Een succesvolle reddingsactie zorgde ervoor dat Werfpop gelukkig geen sterfpop bleek. Na een jaar rust is het festival terug in de Leidse Hout.

Je kunt twee rode lijnen trekken bij deze veertigste editie. Allereerst is er nóg meer local power dan gebruikelijk. Met het Katwijkse roofdier Tijger Tijger en de Leidse dame Antje Krook openen de twee laatste winnaars van de Nobel Award. Verder is Gespuys nu half-Leids; Vierra Lanza woont sinds kort in Leiden. Ten slotte: dat de Werfpop-programmeur ook actief is bij de Wibar zie je aan de programmering van P3. Een groot deel van de lokale elektronische scene komt er voorbij.

De andere rode lijn is hardere rock. Stonden vroeger al bands als Napalm Death (2009) en Sepultura (2012), in 2025 komen er bands langs als Onslaught (thrashmetal), Hard Voor Weinig (hardcore punk), Tijger Tijger (garagerock/grunge), TAXITAXI (punkrock) en State Power (hardcore punk). Er ontbreekt ook iets. In de brede programmering zit de laatste edities altijd wel een wereldmuziekband uit Afrika, maar deze keer helaas niet.

Hieronder vind je de eerste elf acts van Werfpop 2025, van Tijger Tijger tot en met YoungRubbi en Flexusz btb Operator21. Ons avondartikel, met de verslagen vanaf Paceshifters, komt op 16 juli online. Veel plezier bij het nagenieten!

Tijger Tijger

Lust het publiek rauw

Een festival rond het middaguur openen voor een ogenschijnlijk nuchter publiek is a hell of a job. Gelukkig heeft Tijger Tijger daar maling aan en worden al bij de eerste noot de bezoekers die nog in een slaaproes zaten, grof wakker geschud.

Voor wie de groep niet kent: in 2023 wonnen zij afgetekend de Nobel Award en noemde Tim Hofman de Katwijkse garagerockers zijn muzikale ontdekking van dat jaar. Grote spelers in de wording dus. Vanaf het begin zijn ze dan ook vastberaden hun welverdiende spot op Werfpop met verve in te vullen.

Erik Cobain
‘’We hadden verwacht voor een leeg veld te staan’’, roept frontman Leo van Duijn, terwijl tot zijn eigen verbazing het publiek in groten getale toestroomt. De zanger - die eruitziet als een jonge Erik de Jong (Spinvis), maar met de stem van de oude Kurt Cobain - is dan ook in zijn nopjes. Zeker omdat hij beseft dat de meeste vroege vogels uit hun nest zijn gekropen om meteen te knallen.

En knallen, dat kan je wel aan Tijger Tijger overlaten. De songs zitten retestrak in elkaar en de ene na de andere gitaarriff galmt door de speakers over het veld. Het enige verbeterpunt is dat de podiumenergie binnen de band soms niet helemaal gelijkwaardig verdeeld is, maar dat is slechts een voetnoot op een verder puike show.

Met de vertoning van een doorgewinterde rockband - maar zonder het arrogante randje - hebben de mannen ook zichtbaar de gunfactor van het publiek. Die kijken, genieten en doen ieder op hun eigen manier mee. Het staat symbool voor het instituut dat Werfpop is en hopelijk ook in de komende jaren zal blijven. 

(Kian Danaie)

Antje Krook

Jongensdroom met zomerse vibes

Op zaterdagavond speelden de heren van Antje Krook nog op Podium Sleutelwoord en op zondagochtend moesten ze al weer vroeg op om het programma op P1 te openen. Als winnaars van de Nobel Award 2024 zetten ze de traditie voort dat een act bij een zege in deze bandwedstrijd op de eerstvolgende editie van Werfpop speelt. Van enige vermoeidheid is bij de band echter niets te merken. Hooguit wat gezonde spanning, maar gaandeweg lijkt het vijftal zich steeds meer op hun gemak te voelen.

