Dit weekend staat singer-songwriter Kelly Lee Owens op Le Guess Who?. Een goed moment om dit interview nog eens te lezen over haar debuutalbum, vol subtiele elektronische popsongs - niet altijd dansbaar, eerder sfeervol en dromerig. Rond Best Kept Secret sprak ze met 3voor12 over haar jeugd, arbeidsethos en muziek als escapisme.

Het lijkt wel of ze ze stelselmatig aan het afwerken is: Rough Trade East, Sister Ray, Ace, Pure Groove, Kelly Lee Owens heeft al baantjes gehad in zo’n beetje elke platenzaak van Londen. En dan liep ze ook nog eens stage bij XL, het meest toonaangevende Britse indielabel van de laatste jaren. En eerlijk gezegd is het ook daadwerkelijk een kwestie van stelselmatig aflopen. Kelly Lee Owens probeert namelijk zoveel mogelijk informatie in zich op te nemen. Dat wil zeggen: muziek uit alle hoeken van de wereld, maar ook alles over de industrie. Het is een proces waar ze de tijd voor nam, want ze loopt al tegen de dertig en nu pas verschijnt haar debuutalbum. ‘Ik ben blij dat ik niet op mijn twintigste al dacht dat ik er klaar voor was. Ik heb alles twintig jaar lang alles door mijn vergiet gegooid, en nu pas is het tijd om te kijken wat is blijven hangen.’

Geen gekke strategie voor iemand die zichzelf een dagdromer noemt. Ooit werd ze in haar klas zelfs eens uitgeroepen tot ‘Daydreamer Of The Year’, een prijs waar ze nog altijd trots op is. Maar dagdromen en wilde ideeën gaan volgens Owens heel goed samen met haar andere liefde: studeren. Owens groeide op in een klein dorp in Wales waar die twee ook goed samen gingen. Ze was per slot van rekening vaak op zichzelf aangewezen, ook omdat haar ouders scheidden toen ze nog jong was. Haar vader woonde een dorp verderop, haar moeder maakte lange werkdagen. In haar eigen kleine wereldje las ze boeken en begon ze al heel jong met het schrijven van liedjes, omdat dat in haar Welshe omgeving nu eenmaal de standaard manier van je uiten was. Maar tijd om in het artistieke te blijven zwijmelen was er niet: vanaf haar 13e werkte ze al als serveerster, gewoon na schooltijd. ‘Ik heb al vroeg geleerd om hard te werken.’

Met die mentaliteit belandde ze ook in Londen, waar ze in een band terecht kwam met de merkwaardige naam The History Of Apple Pie. Het was een shoegazeband die in niets lijkt op de muziek die ze nu maakt. ‘Ik wilde graag in een band en hield van energieke indierock, zo eenvoudig was het. Zelf speelde ik drums, en ik kon een beetje zingen, maar zij zochten een bassist. Ik dacht: fuck it, ik ga het proberen. Zo doe ik dat nu ook als dj: er is vraag naar, dus ik gooi mezelf erin. Dat is sowieso het beste wat je kunt doen in het hele leven: je angst opzij zetten en gaan! Het was een hele leuke tijd, maar ik kreeg er natuurlijk helemaal geen geld voor. Het was ook niet mijn project. Ik bemoeide me niet met de muziek, ik speelde gewoon wat er van me gevraagd werd.’

Dat veranderde nadat ze een paar jaar terug bij Pure Groove Records in contact kwam met Daniel Avery, een dj en producer die een vocalist zocht voor zijn album Drone Logic. ‘Het was voor mij een totaal andere wereld, waar ik eerst niets mee had, maar waar ik gaandeweg in groeide.’ Tot ze op een gegeven moment zelf liedjes ging maken met elektronica als basis. Ze bracht met het liedje ’Arthur’ een ode aan de Amerikaanse pop-avantgardist Arthur Russell, en dat nummer vond zijn weg onder liefhebbers op internet. ‘Een vriend van me zei: je kunt nu labels gaan zoeken en een plan maken, je kunt het ook gewoon op fucking Soundcloud gooien.’ Twee jaar later is er dus dat debuutalbum, een heel subtiele collectie liedjes. Elektronisch maar lang niet altijd dansbaar, en al helemaal niet op een euforische clubmanier. ‘Ik drink niet, heb nog nooit in mijn leven een drug genomen. Ik ben er ook niet in geïnteresseerd. Ik heb niets tegen het escapisme van het nachtleven, maar voor mij is de muziek zelf de ontsnapping. Ik ben laatst voor het eerst in de Berghain in Berlijn geweest. Het was echt een spirituele ervaring om in dat techno-paleis te zijn. Ik kon niet stoppen met glimlachen. Echt, volkomen nuchter.’

Nuchter is niet per se wat je je voorstelt bij de dromerige popsongs die de zangeres maakt. Ze nemen je mee met een aangenaam wollige sfeer. Voor Owens gaat het er dan ook niet om kunstmatig een ‘vibe’ te creëren, maar wel om de natuurlijke frequenties van de aarde te pakken te krijgen. Ehm ja, noem het rustig een beetje zweverig hoor, dat vindt Owens zelf ook. Maar de basis van haar denken ligt toch echt in de wetenschap. ‘Alle fysieke elementen op deze aarde hebben hun eigen frequentie, en die wordt beïnvloed door bijvoorbeeld de maan of de planeten. Ik geloof daar stellig in, astrologie, ook al kan niet alles bewezen worden. Voor veel mensen werkt het zo: als je het niet kunt bewijzen, bestaat het niet. En tegelijk staat die visie op het leven nu fel onder druk: feiten zijn niet langer heilig of worden zelfs volkomen genegeerd. Mensen worden gek van onzekerheid als grenzen of vast-staande concepten vervagen. Op dat snijvlak ontstaat momenteel veel irritatie tussen mensen, en zelfs geweld. Maar het gaat juist om de balans: blijf altijd met een open blik kijken naar de feiten, en accepteer dat je niet alles kunt begrijpen.