Frans Vreeke: "Utrecht is natuurlijk hét centrum van Nederland"

Directeur TivoliVredenburg ziet onvoldoende bands "om zoveel NL zalen serieus te programmeren"

Ingmar Griffioen ,

In de maand waarin we het beste poppodium van Nederland kiezen, komt een aantal sleutelfiguren in de podiumsector aan het woord. Daarin mag Frans Vreeke niet ontbreken. Hij runde jarenlang de legendarische nachtclub Mazzo, was daarna als leidsman of adviseur bij het halve podiumcircuit en diverse festivals actief en kreeg onderweg de geuzennaam Podiumdokter mee. In januari liet Vreeke alle nevenfuncties vallen om het roer te nemen van TivoliVredenburg. Tijdens een rondleiding vertelt hij ronduit over de veranderende podiumwereld en de nieuwe positie van het Utrechtse podium.

In juni gooit het Utrechtse muziekverzamelgebouw de deuren open naar vijf zalen met een gezamenlijke capaciteit die gelijk is aan die van de Heineken Music Hall. De Ronda-zaal, de grote popzaal die vernoemd is naar het bijna onneembare Andalusische stadje waar dEUS een studio heeft, schiet met plek voor tweeduizend bezoekers meteen de Amsterdamse veteranen Melkweg en Paradiso voorbij. Het was één van de redenen voor 013 om de capaciteit uit te breiden naar 3000. Maar hoe ziet TivoliVredenburg dat? Wordt de zaal een grote concurrent van het voornoemde trio? En hoe krijg je die vijf zalen (plus jazzcafé voor 100 man) eigenlijk vol? Is het dan wel handig of eerlijk dat de Tivoli-programmeurs ook nog voor De Helling boeken? Het is, kortom, tijd voor een vraaggesprek met Frans Vreeke, die glimt bij een rondgang door het gebouw. "Ik vind die zalen allemaal heel mooi en zie dat echt gebeuren; hoe het gebouw als geheel gaat werken moet ik nog zien."

PROFESSIONALISERING DOOR BOUWPROCES NIEUWE PODIA
Baken in het recente verhaal over Podia van de Zeroes was Het Grote Poppodium Onderzoek van de VNPF uit 2008, opgesteld door Vreeke & Van Dalen. "Het was een reactie op een Volkskrant-stuk over hoe slecht het ging met nieuwe poppodia. Ze beweerden dat alle nieuwe podia exploitatieproblemen hadden. Mijn perceptie was dat ze juist een enorme sprong hadden gemaakt qua professionalisering en organisatie. Uit het onderzoek bleek ook dat dat met name kwam door die bouwprocessen."

Opvallend genoeg is volgens Vreeke de nieuwbouwgolf met de (her-)opening van Hedon, Doornroosje en TivoliVredenburg nog niet ten einde. "Dat dacht ik ook even, omdat alles wat nu gebouwd wordt nog is besloten in de tijd dat the sky the limit was. Leiden gaat dit jaar open, Venlo ook, Sittard is bezig, Alkmaar is heel druk met nieuwe plannen, Leeuwarden ook. En er zijn nog allerlei andere steden met ideeën om nieuw te bouwen, ze zijn nog lang niet klaar."

OVERCAPACITEIT: TE WEINIG AANBOD VOOR DURE NIEUWBOUW PODIA
Met een andere gemeente een podium 'delen' is voor politici minder vanzelfsprekend dan de status van een eigen poppodium. Vreeke somt nog andere redenen op voor de toename van nieuwe podia: "Cultuur werd belangrijker, bestuurders werden jonger, kregen meer gevoel voor pop en wilden ook wel een poppodium. Andere politieke argumenten waren: mee in de vaart der volkeren, we hebben eigenlijk niet zoveel voor jongeren, daar moet iets voor zijn en: van de straat houden is minder overlast. Allerlei legitieme argumenten, maar is er nog plek voor meer poppodia? Vooral omdat de stad ernaast er ook een heeft en omdat Nederland nu toch wel heel veel poppodia begint te krijgen. Het aanbod is gelukkig wat aangetrokken, maar er is nu al jaren te weinig om zoveel zalen serieus te programmeren. Een aantal nieuwbouw podia heeft nu een programmering waarbij je je afvraagt: 'hadden we daar nu een pand van 8 of 15 miljoen voor moeten bouwen als er - even gechargeerd - alleen coverbands en lokale dj's staan?' Dat had je ook in het buurthuis kunnen doen. Die overcapaciteit is op zich slecht voor iedereen. De pannenkoek wordt steeds dunner."