Al tijdens het eerste nummer, een lichtvoetig klinkend liefdesliedje met een lekkere laidback groove, breekt de zon door boven het festivalveld. Dat kan natuurlijk geen toeval zijn met deze zomerse reggae- en skaritmes. De Nederlandstalige teksten nodigen uit tot extra aandachtig luisteren, vooral wanneer zanger Aron Elstgeest bij de wat snellere nummers soms amper verstaanbaar is. Met de catchy gitaarlickjes van Sam van Tienhoven, de soms zwoel aandoende toetsenpartijen van Damiaan van Noort en de solide fundering van bassist Bart Lubking en drummer Antonio Kamerling weet Antje Krook een prima set neer te zetten.

Tredmolen
Aron bezingt vooral de liefde in allerlei varianten: verliefdheid, gebroken harten, iemand die makkelijk te manipuleren is, maar ook een nummer als ‘ABCDEF’, over iemand die niet goed weet wat hij moet met z’n leven en maar doorgaat in de dagelijkse tredmolen van de werkroutine. Grappig is dat Damiaan daarbij achter zijn keyboard een soort dansmove doet alsof hij op een loopband loopt – een soort visualisatie van het bewegen in die tredmolen.

Anders dan anders is het nummer ‘Jouw dag’ vandaag niet alleen opgedragen aan het publiek, maar ook aan de band zelf. Alle bandleden groeiden op in de Leidse regio en bezochten Werfpop al van jongs af aan. Hier zelf spelen was voor hen een jongensdroom. “Daarom is het vandaag ook ónze dag,” zegt Sam van Tienhoven enthousiast. 

(Cisly Burcksen)

Erin komen...

The Grand East

Energiek vanuit de stutpalen

The Grand East klinkt als de titel van een Wes Anderson-film. Het is echter een Twentse band die al jaren door Europa tourt, en zijn zo ongeveer de huisband van Zwarte Cross. Door Grolsch te drinken op het podium blijven ze trouw aan hun roots. Ze spelen een mengeling van blues, ’80s synthesizermuziek en psychedelische rock. De band is aan het veranderen, zo hoor je op hun livealbum ‘Aim For Desire’. Ze kondigen aan: “Live heeft de band hun party-kant vergroot en opgeblazen, met een zwetend publiek, moshpits en crowdsurfers als resultaat.” Presentator Multiplex introduceert hen als een band “uit het Wilde Oosten”, en dan: “Het is half twee, biertje erbij, let's go!”

Het viertal begint hun set bluesy, wordt langzaam rockier, met nummers die gemiddeld een minuut of acht duren. The Grand East doet qua geluid en energie denken aan Splinter, al is de sound van deze ervarener band meer af en gevarieerd. Bepaalde lange rollende riffjes zijn stoner, al markknopflert de gitaar ook met een CryBaby-wah in een lange solo in ‘Change It All’. Er sluipt ook psychedelische rock in, en door de mondharmonicasolo van de zanger op looper wordt The Grand East ook als Heath. Ze maken nummers om het gaspedaal van je Buick nog eens extra in te trappen op een rit door de prairies.

Hoogtestage
Vanaf het begin hebben zanger Arthur en Hammondman Henk een goede intensiteit. Met het swingende 'Sex Club' als tweede nummer schudt de band de laatste restjes reserve af. Niek, de gitarist met de gespierde armen van een drummer en een tijgerprint op zijn instrument, speelt ook fanatiek. Ondanks de bewolking zweet de band dan ook al snel als een vlot otters.

Over zweten gesproken: Arthur klimt ineens op een versterker en dan de zijpaal van het podium in, tot bovenin. Hij hangt een meter of tien boven de podium, van waar hij verder zingt. Hij voelt zich duidelijk thuis op hoogtestage, want aan het slot doet hij hetzelfde in de andere paal. Health and safety? Poh. Spectaculair? Zeker!

