18 en 19 juli was er bij het Oosterduinse Meer te Noordwijkerhout weer een waanzinnige editie van Loungefest, met een eclectische en gewaagde line-up die het excentrieke met inkoppertjes mixt, en het heinde met het verre. Waar we vorig jaar de vrijdagavond coverden, gaan we deze keer voor de zaterdag om te zien of er ook daadwerkelijk zwemmers zijn. Van de DJs en het theater vingen we slechts glimpen op, want de focus lag volledig op Pierre Et Les Optimistes, Antje Krook, Heath, PUNKBAND, Parker Fans en Shantel, met tussen de optredens door plaatjes van vocal DJ Purple Pandan.

Pierre Et Les Optimistes

Wervelend en zwervend

De vrijdag is achter de rug, de organisatie is warmgedraaid en de hemel heeft een deklaagje wolken die de temperatuur draaglijk maakt. We kunnen kiezen uit een overdekte theaterpodium, een DJ stage helemaal aan het einde van het terrein, het hoofdpodium met houten vloer en een plechtstatige opblaaskerk aan het strand waar muziek afgewisseld wordt met koddige publieksparticipatie. Pierre Et Les Optimistes mag de spits afbijten met gypsy jazz die niet zou misstaan op een terras in Parijs. Nadat de presentator tevergeefs tegen een fanfare verderop op het terrein probeert op te boksen, mag het trio van start gaan. Gitaar, viool en contrabas serveren een lichtvoetige kop, gevolgd door een weemoedig weenlied in een setlist die covers met eigen werk mengt (covers die soms bijna een eeuw oud zijn). 

Veel publiek is er nog niet, mag de act later op de dag een tweede set doen in de theatertent, waar het wel volle bak is. Zelfs als je de taal niet spreekt komen de Franse sentimenten (liefde, misère of rellen als je rookpauze niet meer doorbetaald wordt) voldoende naar voren in de strelende stem van de frontman, die af en toe wat scat erin smijt. 

Herkansing Frans
Voor iedereen die z'n Frans moest herkansen zijn er dankbaar genoeg ook nummers in het Engels. Wat dacht je van 'I Don't Want To Set The World On Fire' van The Ink Spots, opnieuw populair gemaakt door de Fallout serie? Het drietal flaneurt ook even naar Spanje voor wat flamenco flavour, en een reggae uitstapje komt verdomd dicht in de buurt van the Wailers. Ook een uitvoering van Duke Ellington's Caravan is allesbehalve standaard. Ieder lid van de groep mag even paraderen, en dan voelt het jammer dat het avontuurlijke pas aan het eind van het avontuur langskwam. 

Na de set komt er een gezicht op het podium dat we nog veel vaker zullen gaan zien: DJ Purple Pandan, winnaar van een competitie op de vorige editie, mag het hoofdpodium animeren tijdens het ombouwen. Ze weegt genres af als een kruidenier en staat zelf nog het hardst te dansen in den beginne, maar ze krijgt al snel mensen mee en laat zich niet uit het veld slaan als ze wordt onderbroken door verrassing acts die de organisatie bij tijd en wijle het terrein op slingert. 

Antje Krook

Skaturatie

Antje Krook lijkt deze zomer elk feest in de omgeving van Leiden af te willen vinken. Ze stonden op Werfpop, jaarmarkten en dorpsfestivalletjes, en Loungefest mocht niet in de reeks ontbreken. Je zou het bijna skaturatie kunnen noemen, de minimale hoeveelheid two-tone in de regio voor een vrolijke zomer. Met het vertrouwen van vele optredens achter de kiezen opent de formatie lekker hard, met een schare trouwe volgelingen die vanaf minuut één meegaan. We kennen de setlist inmiddels wel uit ons hoofd, dachten we, maar er wordt ook nieuwe muziek van een aankomend album gespeeld (verdere details blijven ze ons verschuldigd). 

Theo Maassen grapte ooit dat men is een keer een liedje over liefde moest schrijven, en Antje Krook hebben er veel van in hun arsenaal. Sommige tunes zijn oprecht, anderen weer lekker kazig (met overdreven oehoe's die het publiek moet na-apen). Het is weinig wat we niet al eerder mochten aanschouwen, maar verfijning is bij zo'n band vaak belangrijker dan vernieuwing. 