POSITIEVE BIJ-EFFECTEN
Ondertussen heeft Nederland wel een bijzonder fijnmazige podiuminfrastructuur, en een unieke. "In andere landen wordt zoveel minder gesubsidieerd, is alles meer particulier, met als gevolg dat de kaartjes veel duurder zijn." Vreeke benoemt meer positieve bij-effecten van die provinciale dadendrang. "Diezelfde golf hebben we in de jaren '60 en '70 ook in de schouwburgen gehad, ieder dorp moest z'n eigen schouwburg of multifunctionele centrum hebben. Op een gegeven moment stond het hele land vol en hadden ze hetzelfde probleem doordat het aanbod er niet was. En er zijn mensen die beweren dat de opkomst van cabaret en stand-up comedy te danken is aan die leegstaande schouwburgen. Er was opeens zoveel speelgelegenheid en stand-up comedians waren qua inkoop (een microfoon en twee spots erop) heel goedkoop. Daardoor konden die heel veel oefenen en is het niveau omhooggegaan. Wellicht dat er met de pop iets soortgelijks gebeurt."

"Twintig jaar geleden was het veel als er één keer per maand een Nederlands bandje in een poppodium stond. Nu zijn het allemaal Nederlanders en één keer per maand iets buitenlands. De populariteit van de Nederlandse popmuziek, dat daar zoveel publiek voor is en dat de kwaliteit zo omhoog is gegaan, zou wel eens teruggevoerd kunnen worden op het grote aantal speelplekken." Anderzijds is het aanbod van buitenlandse bands behoorlijk afgenomen. "Vroeger deed The Gun Club in Europa zes optredens in Nederland, één keer België, zes keer Duitsland en twee keer Zweden. Nu doet een soortgelijke band één keer Nederland, één keer Zweden, één keer Letland... Dertig optredens in Europa betekent nu dertig landen. Daardoor is er ook ruimte voor meer Nederlandse bands."

MEER PODIA EN FESTIVALLISERING; UITPUTTINGSSLAG
Tegelijkertijd komen er dus minder buitenlandse bands én zijn er meer podia. Vreeke: "Dat heeft tot een heel ander landschap geleid. Daar is de hele festivallisering nog bij gekomen, wat toch enorme concurrentie voor de podia is. Het begint nu echt een soort uitputtingsslag te worden. De Nederlandse bands die er nu toe doen die spelen veel minder dan vroeger Bob Color en De Dijk deden. Die doen: cd uit, twintig clubs, tien festivals en weer twee jaar de studio in. Ik chargeer, maar het is niet meer honderd keer spelen in een jaar." Daarnaast doen acts van Tim Knol tot Normaal ook nog theatertours en zijn er groepen doorgebroken tot het grootste segment. "Het was 10, 15 jaar geleden ondenkbaar dat Anouk drie keer Gelredome uitverkoopt of Marco Borsato Ahoy. Wat je er ook van vindt, dat is wel echt spectaculair. Vroeger was 1500 man al een megaconcert voor Golden Earring of The Outsiders."