Onder leiding van Ymte’s zware oorlogstrom bouwt de band mooi spanning op in nummers, en met het ‘Change It All’ zit er ook een fijn rustmoment in de opbouw. Hoogtepunt van hun set is ‘I’ve Been Young’; de zon breekt voor het eerst door de wolken. Naast die tweede paalbeklimming is er de mondharmonicasolo op looper en beweegt de band op een rijtje vooraan het podium mee, terwijl ze de melodie meespelen. Richting het slot, na een minuut of tien, wordt het tempo opgevoerd tot razendsnel voortrollende bluesrock. Arthur zingt met een Elvisiaanse snik in zijn zang. Flowerboymateriaal is het niet, maar het werkt prima. Als The Grand East iets later geprogrammeerd was, had de band de moshes gekregen waar het recht op had.

(Rogier van Nierop)

Werfpuppies

Volwassenen, of wat daarvoor wil doorgaan, denken dat Werfpop om hun draait. Wie is de headliner? Welk t-shirt trek ik aan? Welke nummers kan ik meezingen?

Cute.

De echte Werfpopganger weet: dat jaarlijkse feestje in het Leidse Hout vieren we niet alleen voor onszelf en onze idolen, maar vooral om onze liefde voor muziek door te geven. Dus: doe vooral lekker interessant en bij-jouw-tijds met setlists en beperkte oplages, met remix-zus en vroeger-waren-ze-beter zo. Maar vergeet niet: Fristi is the Future.

Werfpop geven we door, van generatie op generatie. En wij van 3voor12 Leiden groeien met je mee!

(Ruben Verheul)

Maxi Radio

Zet jezelf uit met lome beats

Het Leidse underground radiostation Maxi Radio levert vanmiddag drie DJ’s voor P3, het podium voor lokale smaakmakers op het gebied van elektronische muziek. Radiomakers Cassie Wijle, Bobby Speedo en Kevin Lo laten het publiek, dat hier heerlijk in zitzakken hangt, even bijkomen met een mix van ‘vergeten parels’; dansmuziek die zowel kan verrassen als ontroeren, aldus de aankondiging. Wat we horen, zijn loungetracks met lome beats om heerlijk bij weg te dromen. Opvallend is dat zeker de helft van de toehoorders hier op hun telefoon zit. Is dat omdat de muziek zo saai is? Of is dit gewoon de ideale plek om jezelf even ‘uit te zetten’ in de festivaldrukte? Alle zitzakken zijn bezet, zoveel is zeker. Maar uw recensent krijgt de koffiegeur van de naastgelegen koffiestand in diens neus en kan zich al snel niet meer bedwingen om daar in de rij te gaan staan... 

(Cisly Burcksen)    

Naaz

Naaztenliefde

Naaz komt elegant op onder begeleiding van drummer en toetsenist, en de Koerdisch-Nederlandse singer-songwriter opent zoals ze in de aankondiging beschreven staat: electro sausje, flarden van volksmuziek en teksten van een vrijgevochten vrouw. 'take my life (back)' is een opstandige wederopstanding die van tam naar fier klimt naarmate de melodische schulp open gaat. Een klankrijk Koerdisch nummer met zoekende zang en hummende drums is bijna genoeg om je weer eens aan Duolingo te wagen. Dan grijpt Naaz naar de gitaar voor het schattige en schallende 'one day', een onverwacht optimistische anthem die niet zou misstaan op wijlen Tuckerville. 

Met een lach en een traan verkondigt ze dat trauma je jong houdt, waarna een ietwat minimaal liedje wordt ingezet. We blijven in het hoofd zitten voor een track over de autisme diagnose van de zangeres, een prettig offbeat en ontwennend kunststukje met toetsen die af en toe wat schuren. Ze is een meester in masking want het valt met haar guitige podiumpresence niet te raden. Voor een stukje nostalgie gaan we terug naar haar debuutsingle, een throwback die vooral laat zien hoe ze in de tussenliggende tijd geëvolueerd is. 

