Het deze week verschenen derde album van Fleet Foxes is een cryptische puzzel waar de stukjes slechts langzaam in elkaar vallen. Zes jaar lang was Robin Pecknold verdwenen van de muzikale wereldkaart en ook op Crack-Up klinkt hij solitair en teruggetrokken. Grappig genoeg vertelt hij via zijn Instagram wonderbaarlijk veel over zichzelf. Een gesprek aan de hand van zijn tijdlijn.

Dit zijn je vader en jijzelf, samen met je broer op een surftrip.
‘Dat klopt, in Tofino, Canada!’

Zijn zulke surftrips al sinds je jeugd een familietraditie?
‘Nee, helemaal niet, pas sinds de laatste vier jaar. Het is een goed excuus voor vader-zoon-bonding en ik hou er niet zo van om te reizen zonder doel, vakanties waar je stilzit en luiert. Het brengt je bovendien naar interessante plekken: nadat deze persreis voorbij is, ga ik naar Portugal om een paar dagen in mijn eentje te surfen. Dat wordt wel cool.’

Wat trekt je erin aan?
‘Nou.. Het is als het leven, denk ik. Er is niet altijd een perfecte golf, en je moet klaar staan om hem te pakken te krijgen. Misschien is de golf zelfs te groot, verplettert hij je en voel je je nederig, oog in oog met zo’n enorme natuurkracht die je niet kunt controleren. Je klampt je vast aan dat kleine ding dat je ervan moet beletten te verdrinken. Je staat op de drempel tussen het water en de lucht. En het vergt zo’n gestoorde hoeveelheid focus dat je ondertussen echt niet over iets anders kunt nadenken. Het kostte me twee jaar voordat ik voor het eerst een golf wist te pakken. Maar ik moest het doorstaan, ik moest door. En ik was extatisch toen het me voor het eerst lukte. Ik hou ervan hoe zwaar het is, en hoe het je dwingt tot het accepteren van wat buiten je macht ligt.’

De reden dat ik over het surfen begin: er zitten nogal wat oceanen in je liedjes. Ik interpreteerde het als een verlangen naar wat aan de andere kant zit.
‘Ja, daar gaat het soms wel over. Er zitten bovendien geloopte geluiden van waterpercussie in. Kijk maar eens op YouTube, daar zie je gerust vijf mensen die polyritmes spelen door op het water te slaan. Oh, en ik ben van Seattle naar New York verhuisd, van de Grote Oceaan naar de Atlantische Oceaan. Ten slotte is er een nummer van David Behrmann dat ‘On The Other Ocean’ heet.’

Ah, die had ik gevonden, en ik dacht al dat het geen toeval kon zijn! Het is alleen maar synthesizer en fluit, toch?
‘Ja! Het is een van de eerste voorbeelden van een computer die reageert op twee improviserende spelers. De muzikanten spelen live fluit en cello, de synthesizer reageert daarop op basis van een algoritme. Daarom beweegt de melodie op zulke bizarre manieren, en de klanken zijn zo puur. Ik kan er de hele tijd naar luisteren.’

CV Fleet Foxes

2006: Robin Pecknold begint Fleet Foxes op de middelbare school met Skyler Skjelset

2008: band wordt via MySpace opgepikt door het label Sub Pop en brengt EP Sun Giant en debuutalbum Fleet Foxes uit. Josh Tillman (nu bekend als Father John Misty) wordt drummer van de band. De plaat wordt ontvangen als 'instant classic'.

2011: het wat minder toegankelijke tweede album Helplessness Blues verschijnt.

2012: Josh Tillman alias Father John Misty stapt uit de band. Fleet Foxes speelt in Nederland in de HMH.