Vreeke werd niet zonder reden neergezet als Podiumdokter, hij verrichte interim-klussen voor talloze zalen. "Ik werd inderdaad alleen gevraagd als er problemen waren, dat ging dan een paar keer goed en dan ben je podiumdokter. Die titel is me nog vaak nagedragen." Na onder meer Eurosonic Noorderslag, Effenaar, Patronaat, Melkweg, LantarenVenster is het sinds 1 januari 'alle ballen op TivoliVredenburg'. Geen interim-projecten en bestuursfuncties meer ernaast, was het tijd om - in voetbaltermen - dagelijks met dezelfde ploeg op het veld te staan? "Ik ben blij dat ik me hier helemaal op kan richten. Dat is voor het eerst van mijn leven, een full-time baan trouwens ook. Ik heb hiervoor zelfs voor het eerst een sollicitatiebrief geschreven. In het verleden vond ik het leuk problemen op te lossen en ik ben niet iemand die goed is om op de winkel te passen. Dat vind ik zo leuk aan deze klus: Hier moet nog zoveel gebouwd worden en moeten nog zoveel problemen opgelost worden, dat iemand zei: 'dit is gewoon crisis-management'. Zo wil ik het niet betitelen, maar er moet in de aanloop nog zoveel gebeuren en daarna heb je de kinderziektes..."

BIJ AANSTELLING KLEUR GORDIJNEN AL BEPAALD
1 januari beginnen terwijl de tent medio juni opent, dan mag je bij wijze van spreken de kleur van de gordijnen niet eens meer bepalen? "Ik zal niet ontkennen dat ik liever een jaar eerder was begonnen en dat dat ook voor het bedrijf misschien beter was geweest. Blijkbaar waren er omstandigheden waarom dat niet kon." Het huurcontract was immers nog niet ondertekend door Tivoli en de gemeente? "Natuurlijk, iedereen weet dat er best wat wrijving is geweest tussen de partijen. Ik hoor er wel eens over, maar wil vooral vooruit en dat willen alle medewerkers ook. Maar het gebouw staat er al, de kleuren zijn bepaald en de programmering staat zelfs al. De seizoensbrochure is uit, dus alle klassiek is al tot juli 2015 geboekt. Aan de ene kant begrijpelijk en goed omdat je dan abonnementen kan verkopen en mensen kunnen plannen, aan de andere kant jammer omdat je minder op de actualiteit kunt inspringen. De publieke belangstelling voor klassiek neemt af, dus daar moeten we proberen verandering in te brengen. We willen meer en jonger publiek, zeker in dit gebouw waar alle gezindten straks een plek krijgen. Dit is dé plek om nieuw publiek voor klassieke muziek te genereren." Volgens Vreeke is er nog ruimte om accenten toe te voegen. "Dat gaan we gewoon doen, klaar. Natuurlijk is er ruimte met vijf zalen en zeven dagen per week. Paradiso doet vier dingen op één dag in één zaal dus ruimte is er genoeg, als het over geld gaat is het misschien een ander verhaal. Daar moeten we slimmer in gaan opereren."

TivoliVredenburg heeft ook al een aantal festivals staan waarvoor het hele gebouw gebruikt wordt. Zoals het Festival Oude Muziek en de aftrap is van 25 tot en met 29 juni met het Internationaal Kamermuziek Festival Utrecht van violiste Janine Jansen. Ook vaste Tivoli partnerfestivals als Le Guess Who? en Summer Darkness moeten een plaats krijgen, hoewel de laatste juist deze zomer overslaat. "We gaan nog een jazzfestival, een dancefestival en allerlei nieuwe elementen toevoegen, ook het Nederlands Film Festival komt hier. Voor de muziek wordt dit in ieder geval hét festivalhart van Utrecht. Ik heb dat van 2004 tot 2009 meegemaakt als directeur bij Eurosonic Noorderslag: fantastisch hoe op zaterdag al die podia opgebouwd worden in de Oosterpoort. Daar is het passen en meten. Dat kunnen we hier met veel minder moeite; acht podia is niks, we kunnen er wel twaalf kwijt." De organisatie moet de ware omvang van de mogelijkheden nog leren kennen, betoogt Vreeke. "Dat duurt wel een jaar of vijf voor we daar achter zijn. Dat wordt een ontdekkingsreis, heel spannend."
 

