Het publiek wordt meteen op de proef gesteld. Headliner Fleet Foxes begint met het trio waarmee ook de derde plaat Crack-Up wordt geopend. Robin Pecknold hamert door op de snaren van zijn akoestische gitaar, de drums draaien onrustig om het monotone spel heen. De gospelachtige samenzang is uit duizenden herkenbaar, maar voor melodie geldt een straatverbod. Crack-Up is een bloedserieus klinkende plaat die aandacht vergt. Soms met beloning. Uit dat repetitieve kan van alles opduiken tot en met een jazzy saxofoon. Tempowisselingen zijn niet verbazingwekkend als een nummer ‘I Am All That I Need / Arroyo Seco / Thumbprint Scar’ heet: Pecknold heeft uitgebreid lopen componeren en schuiven. Het ernstige materiaal is het ontoegankelijkste dat Fleet Foxes ooit heeft gemaakt. Het sluit niet aan op de energie van de aanvankelijk bomvolle Hotot-tent. Het Crack-Up werk is honderd kilo te zwaar.
DE STEMMING
Het serieuze heeft altijd aan de Amerikanen gekleefd. Fleet Foxes is een band die het zichzelf graag moeilijk maakt. De veeleisendheid is al in de begindagen zichtbaar. Als de band uit Seattle in 2008, enkele dagen voor het verschijnen van het debuut, in de Paradiso bovenzaal optreedt, wordt er tussen de nummers door uitgebreid gestemd. Eindeloos gestemd. Het duurt geregeld langer dan het nummer zelf. Maar als de band speelt, klinkt alles kraakhelder, de samenzang perfect. De Paradiso-show is geen uitzondering. De vaart van elke show is ondergeschikt aan de muzikale perfectie. Lichtheid is ook de jaren erop ver te zoeken. Het maakproces van de tweede plaat wordt door frontman Pecknold als uiterst moeizaam en uitputtend ervaren. Een bijna afgerond album wordt weggegooid. Na de tour van het eindresultaat Helplessness Blues, een album over zijn existentiële crisis, is Pecknold zijn drummer Father John Misty kwijt en zijn zin in alles. De oplossing: een tegenovergesteld leven leiden en een surfplank kopen. Hij verhuist naar New York, gaat studeren aan de Columbia University en verdiept zich in kunstgeschiedenis tot muziekwetenschap om uiteindelijk te concluderen dat hij een muzikant is en geen wetenschapper. Maar de studie en de surfplank hebben hem naar eigen zeggen goed gedaan. De opnames van Crack-Up noemt hij een vreugdevol en vrij proces. Op plaat en op het podium is het niet per se te merken.