Neurospijs van het leven
De tweede helft van de set levert ook een aantal gewervelde oorwurmen, met bijvoorbeeld een bewerking van Stromae in het Koerdisch. Het concept klinkt geestig op papier, maar het eindresultaat is juist begeesterd. Dan volgt 'UPROOT', wat ook echt de koeienletters in de titel verdient. Het is wederom een anthem, dit keer over groei, met een eigen meerstemmigheid die het beste op z'n plek is als het schalt over een festivalveld. De set gaat alle kanten op, maar het publiek gaat nergens heen, ook niet als Naaz even bang is dat ze over de afgesproken tijd heen gaat (ze heeft nog 15 minuten). 

Na het misleidend melancholische 'alive' eindigen we met 'Azadî', een concentratiemoment om even stil te staan bij alle brandhaarden waar mensen niet in vrijheid kunnen leven (Palestina, Soedan, Congo, maar ook wat het Koerdische volk zelf doormaakt). Ondanks dat de meeste bezoekers de taal niet machtig zijn is het voelbaar in de muziek wanneer de stemming van rouw naar power gaat. Deze smakelijke set valt misschien het beste te vergelijken met een tepsi (het eerste Koerdische gerecht uit de zoekmachine waar laagjes beeldspraak mee te maken viel), opgebouwd uit exotische spijzen, gezonde levenslust en tracks met tanden, warmgebakken in de zon. 

(Bas Kleijweg)

Rotor49

Vinyl

Ehsan Memarzadeh aka Rotor49 is vandaag de draaiende Delftenaar. Hij mixt zijn acid, trance en underground techno alleen van  vinyl; voor hem geen ingeplugd USB-stickje. Een Leids kwartiertje later dan gepland gaat de rookmachine aan en start Rotor 49 zijn dromerige beats. Is het aan het begin van zijn set het veldje helemaal leeggestroomd na de ombouw van Maxi Radio, binnen de hekken vormt zich al snel publiek. Het ene nummer verglijdt in het andere. Langzamerhand komt het publiek los. Instrumentale, opzwepende beats pushen ons, als we ongeveer een kwartier in de set zitten: “Dansen nou!”. Dat doet het veld. Langzaam verdwijnt het dromerige uit de set en gaat het over in de beats van pure acid.

(Rogier van Nierop)

Werkpop

Hoe ‘chiller’ jouw Werfpopervaring, hoe meer bloed, zweet en tranen daarvoor nodig waren. Graag gedaan, met liefde!

3voor12 Leiden neemt je binenkort graag eens mee op een kijkje achter de schermen. Voor nu zetten we graag even enkele medelijk-mogelijkmakers in de spotlights.

(Ruben Verheul)

Gespuys

Vervreemdend en dansbaar

Dansen op trauma’s, dat is het devies van het duo Gespuys. “Iedereen heeft trauma’s. Wij hebben geen oplossing, maar bij onze muziek kun je de shit opzij zetten en even lekker losgaan,” vertelde zangeres/tekstschrijfster Vierra Lanza onlangs op Sleutelstad FM bij Live071. Dankzij Vierra’s recente verhuizing naar Leiden is Gespuys niet langer een uitsluitend Delftse, maar nu ook een half Leidse act. En niet, zoals spreekstalmeester Multiplex per abuis mededeelt, afkomstig uit Drenthe.

Samen met Stijn Wevers, die de muziek componeert en op het podium de gitaar en allerlei knopjes bespeelt, laat zij Werfpop kennismaken met hun aanstekelijke Nederlandstalige elektropop. Vierra heeft een heldere stem en dat is prettig, want daardoor is het goed te volgen wat ze zingt. Indringend kijkt ze de menigte voor het podium in en na enkele nummers komt ze ook wat los en doet hier en daar een danspasje op het podium. Het duo speelt een aantal nummers van hun onlangs verschenen EP ‘Tussenruimte’, maar ook wat ouder of nog niet uitgebracht werk.