2013: Fleet Foxes neemt een pauze, Robin Pecknold schrijft zich in aan de Columbia University in New York

2017: derde album Crack-Up verschijnt, opgenomen in Electric Lady Studios 

Laten we verdergaan met deze foto: ik moest er ontzettend om lachen, want er zijn zoveel mensen die er zo uitzagen in 2010. Sterker nog: ik heb ook een houthakkersblouse gekocht omdat ik Fleet Foxes zo goed vond… Nadat jullie doorbraken in 2008, begon er een tijd waarin folk het allerhipste genre óóit werd. Mumford & Sons en The Lumineers explodeerden met hun pop-folk, en daarna begon zelfs Avicii een akoestische gitaar in zijn producties te stoppen. Hoe voelde jij je daarbij?
Pecknold grinnikt bij het zien van de foto, en valt dan stil. ‘Ehm… Het was opwindend om deel uit te maken van die opleving, met acts als Grizzly Bear, Joanna Newsom en Devendra Banhart. Ik was verrukt dat zulke muziek zoveel mensen kon bereiken. Maar toen het groter en groter werd, en er zelfs EDM-folk kon ontstaan? Dat zorgde ervoor dat ik geen akoestische muziek meer wilde maken. Soms pakte ik mijn akoestische gitaar op, en het voelde gewoon verkeerd. Dat betekende ook weer dat ik reageerde op andere muziek – op een cultuur – en ik weet niet of dat wel de puurste plek is waar je vandaan kunt komen wanneer je kunst creëert. Ik ben blij dat die storm is gaan liggen, want ik had wel degelijk het gevoel dat ik nog niet kláár was in de muziek, ik kon nog mooiere muziek maken dan ik al had gedaan, nog grootser en weelderiger.’

'Mumford and Sons en Avicii Dat zorgde ervoor dat ik geen akoestische muziek meer wilde maken'

 

 

 

In de tussentijd ging je studeren aan de Colombia University in New York. Op het album zitten nogal veel verwijzingen naar de klassieke oudheid, van Cassius tot Cicero tot de naiades, een soort Griekse nimfen. Hoopte je dat het studeren je een betere artiest zou maken?
‘Nou ja… het grappige is dat ik de teksten waar je het nu over hebt al had geschreven voordat ik ging studeren. Ik heb vervolgens Algemene Cultuurwetenschappen gestudeerd, en had het gevoel dat dat te algemeen was om echt te gebruiken. Ik kan geen nummer schrijven over de Ilias, dat zou supercorny zijn. Maar ik heb er ook muziektheorie gevolgd, en dat maakte het echt gemakkelijker om muzikanten te instrueren over dit album, ik had opeens een ander vocabulaire. Wat ook prettig was aan het studeren: ik kon een andere levensstijl ervaren, met een veel strikter ritme. Er werd elke dag zoveel van me verwacht, dat ik me heel erg vrij voelde toen ik aan het album begon.’ 

In het tekstboekje voor Crack-Up staan ook beschrijvingen van scènes, bijna als een theaterscript. 
‘Dat klopt, dat heb ik pas een paar weken geleden gedaan omdat ik de luisteraar erdoorheen wil gidsen: het album schiet nogal door verschillende periodes in de tijd, en toen ik het album probeerde te luisteren alsof ik het nog nooit had geluisterd, dacht ik: het is wat enigmatisch geworden. Misschien moet ik wat meer uitleg geven.’ 

Over verschillende periodes gesproken: op de foto van je studentenpas zie ik ook dat je je baard en je haar afschoor voordat je ging studeren.
Hij lacht. ‘Jep. Het was duidelijk een identiteitscrisis, hè? Ik zie het als thesis, antithesis en syntheses. Mijn studieperiode was een anti-reactie, nu komen die twee weer bij elkaar. Zelfs qua look, hè?’

Je postte deze foto op 20 januari, tijdens de inauguratie van Trump. Het liedje ‘If You Need To, Keep Time On Me’ speelt zich af op dezelfde dag.
‘Ik voelde me die dag verschrikkelijk en moedeloos. Maar voor mij is Barack Obama nog altijd president, ik ben een trotse Amerikaan en heb het gevoel dat Trump geen Amerikaan is. Zij waarden zijn geen Amerikaanse waarden.’