'NIET TEN KOSTE VAN EKKO OF DE HELLING'
De komst van het nieuwe festivalhart moet niet ten koste gaan van belangrijke festivallocaties als EKKO en ACU vindt de directeur. "We gaan niet alles hier doen. We willen die festivals vooral ook in de stad laten, dat bepaalt de kwaliteit en de sfeer." De opening roept wel vragen op over de toekomst van zalen als (Vredenburg) Leeuwenbergh en (Tivoli) De Helling. "De Stichting Vrienden van Leeuwenbergh beheert het gebouw en die zoekt nu naar exploitatiemogelijkheden. We kijken waar we ze kunnen helpen en zullen ook dingen doorverwijzen. Het zal minder worden, maar er blijven gewoon concerten plaatsvinden." De in 2000 tot poppodium vertimmerde Helling heeft ook een aparte stichting. De zaal is per 2014 los van Tivoli en moet ook blijven, vindt Vreeke. Hij ziet de vele Utrechtse podia als grote kracht. "Van dB's, EKKO (met 275 man), De Helling (met 400-450 man) tot 2000 man in de Ronda en alles wat ertussen zit, kun je de hele rijkweidte faciliteren. Er is geen stad in Nederland die dat zo fijnmazig kan doen, dat is een ongelofelijke rijkdom voor de gemeente. Iedereen wil dat in stand houden."

"Maar je moet ook nog de bandjes kunnen krijgen", stelt Vreeke terecht. "De concurrentie voor de popmuziek zit op het aanbod. Wil je veel leuke bands krijgen dan is het belangrijk dat je een bepaalde positie hebt. Boekers hebben vaak een roster met kleine tot grotere bands. Als ze een programmeur bellen met één zaal van vierhonderd man, kunnen ze alleen die twee bands kwijt. Als een programmeur voor zes tot negen zalen kan beslissen, dan kun je met één telefoontje veel meer bereiken. Ik denk dat het in de praktijk zo gaat. In die zin is het voor TivoliVredenburg niet noodzakelijk om voor De Helling te programmeren, maar is het voor De Helling wel goed om een programmeur te hebben die een stevige positie heeft aan de inkoopkant. We hebben nu een samenwerkingsovereenkomst van een half jaar met het bestuur van De Helling, waarbij wij de bemensing leveren en zijn in overleg over daarna."

'UTRECHT IS NATUURLIJK HÉT CENTRUM VAN NEDERLAND'
Niettemin kan de TiVre-programmeur straks ook besluiten de Pandora (cross-overzaal voor 500 tot 700 man) te verkiezen boven De Helling. "Dat zou kunnen, maar ik weet nu al dat bepaalde concerten of feestjes daar beter werken. En misschien moeten we wel over tien of zelfs twee jaar concluderen, dat het publiek tot 23 jaar hier niks te zoeken heeft met uitgaan. Dat moeten we de komende tijd gaan uitvinden. Maar ik geloof niet dat we zalen teveel hebben, dat De Helling leeg komt te staan omdat we hier dingen programmeren. Als er iets bewezen is in Utrecht, is het dat er veel publiek is. Daar is ook tien, twintig jaar aan gewerkt door alle podia. Dat merk je qua animo. En Utrecht is natuurlijk hét centrum van Nederland, qua ligging. Dan kun je ook makkelijker dan menig andere stad mensen uit de rest van Nederland trekken. Dat maakt onze publiekscapaciteit nog eens extra groot."

CONCURRENTIE MET 013, MELKWEG EN PARADISO
Die gedachtengang rond de Utrechtse muziekkolos kunnen ze in onder meer Amsterdam en Tilburg goed volgen, zo blijkt ook uit de interviews met programmeurs Joep Smeets (013) en John van Luijn (Melkweg). "Met de komst van dit gebouw, met deze capaciteit en ligging, komt er zeker weer een lichte beweging in het podiumlandschap: hoe gaan de kaarten nu weer geschud worden? Veel mensen zeiden me op Noorderslag 'ik ben benieuwd wat dit voor ons gaat betekenen'. Daar ben ik ook benieuwd naar. Natuurlijk gaat dat iets betekenen. Tot de dag van mijn benoeming hier was ik voorzitter van de Melkweg en in de vergadering hadden we het er wel eens over. En 013 is met het plan gekomen om hun zaal te vergroten naar 3000, want met dezelfde grootte hebben de agenten de neiging om het hier te doen, omdat dit beter bereikbaar is."

