. Echt een interessante en intense show, maar dansen in de bloedhete middagzon lukt bijna niemand. In de Greenhouse staat de zware bassmuziek van The Bug met zangeres Miss Redd. Toch even een zijstap naar het programma in de kas vandaag. Want na The Bug staan daar Source Direct en Special Request en vervolgens Goldie met een old schoolset. Ook een opvallende terugkeer: drum ’n bass hoorden we wel eens langs komen als curveball in een set van Objekt of Four Tet, maar de volledige junglehectiek zoals we die hier vanavond horen is echt nieuw op Dekmantel. Lang kunnen we daarbij niet stilstaan, want Helena Hauff roept.
En dat doet ze nogal dwingend. Carl Craig heeft zojuist wat vriendelijke woorden tot het Amsterdamse publiek gericht als afsluiting van zijn Synthesizer Ensemble liveset. Hij wordt vervolgens met grof geweld van het podium geblazen door Helena’s eerste plaat, een vieze technoknaller die niets aan het toeval overlaat. Het eerste halfuur is stuurs en direct, zonder afslagen. Ze kiest voor techno met veel overstuurde synths, met een electrofeel. Ze is wel van de blitzkrieg, liet ze vorig jaar al zien in de gezellige Greenhouse-tent, die ze volledig omver schoffelde. Dat is ze ook van plan op het grootste podium. Toch opvallend dat ze daar staat met zulke compromisloze muziek. Hauff is een typisch voorbeeld van hoe Dekmantel zelf aan zijn headliners werkt. Jaar na jaar kreeg ze de kans, op zo’n beetje elk podium dat de organisatie te bieden had. Altijd maakte ze het waar, en dat doet ze ook nu. Voor het grote LED-scherm met muziek die zijn oorsprong vindt in vochtige undergroundkelders.
De ware kracht van haar sets ervaar je pas echt als je vooraan vol in het geluid gaat staan. Zeker als ze met nog anderhalf uur op de klok wat meer ruimte toelaat in de set. Niet dat het minder intens is, maar de variatie wordt groter. Ze strooit met breakbeats en electrotunes die drijven op superheftige basschops. Tunes waarvan je als vanzelf alle kanten op gaat bewegen in plaats van met je hoofd omlaag en je vuist omhoog. Luister eens goed naar een van de beste tracks uit haar set – Clatterbox’ ‘Datastream’ – een track waarin twee soorten energie door elkaar heen lopen: eerst alleen de hectiek van de bleeps en de overstuurde drums, maar dan ook een trage synth waar je met je laatste energie in kunt gaan hangen. Je hoofd weet amper welke kant het je benen op moet sturen. Hauff spreidt haar armen als een ware Armin en gluurt met haar zwartomrande ogen over het spierwitte decor naar beneden. Het is een van de allerlaatste tracks in haar geweldige set, die kort daarna eindigt met een halftempo breakbeat-track, haar variant op de melancholische soulballad.
Zo sluit Helena Hauff dit lange, lange weekend met een set waar de organisatie zelf van droomt: vol met uitdaging en risico. Ook in 2018 onderstreepte Dekmantel zijn naam als festival waar het draait om verrassing en inhoud. Je komt hier niet om te verdwalen in je eenhoornpak, je wordt hier niet verleid tot spontane feestjes bij dj's wiens naam je nooit zult weten. Dekmantel is bezig met een grondige ontginning van de elektronica-historie, maar weigert daarbij de stofjas van een laborant aan te trekken. Eigenlijk precies zoals de beste dj-sets.