Regulier in de regio
Ik kan mijn collega-schrijvers plat citeren over de formatie (de toetsenist lijkt wederom het podium als sportschool te behandelen), of mezelf plagiëren, maar feit blijft dat ook na zoveel optredens te hebben meegemaakt, de band verfrissend blijft door de vrolijkheid en de dansfactor die geen leeftijd kent. De houten vloer veert lekker mee op de maat, de finale heeft Hammond hype en toeschouwers die niet om hun knieën geven en de huisfotografen vereeuwigen vanzelf al de lachende gezichten. 

De band heeft hart voor de regio, wat ook een grappige opmaat is naar hun mogelijke deelname aan het Regio Songfestival als ze genoeg stemmen weten te farmen. Als vandaag een indicatie is dan maken ze een dikke kans om een prachtige visitekaartje te zijn voor Zuid-Holland.  

Voor de mensen zonder watervrees waren er ook stoelen in het meer zelf.

Heath

Mist de manie

Heath is een ruig uitziende maar uiteindelijk toch wel knuffelbare rockformatie die psychedelica tot prog-lengte oprekt, met zang op een laag pitje en een bluesy harmonica die klinkt alsof de frontman achter tralies heeft gezeten. De luisteraars voor het podium kijken óf fervent óf gepijnigd in concentratie, en het optreden voelt aan als een splijtzwam tussen de agressieve normalio's en avonturiers in het publiek.

De eerste helft van de set stelt een tikkeltje teleur: de leden van Heath lijken nogal in zichzelf gekeerd qua podiumpresencé tijdens de lange nummers, maar het canvas van de tracks wordt toch iets teveel binnen de lijntjes ingekleurd. Ik mocht in burger hun albumrelease vorig jaar bijwonen (Haagse collega doet hier verslag), waar ze met nonstop enthousiasme hun volledige oeuvre leegspeelden en niet vies waren van stevige uithalen. Vandaag blijft het ondanks de schokkerige zang en driftige riffs waarbij het een wonder is dat de snaren geen snijwonden veroorzaken toch relatief tam. Ook een voorproefje van de aankomende plaat in het najaar mist nog de manie van de albumrelease.

Mondharmonica hoog
Paradoxaal genoeg hervinden de heren zichzelf tijdens een sippere blues cruise, en met een "live or die, it's all the same" in the lyrics lijkt er een zen staat te zijn bereikt, ook onder de sceptischere bezoekers. Het klikt, en de klim begint met een track als een magische tapijtreis uit 1001 Nachten. Ze weven een fijngestelde start, de drums gaan gelijk met je hartslag, de compositie van fijnmazige draden  en de mondharmonica van de frontman voert ons hoog de hemel in. Helaas komt er aan dit sprookje ook een einde nu ze de energie terug hebben gevonden, maar met een terugkeer naar het Paard voor een tweede album op 6 december is er altijd nog de volgende nacht. 

Tussen de bands door doe ik even een rondje om de sfeer op te slokken en het promillage op een proper niveau te houden, en raak dan aan de praat met even de drijvende krachten achter het festival zelf. Voor een uitgebreid kijkje achter de coulissen hebben wel al een interview gedaan, maar dit gesprek gaat over een obstakel waar elke organisator tegenaan botst: hoe kan je de mysterieuze zoomer aanspreken? Het stokje doorgeven aan de volgende generatie doe je niet alleen door weinig pijn in de portemonnee te veroorzaken, maar ook door ze qua promo te bereiken waar ze zitten en mond- op mondreclame niet te onderschatten. Aan de vrijwilligerskant is verjonging natuurlijk ook onmisbaar, en wat Loungefest hier doet is (naast een gezellige team) ook doorgroeimogelijkheden te geven door ook de verse krachten verantwoordelijkheid te durven geven. Gezien de ontstaansgeschiedenis van het evenement weet men immers donders goed dat men al doende leert.