Vreeke is realistisch over concurrentie: "Er zullen verschuivingen zijn. Wij hebben ook weer last van anderen, van Paradiso en de Melkweg. Maar wat is last van? Er kan gelukkig heel veel naast elkaar bestaan." Bovendien kan 013 straks met een capaciteit van 3000-3200 andere bedragen bieden dan de Utrechtse zaal. "Natuurlijk. Als een agent een band heeft die één keer in Nederland wil spelen; dan probeert hij alles tot 1500 in Amsterdam neer te zetten, omdat daar het meeste publiek zit. Paradiso en Melkweg zijn geweldige zalen, met goede promotie, die gemakkelijk uitverkopen. Wij komen in beeld als die twee zalen vol zitten, of als een band een historie met Utrecht heeft. Of als een agent denkt: 'deze band kan wel 2000 kaartjes verkopen. Moeten we dan dat geld laten liggen, omdat ze zo graag in Amsterdam spelen?' Als een band 3000 tickets kan verkopen; dan zijn wij buiten beeld en gaan ze naar de HMH, 013 of misschien wel naar het Klokgebouw. Concurrentie komt dus op de capaciteit, maar ook op de historie: 'hoe liep dat concert toen in Utrecht?' Daar heeft Utrecht, dus niet TivoliVredenburg, gewoon een hele goede naam bij de boekers en de agenten."

IN 25 MINUTEN IN HOTEL IN AMSTERDAM
De heilige status van Amsterdam in het buitenland hoeft niet per se een beletsel te zijn, want bands zitten na een show in Utrecht met de auto zo in Amsterdam in het hotel. "Het is gewoon drie stops met de subway, zeg ik nu. Vanaf het hotel 25 minuten rijden naar 'the venue' is voor iemand uit Amerika echt in de achtertuin. Dan liggen wij minder geïsoleerd dan Groningen of Tilburg." Bands als Queens Of The Stone Age mogen een speciale band met Paradiso hebben, ze stonden pas ook nog in Utrecht. "We merken nu al dat toch een hoop acts in de Vredenburg-zaal willen, omdat ze die van vroeger kennen en het geluid zo goed was. Op een gegeven moment stonden er meer pop-acts in deze zaal geboekt dan in de popzaal. Ook aardig: we kunnen hier 1700 man laten zitten bij een popconcert. Maar dat kan bij De Doelen ook."

DRIE KEER DE DIJK OF MUSICALCONCEPT: EEN WEEK KYTEMAN?
Net als veel andere podia had Tivoli regelmatig een geheid geramde concertserie als twee of drie keer De Dijk. Moet TivoliVredenburg daar ook op inzetten voor de exploitatie? "Je wil altijd zoveel mogelijk publiek binnen hebben. Daarnaast willen we met dit gebouw, dat zo vreselijk veel geld gekost heeft, ook zoveel mogelijk Utrechters laten genieten van die uitgaven. Dat gaan we niet redden met alleen elitair programmeren en dat willen we ook niet. Voor elk wat wils dus. Wel binnen bepaalde grenzen, maar vroeger deed Frans Bauer ook een paar concerten in Vredenburg."

"Als een band liever twee keer tweeduizend wil dan één keer vierduizend, dan zijn ze ook welkom. Ik ben vorig jaar nog naar Disclosure geweest, die twee keer de Melkweg deed, en dat was ook geweldig. Misschien gaat dat hier ook wel gebeuren. Of, om het over podiumkunsten en revoluties te hebben; je hebt natuurlijk de musicals in Nederland; op één plek gaan staan en heel Nederland komt maar naar die musical toe. Bij bands gebeurt dat niet, maar waarom eigenlijk niet? Waarom zou Kyteman niet gewoon een week TivoliVredenburg doen? Kan je die set een paar dagen laten staan. Denk aan het Circustheater in Scheveningen dat avond na avond vol zit, met bussen komen ze uit Limburg. Ik heb tien jaar geleden al tegen Mojo gezegd: 'ik snap niet dat jullie Madonna niet twee weken in de Arena neerzetten en afspreken dat ze verder niks doen in Europa'. Laat iedereen maar naar Amsterdam komen, hotels genoeg. Beetje onzin natuurlijk, maar het is wel aardig om eens wat steentjes in de vijver te gooien."