Waar is-ie gebleven?
Door de hypnotiserende synths en stevige beats zijn de nummers prima dansbaar. De teksten zijn soms raadselachtig en vervreemdend. Ze gaan vaak over ouder worden of blikken terug op je jeugd. Bijvoorbeeld ‘Inter-minus-net’, dat gaat over hoe het internet was toen deze jonge muzikanten opgroeiden: veel minder alomtegenwoordig dan nu. Een bewerking van ‘Berend Botje’ met onheilspellende synths geeft het kinderliedje een volwassen diepgang, alsof het ineens over een existentieel vraagstuk gaat, maar het is natuurlijk ook gewoon een lekkere meezinger waarvan we allemaal de tekst al kennen. Al met al een verrassende mix van ingrediënten die het festivalveld flink in beweging weet te krijgen.

(Cisly Burcksen)

Onslaught

Thrashmetalveteranen

Als een constante donderstorm dreunen de dubbele basskicks over Werfpop. Alhoewel er geen regen valt tijdens deze set, blijft het zeker niet droog bij Onslaught. Vanaf het eerste moment ontpopt er een moshpit voor het podium, waarbij naast bier ook heftig zwetende mannen door de lucht vliegen. Dat is nog eens héérlijk genieten op deze heerlijk broeierige zondag.

Onslaught is in zijn essentie trashmetal, maar invloeden uit de hardcore punk en speedmetal zijn zeker niet te missen. Deze band ramt op hoog tempo door hun setlist, wat ontzettend vet is, maar helaas maakt dat hun set ook een tikkeltje eentonig. Niet dat dat het publiek ook maar een moer scheelt, want de moshpit draaft braaf door.

Alhoewel de bandleden al aardig grijs zijn, trekt de band ook veel jong volk aan. Thrashmetal overstijgt de generatiekloof op Werfpop, als jong en oud over het veld heen razen, begeleid door de dikke gitaarrifs van Any Rosser-Davies en Nige Rockett.. Wat meteen opvalt is dat dit vijftal zelf ook in het publiek had kunnen staan. Geen glitterpakjes of strakke maillots, maar een half vergaan bandshirt, gescheurde jeans, en vertrapte sneakers. Dat is het mooie aan thrash.

Gore gutturals
Zanger Oscar Rilo, die de helft van de set wild met zijn hoofd in het rond draait, verwacht soms iets te veel van het publiek. Vaak geeft hij de beurt aan de mensen voor hem om te zingen. Hij moet aardig zijn best doet om zichzelf hoorbaar te maken, misschien ook omdat het geluid van de microfoon al vanaf het begin erg laag staat. Niet dat je zijn tekst überhaupt kan verstaan, maar er mag zeker stilgestaan worden bij de scherpe gutturals van deze man, al helemaal als je bedenkt dat ze één volledig uur mogen spelen.

De band speelt vooral nummers van hun debuutalbum 'Powers from Hell'. Met nummers zoals 'Angels of Death' en 'Lord of Evil' is Onslaught niet bepaald een gezellig bandje geschikt voor je oma. Of misschien toch wel. Deze band gaat immers al veertig plus jaar mee en wie weet stond je oma in haar jonge jaren ook wel in de pit. “Everybody loves metal”, aldus de zanger van Onslaught.

(Renée Kortenoever)

CERA

Een reis van disco naar deep house

Disco en deep house-DJ CERA is één van de founding mothers van het queer DJ-collectief Discotheef. Met hen, maar ook solo, stond ze al meerdere keren in de Nobel. Vrolijke disconummers krijgen van haar een housebeat. Kim van Solinge danst tijdens het draaien mee achter de draaitafel. Net als bij eerdere acts stroomt het binnen de tuinhekken bij het ombouwen leeg en druppelt het publiek het eerste kwartier langzaam binnen als weer een nieuwe DJ speelt. Het echte dansen, loskomen en echt toestromen gebeurt in het kwartier erna. Na een half uur is het terrein vol, het publiek opgewarmd en volgt het half uur lekker dansen tot het einde; ook hier. De milde disco-tracks aan het begin van de set zouden beter passen bij zwoelere temperaturen. Nadat ze langzamerhand haar set aanpast naar deep house, reageert het publiek daarop en wordt er meer gedanst.