PUNKBAND

Ondertitel

PUNKBAND noemt zichzelf de meest bezatte punk band uit Londen (technisch gezien Hersham, maar 3voor12Leiden is wel de laatste partij om moeilijk te doen over dekkingsgebied), en laat meteen al zien dat ze niet kindvriendelijk zijn. Of oudervriendelijk, of levervriendelijk, en ga zo maar door. Tongue-in-cheek, maar geen vingers in de neus. De zanger schreeuwt "bounce if you love corruption", maar de bovenmodale lieden in polo tussen het publiek pareren de ironie door snoeihard mee te stuiteren. Het is het Paul Ryan probleem van elke act die tegen de gevestigde orde schopt: de nummers vallen altijd zo te interpreteren dat je jezelf niet aangesproken hoeft te voelen. Enfin, de band gaat hard door, met een drummer die de waffel open laat om genoeg lucht te krijgen voor de exercitie. 

Er liggen handdoeken klaar voor het viertal, maar ze gooien ze niet in de ring gedurende een moshbare set waarin Jan en alleman de pit in duiken (soms na een bemoedigende duw in de rug van een valse vriend). Er zijn ook groezeligere grooves over verlammende armoede, waarin het verlies van een slipper in het gebeuk al genoeg kan zijn voor een schuldenspiraal.

Tussenkop
Maar dat soort kopzorgen zijn even voor andere tijden. De frontman roept Loungefest uit tot het beste festival ter wereld zodra hij een biertje krijgt aangereikt, en noemt zichzelf dan een narcissist en nasty bitch tijdens een braggadocio die rechtstreeks uit de rap gelift kon zijn. Met een gitaar als beulenbijl wordt daarna de kop van het Verenigd Koninkrijk eraf gehakt in een bruut en bitter nummer over hoe het wél had kunnen zijn. Ach ja, hopelijk is de draconische teloorgang van Brittania op z'n minst goed voor de muziekscene. Veel mensen gaan ondertussen in de mosh op hun bek door minieme pitervaring of maximaal promillage, maar er is nog niemand naar de EHBO-post afgedropen.

Dan gaan we door naar een graffiti strijd die door links en rechts op muren wordt uitgevochten (iemand zou een stencil van de zanger moeten maken), en dan verschijnt er een soort John Wick van de bellenblaaspistolen ten tonele die het publiek in een laag zeepsop hult. Een ode aan de geboorteplaats van de band klinkt als een clublied dat je een stadion kan horen, en onder een luide "fuck all guitars, ever" sleept de formatie zich door een technisch mankement heen. De samenwerking tussen band en toeschouwers is er inmiddels in geslaagd één van de planken te kraken, maar na al het gitaargeweld is de oproep na het laatste liedje in het meer te springen gelukkig vergeten. 

Tussendoor waren er ook talloze theateracts op het terrein zelf.

Parker Fans

Onontbeerlijk

Na een avondmaal waaruit weer eens blijkt dat de grootste junkfood optie de meeste calorieën voor je cash oplevert, gaan we door naar Parker Fans. Een trio met toetsen, gitaar en vele panelen staat te boek en valt te boeken als een indie boogie act. Een veel te krappe omschrijvijng, want niet alleen de zanger heeft een nieuw jasje, elk nummer tevens ook. De zang opent wat hysterisch en hijgend, met de frontman die als een roofdier richting z'n mic hangt, en hij krijgt al snel een teddybeer van een jongedame toegeworpen. De beer wordt op ludieke wijze ontbeert, maar daarna worden de piepjonge fans op een milde manier behandelt door de showman gedurende de rest van de set, in tegenstelling tot een paar bezoekers die het wagen hun waffel open te trekken.

Tijdens de parmantige track 'Skincare' gaat het nieuwe kloffie uit en kunnen we ribben tellen terwijl diegenen die een rib uit het lijf uitgeven aan luxe maar zich toch soft en zorgzaam gedragen op de hak worden genomen. Het publiek is op een paar dames in bikini en moonboots na nog wat lauw, maar even zakken en springen gaat ook de rest los (ik eis een studie die uitvogelt waarom dat toch altijd zo goed werkt op de Nederlandse festivalganger). De zanger springt op de geluidsbox, wisselt van beer met de meisjes en de wat statische overige bandleden vormen een achtergrondkoor op een jungle-achtige track die zou passen op de soundtrack van Bomberman 64 (Baader-Meinhof fenomeen wat betreft recent leesvoer). 

