Toevallig is het precies één jaar na Eva Oosters’ aanstelling als wethouder, wanneer we elkaar spreken op het Stadskantoor van de gemeente Utrecht. Een mooi moment voor een interview, want als wethouder van cultuur heeft ze sindsdien niet stilgezeten.
Ongeveer een jaar geleden werd Eva Oosters aangesteld als wethouder van (onder andere) cultuur in Utrecht. En het is een druk jaar geweest, met het publiceren van de Nachtvisie van de Gemeente Utrecht in februari als hoogtepunt. Hoog tijd om haar te spreken over deze Nachtvisie, maar ook over de culturele broedplaatsen en haar eigen ervaringen met (nacht)cultuur in de stad.
Het nachtleven
Toen Oosters in 2022 begon, zei ze tegen DUB dat het nachtleven wel ‘een zetje in de rug’ mocht krijgen. Dat het nachtleven in Utrecht het moeilijk heeft, is de afgelopen tijd wel duidelijk geworden: vanuit de sector klinkt een roep om meer ruimte voor diversiteit in het nachtleven, om meer vergunningen, en om meer locaties. Deze problemen spelen al langer, maar zijn sinds de ‘heropening’ van het nachtleven na de lockdowns nog duidelijker geworden. De Nachtvisie, gepresenteerd in februari en op 22 juni met een grote meerderheid aangenomen door de gemeenteraad, was een van de eerste plannen die Oosters aanleverde aan de gemeenteraad. Het staat vol met ambitieuze en enthousiaste plannen voor, onder andere, drie nieuwe nachtlocaties.
"We hebben heel expliciet gekozen om een concreet aantal te noemen", vertelt Oosters over die drie locaties. "We zien dat er iedere avond rijen staan voor de uitgaansgelegenheden en dat de locaties die erbij zijn gekomen uit hun voegen barsten." De vraag naar nieuwe gelegenheden is er zeker, alleen het vinden van geschikte locaties is een blijvend probleem in Utrecht. "Daarom stellen we de ambitie voor drie nieuwe locaties, en we zijn nu hard aan de slag om te kijken waar die locaties kunnen landen. Of dat in nieuw te ontwikkelen plannen zijn of in ons eigen vastgoed gaan we nog bezien, maar al die lijntjes lopen." Een eerste wapenfeit is in ieder geval al binnen: bij de nog te ontwikkelen kantoor- en cultuurtoren Oopen op het Jaarbeursplein komt een nachtclub.
De gemeente wil vooral een faciliterende rol spelen in het ontwikkelen van nieuwe locaties. "Er zit geen berg goud onder de Nachtvisie, dus we kunnen geen miljoenen investeren in een eigen locatie, maar volgens mij moet je dat als gemeente ook niet willen."
80.000 vierkante meter
Niet alleen het nachtleven, maar ook de culturele broedplaatsen verdienen een steuntje in de rug, vindt Oosters. "Eigenlijk zijn die creatieve broedplaatsen essentieel om een gezond cultureel landschap in een stad te hebben. Je gaat niet de uiteindelijke grote sterren van de stad krijgen zonder mensen eerst de ruimte en tijd te geven om te maken. Ik vind dat de gemeente daar ook een rol in heeft om dat mogelijk te maken." Vooral als jonge en groeiende stad heeft Utrecht daar nog behoorlijke stappen in te maken. "Nu hoor je vaak dat mensen uitvliegen naar andere steden als ze hier van een kunstopleiding komen. Dat moeten we natuurlijk te allen tijde voorkomen, want er is hier zo enorm veel talent." Naast het culturele talent zijn de broedplaatsen ook op een andere manier onmisbaar voor Utrecht. "Ik zie ook dat dit soort plekken een veilige haven is voor een hele grote groep Utrechters die niet op een andere plek thuis is."
In het Broedplaatsconvenant (opgesteld in 2021) liet de gemeente al weten veel nieuwe ruimte voor dit soort broedplaatsen te willen realiseren. "Het is echt ambitieus, want het is 80.000 extra vierkante meter. En dit klinkt iets minder sexy, maar we proberen ook culturele broedplaatsen in bestemmingsplannen mee te nemen, zodat je dat van tevoren bij ruimtelijke ontwikkelingen kan inpassen. We zijn daar actief mee bezig, en we zien kansen voor uitbreiding in gebieden als Werkspoor of Merwede. Het gaat echt om die zoektocht naar én het behouden van plekken; daar heb je een dagtaak aan."
