Wie de setlist in handen heeft gehad weet het: afsluiter ‘Intervention’ stond niet op de planning vanavond. Dat zie je niet vaak: een headliner die nog een échte toegift speelt en het risico neemt dat het geluid halverwege wordt uitgezet. Met album nummer vijf op komst maakt Arcade Fire de stap naar de buitencategorie die dit soort stunts kan uithalen.

Nog voor de show begint, is duidelijk hoe extreem tot in de puntjes Arcade Fire alles uitwerkt. Als alles klaar staat en gecheckt is, rent er een roadie over het podium om alles wat glimt verder op te poetsen. De band stapt in clubkleding het podium op. Op alle shirts, spijkerjasjes en overhemden zitten logo’s van het Everything Now Corps, het fictieve bedrijf waarmee het aanstaande album in de markt wordt gezet. Vervolgens zijn de eerste noten van ‘Wake Up’ genoeg om het uitpuilende veld vanuit de tenen te laten meezingen.

Stadionvolume
Die opener is Arcade Fire in een notendop. Funeral, het debuutalbum waarop het nummer stond, was een conceptalbum zonder dat het gekunsteld voelde. Ze worstelden met ouder worden, zagen mensen om zich heen dood gaan en door daar op stadionvolume over te zingen vierden ze juist weer het leven. Ontzettend cheesy en muzikaal enorm bombastisch, maar door de uitvoering ontsteeg het die stempels. En dat lukte vervolgens met elk album weer, hoezeer ze ook nieuwe vormen aannamen. Neon Bible was een wat belerend album over de snelle en digitale maatschappij vol open deuren, maar door de loodzware arrangementen en gebruik van een gigantisch kerkorgel beklemmend mooi. Op Suburbs ging het over herinneringen aan hun jeugd en familie, gezongen over Springsteenrock, op de overambitieuze dubbelaar Reflektor haalde de band er disco, punk en de Griekse mythologie bij. En als we de de eerste singles van het aankomende album moeten geloven, wordt het er niet luchtiger op. Suïcidale kids met een gehavend zelfbeeld, een samenleving waarbij we altijd en overal naar informatie, prikkels en bevrediging zoeken: De blik is weer naar buiten gericht.

HET CONCERT:
Arcade Fire, Stage One, zaterdag 16 juni

HET PUBLIEK:
Iedereen. Op de twintig mensen na, die bij het – naar het schijnt – best goede concert van Marika Hackman stonden. 

WAS HET GOED:
Ja, het was goed. Van de buitencategorie, zo goed. 

HET NUMMER:
'Everything Now' natuurlijk,  ook wel bekend als de Song van het Jaar 2017. 

(Tekst gaat door onder de video en foto)

Al die verschillende gedaantes van Arcade Fire komen vanavond samen. Régine laat het publiek voorzichtig in beweging komen als ze zingt over onderdrukking van haar familie in Haïti, haar man Win laat het veld schreeuwen over een plek waar je je kunt verstoppen voor de doordenderende wereld, en midden in de bombastische set kijkt het veld muisstil toe als Regine theatraal een gigantische neonlicht bijbel bladert, en iedereen fluisterzingt mee over hoe de  plekken uit je jeugd hun magie verliezen.

Euforisch
Het is bijzonder hoe euforisch die loodzware thema’s ontvangen worden. Vuisten die in de lucht gaan bij de classic rock tracks, dansen bij de disco vol Caribische licks en extra percussie. En laten we het maar gewoon zeggen: 'Everything Now' is de Song van het Jaar. Als die niet wordt gekozen, dan hebben de stemmers het mis. Zo simpel is het. Nog maar net uit, als tweede in de set en toch voelt  het nu al als het nummer van de festivalzomer 2017. En wonderlijk dat niet die meezing-break het enthousiast ontvangen wordt, maar dat de Bebey fluit het publiek het hardst laat juichen.

Albums Arcade Fire

2004: Funeral
2007: Neon Bible
2010: The Suburbs
2013: Reflektor
2017: Everything Now

 

En zo zit de set vanavond vol met het soort momenten dat de show boven de gemiddeld geslaagde headlineshow doet uitstijgen. Win die onderuitgezakt tegen de spiegelpiano hun meest dansbare nummer 'Afterlife' inzet en eerder een cameraman opdraagt het publiek te filmen. Régine die als altijd mierzoet en net tegen en over het randje vals gaat, zodat zelfs in die zoetheid een spanning zit. Alle tracks waar de saxofoon voordoet hoe je de baslijn mee kan zingen. Die ongeplande toegift. De gestoorde modulaire synth in ‘Creature Comfort’ die je borst uiteen rukt. Die dubgroove uit 'Here Comes the Nighttime' die het hoofdveld als een kleine club laat voelen. Ondertussen spelen ze met de zeldzame combinatie van kerkelijke bezieling, maniakale gedrevenheid en zichtbaar plezier. Arcade Fire is definitief naar de buitencatagorie opgeschakeld en heeft het allemaal. Of zoals ze zelf zouden zeggen: ze zijn alles nu.

Setlist

1. Wake Up
2. Everything Now
3. Haïti
4. Here Comes the Nighttime
5. No Cars Go
6. Windowsill
7. Neon Bible
8. The Suburbs
9. Ready To Start
10. Neighbordhood #1 (Tunnels)
11. Sprawl II 
12. Reflektor
13. Afterlife
14. Signs of Life
15. We Exist
16. Creature Comfort
17. Power Out
18. Rebellion (lies)
============
19. Intervention

HET MOMENT:

Op het puntje van de bank zag ik in 2005 op Nederland 3 (sorry NPO, NPO 3 bedoel ik natuurlijk) hoe Will Butler (de broer van de frontman) met trommel en al in de nok van de Grolsch klom. Zelden zo hard juichend voor de tv gezeten. De tweede herinnering is aan die legendarische show op Pinkpop in 2014. Arcade Fire die tegen de wens van de stagemanager doorspeelde tijdens een onweersbui. Dat heb ik van horen zeggen dan, want ik stond bij Gogol Bordello. Vandaag was ik er echt bij. En ik zag met eigen ogen Will Butler in de lichtmast klimmen. Everything. Now.