Jezelf blootleggen
De frontman laat z'n borst bekladden terwijl er meer kanalen opengaan voor een 80's vibe tijdens 'IUTBTHDWTO' (I Used To Bring The House Down With This One, maar vergane glorie is de act beslist nog niet). De kindertjes mogen even zingen, en ook de vader van de frontman blijkt vooraan te staan. Goudeerlijk zegt de patriarch dat ie het zo-zo vindt, waarna er een minimalistische domper wordt ingezet. Is het een stukje cabaret of zijn we getuige van familiedrama en plein public? Niet over nadenken, door blijven dansen. De apatische gaten in het publiek kijken wat moeilijk om zich terwijl Parker Fans een soort boek aan EDM standaarden lijkt te hebben geopend en ze één voor één aftikt. 

Een vochtige damp van het meer biedt wat verkoeling terwijl de bandleider zichzelf tot op het ondergoed blootlegt en tijdens een track die klinkt als pinbalmachine over het podium kaatst. Met een smeekbede om vooral kaarten te kopen omdat er nog zowel over zijn voor een optreden in de Tolhuistuin rushen de lieden naar de trein toe (een verkooptrucje, het optreden is pas in december). Dit dik doen kunnen ze in ieder geval dunnetjes overdoen. 

Shantel

Op Balkan sound kan je ballen

Shantel start in de schemering. Ze brachten de boel al tot ontploffing tijdens de Loungefest editie van 2019, mochten in de tussentijd Glastonbury aandoen, en hebben nog steeds een muziekstijl die lands- en genregrenzen overstijgt. Ze hebben beter weer meegenomen, en na een langlopende soundcheck kunnen ze maar beter hard van start gaan. Zal hakkend Nederland om weten te gaan met muziek die vanuit de heupen komt? Een paar senioren weten al precies hoe je hierop moet dansen, en als er keramiek aanwezig was zou het op de vloer gesmeten worden. 

Onze bemanning: een kapitein achter de drums, Shantel zelf op snaren, een dame op trombone en nog een vierde meneer die als stille steunpilaar wat ondergesneeuwd raakt. Shantel is een ster in het opzwepen van de menigte, springt van geluidsbox naar geluidsbox alsof ie de helft van z'n leeftijd is, en roert nummers aan elkaar als een heksenketel. Madagscar fans kunnen hun lol niet op met 'I Like To Move It', en de formatie lijkt vijf verschillende versies van hun paradepaardje 'Disco Partizani' achter elkaar te spelen. De balkan brei met soms zelfs een snufje ska of gypsy erin vraagt om een andere grindset dan diegene die je doordeweeks ziet (in het weekend zijn het grindende setjes). 

Trombonje
Shantel verdient zijn status als multicultheld met een ode aan mooie vreemdelingen, en de dansers sjorren zo aan de barricade dat die mee begint te bewegen terwijl onze leenfotograaf Thomas precair op een prullenbak balanceert voor de beste shots. De warme lichtshow baadt de bezoekers in een gezellige glowup, en de enige dame in de band richt een trombonje zodra haar instrument komt bovendrijven in de stoofpot van invloeden. Af en toe goochelen ze met het geluid totdat het als Gogol Bordello klinkt, maar dan nog hitsiger, mede geholpen door de sardienbliksensatie vooraan bij de hekken. 

Moet deze mensenmassa straks in een pendelbus passen? In paniek sprint ik het terrein af om de voorlaatste lichting te halen. Het staartje van Shantel's set blijft voor altijd the one that got away. Het is niet het enige gat van de dag: theatersketches, een bezatte muziekbingo, en een dozijn DJs zijn aan me voorbijgegaan. Voor een relatief klein festival slaagt Loungefest er heel goed in FOMO te genereren zelfs als je aanwezig bent. Volgend jaar neem ik een kloon mee.