Als reactie op de vraag of er nog plek in Utrecht is, doet Oosters een oproep aan onze lezers: ‘Aan iedereen die dit leest: als jullie nog een plek weten waarvan je denkt, maak er iets van, laat het me weten.’
We vragen Oosters natuurlijk ook naar de situatie van dB’s, dat gaat verhuizen naar het Werkspoorkwartier. Dat was nog voordat dB’s op 12 juni via een persbericht aan de noodrem trok. De beoogde verhuizing in november lijkt nauwelijks haalbaar, want op de nieuwe locatie is nog geen steen gelegd. dB’s kan dus niet anders dan de noodklok luiden: "Alleen al door alle verloren tijd is de toekomst onmogelijk aan het worden", aldus dB’s-baas Paul de Brabander. De wanhoopskreet van dB’s was tijdens ons interview een paar dagen eerder misschien ook al te verwachten, maar Oosters liet toen al weten dat de gesprekken lopen (het dossier ligt formeel bij collega-wethouder van Ruimtelijke Ordening Eelco Eerenberg, red.). "We zijn natuurlijk al een hele tijd met dB’s [over de verhuizing] in gesprek, en ook met de ontwikkelaar van het pand waar zij uiteindelijk in gaan." Inmiddels heeft de gemeenteraad vergaderd over de situatie van dB’s en heeft Eerenberg laten weten dringend in gesprek te gaan met alle betrokken partijen. Voor de zomervakantie wordt de gemeenteraad over uitkomst van de gesprekken geïnformeerd.
Het culturele landschap
Toffe initiatieven zitten in iedere hoek van het Utrechtse culturele landschap. "Je merkt dat steeds meer musea zichzelf aan het heruitvinden zijn. Je ziet daar initiatieven uit ontstaan als Centraal Laat bij het Centraal Museum met hele vette programmeringen. Ik had laatst een megaleuk gesprek met Sonnenborgh, maar daar moeten jullie misschien zelf ook een keer mee spreken, voordat ik al hun plannen uit de doeken doe."
Over de vraag wat de Utrechtse culturele sector zo tof maakt, hoeft de wethouder niet lang na te denken. "Wij als Utrecht hebben een hele krachtige samenwerking in dat culturele veld. Dat is ook anders dan in andere steden; er is gewoon een heel sterk netwerk waar grote solidariteit uit blijkt; dat juist de grote instellingen ruimte bieden aan jonge makers in de stad en hen een podium geven. Hopelijk kunnen we de komende perioden die verbinding nog meer versterken."
De afgelopen maanden is het nachtleven voornamelijk in de aandacht geweest als het over het Utrechtse culturele leven ging, maar dat is niet het enige spannende wat er in Utrecht gebeurt. "We zijn de laatste tijd veel bezig geweest met Streetculture. We zien dat dat een scene is die groeiende is in de stad en veel aanspraak vindt, maar onderbelicht is vanuit stad en gemeente. Ze hebben bijvoorbeeld geen vaste plekken, komen niet altijd voor subsidies in aanmerking of weten die moeilijk te vinden. Onlangs hebben we de start gehad met het Streetculture-overleg, om eenzelfde soort beweging in gang te zetten als bij de Nachtvisie. We dragen die scene een warm hart toe en willen hen het gevoel geven dat de stad er ook voor hen is, omdat zij er wel voor die stad zijn."
We zouden 3voor12 Utrecht niet zijn als we Eva Oosters niet ook zouden vragen naar Utrechtse bands en artiesten waar ze naar luistert. "Ik weet dat het voor jullie platform best wel afgezaagd is, maar ik heb wel gewoon een plaat van Spinvis thuis liggen (de plaat in kwestie is Dagen Van Gras, Dagen Van Stro, red.). Die komt van de Utrechtse artiesten wel het vaakst voorbij in mijn playlist. Ik kom nu misschien wel heel erg VPRO Flowerboy uit de bus, maar het is wel mijn eerlijke antwoord."