In 2008 heb je wel eens in een interview gezegd dat de grote deceptie van de 21ste eeuw is dat republikeinen de arbeidersklasse ervan overtuigen dat ze aan hún kant staan.
‘Precies! Nu is dat nog duidelijker. Mensen stemmen tegen hun eigen belang in voor Trump en hebben het niet eens door. Het komt neer op een educatie-crisis, denk ik.’

Heb je het gevoel dat het land is veranderd sinds 20 januari?
‘Dat vind ik een moeilijke vraag. Ik hoor veel over hate crimes en vandalisme. Veel van mijn vrienden zijn ontmoedigd. Tegelijkertijd dacht ik tijdens het presidentschap van Barack Obama: “We hebben een goeie man zitten daar, er gaat niets gestoords gebeuren dus ik hoef niet over politiek na te denken.” Achteraf voel ik me daar schuldig over, er heerste een stortvloed aan populistische sentimenten waar ik niets van doorhad.’

Je zingt in het nummer ook: “If they al turn, would you run?” Heb je wel eens overwogen om je koffers te pakken en uit de VS te verhuizen?
‘Dat is wel de vraag die ik oproep, hè? [stilte] Ik denk dat het belangrijk is om in Amerika aanwezig te blijven, en te doen wat ik kan. Maar mijn vader is Canadees, dus ik heb een back up-plan als de situatie verslechtert. Ik hoop dat dat niet nodig is, hoor.’

Iets héél anders: ben je inmiddels gestopt met roken?
‘Neeeeeee! Het is me een week gelukt.’

Maar een week?!
‘Ja, het is zó moeilijk om te stoppen. Zingen wordt echt zwaarder door het roken. Maar ik rook er nu nog maar een paar een dag. Dat is al een hele verbetering, tijdens het opnameproces rookte ik gerust 20 sigaretten per dag. Maar ik zou eigenlijk naar een rehab moeten, denk ik.’

Deze foto is gemaakt op een wandeltrip waarop je hoopte te stoppen van roken. In de afgelopen zes jaar zag ik heel veel uitgestrekte landschappen voorbij komen op je Instagram. Waar voelde je je echt overrompeld door de natuur?
‘Ik ben wel eens naar Everest Base Camp in Nepal getrokken. Dat was een hele intense tocht van een maand. En ik heb het Kalalau-pad gevolgd op Hawai. Het is 11 mijl lang, en eindigt op een strand in een vallei waar mensen in kampen leven. Er is geen echte weg naartoe, dus je moet een nogal barre tocht doorstaan om er te komen. Af en toe komt de politie er met een helikopter naartoe gevlogen om iedereen weg te jagen. Het is een nogal bizarre verloren wereld, en het strand daar is prachtig.’

In de muziek van Fleet Foxes weerklinkt iets heiligs, niet zozeer religieus maar meer zoals de natuur een spirituele kracht is. Mag ik dat zo zeggen?
‘Zo zie ik dat wel, ja. Je voelt je heel klein als je op de grootse natuur uitkijkt.’

Nog eentje, dan: dit is natuurlijk het essay van F. Scott Fitzgerald uit 1935 waar je je album naar hebt vernoemd [lees hier het hele essay]. Ik vond het nogal verdrietig.
‘Ja, dit gedeelte is nog hoopvol. Veel van mijn teksten gaan over perceptie, over het verschil tussen de realiteit en hoe jij hem ziet. Soms moet je die realiteit accepteren, soms moet je hem wat mooier maken met wat hoop die je zelf hebt gecreëerd, met een eigen betekenis. Deze quote spreekt tot dat gevoel, Spinoza die zegt: “De wereld bestaat alleen door jouw begrip ervan.”'

Het derde gedeelte eindigt met de gedachte: 'The natural state of the sentient adult is a qualified unhappiness.' Herken je je daarin?
'Helemaal niet, gelukkig! Het album is geen adaptatie van het essay, het eindigt niet met iemand die zegt dat hij een robot is die zijn weg veinst door al z’n interactie. Het album begint juist gebarsten, cracked up, om soort-van-samengelijmd te eindigen. Of nou ja, dat hoop ik.’