(Rogier van Nierop)

YoungRubbi

Rauwe 'Rotzooi'

Al stuiterend stormt YoungRubbi het publiek in. Personal space? Nee, man. YoungRubbi is constant in your face. Geïnspireerd door de rauwe energie van punk brengt hij een rauwe mix van aanstekelijke trap en punk met een activistisch sausje. In tijden waarin veel artiesten stug hun mond dicht houden, is YoungRubbi bloedeerlijk in zijn nummers en ‘sugarcoat’ helemaal niets. Tekst zoals “Je steunt de genocide. Hoe lig je in je bed?” is glashelder voor de meeste mensen. Of dat zou je denken, toch?

Het is een drukke boel bij YoungRubbi. Niet alleen voor Podium 2, maar ook op het podium, die vol staat met vlaggen, een winkelwagen en een klein leger aan mensen. Naast zijn eigen band, cameraman en hypemensen (bestaande uit het Bredase collectief Tr4pologie) zijn er ook wat andere bekende gezichten aanwezig. Otje Suijker (Bekend van het Utrechtse Bowl en C'est quoi) speelt bas en bij ‘Radicaal Illegaal’ maakt de Venlose Emirhan X een cameo en brult enthousiast zijn lines mee. Op zijn shirt staat "Kill your rapist".

Via zijn creatieve omgang met de Nederlandse taal, bekritiseert Rubbi het verstikkende van het kapitalistisch systeem van onze maatschappij. “Ik ben geen complotdenker, maar een kapotdenker.” Niemand is veilig in zijn nummers, ook hijzelf niet.

Tijdens ‘Rotzooi’ stormen zijn handlangers inclusief vuilniszakken het podium op en gooien deze in het publiek. Tot groot plezier van de kinderen aanwezig, die ze met plezier kapot trappen. Alhoewel ze niet mee doen met de moshpit, die zeker aanwezig is, kunnen ze zo wel hun agressie kwijt. Ook deze kids houden van rotzooi.

Zieke gitaar, ouwe!
Allicht is het een beetje voor de hand liggend, maar de manier hoe Rubbi het publiek tussen de nummers door toespreekt en de mix tussen genres doet denken aan het omstreden duo Bob Vylan. Er is wel een groot verschil. Deze Rotterdammer komt WEL met een volledige liveband inclusief gitaar het podium op. Dat hoort toch wel echt bij punk, niet?

Het is niet alleen maar beuken en dansjes gooien bij deze set. Tijdens ‘Zal ik alvast gaan liggen In mijn graf’ pakt Rubbi zijn ‘dagboek’ in de hand en leest de tekst voor. Hierdoor voelt dit moment persoonlijk, nostalgisch en héél onverwacht ook een beetje emotioneel.

“Jongens, we hebben nog tijd.” Zegt Rubbi aan het einde. Het oorwurm veroorzakende ‘Op een dag’ wordt onder nog luider gejuich nog een keer ingezet, waarbij de rapper door het publiek gedragen wordt.

(Renée Kortenoever)

Flexusz btb Operator21

Stampend speelparadijs

Hoewel het een tijd geleden is sinds we ons meer bezig hielden met 'Blood Sugar' dan onze eigen suikerspiegel, zijn we nooit te beroerd om weer de drum 'n bass in te duiken. De set op het piepkleine P3 wordt verzorgd door Operator21 back-to-back en zijdelings met Flexusz. Met zitzakken langs de omheining van de stage kan je hier zowel dansen als chillen, en na wat geschroef blijft de intensiteit op een democratische middenweg voor beide groepen. Veel meditatief meedansen of doelgericht deinen onder het publiek, dat nog een beetje warm moet lopen. Dit podium lijkt in ieder geval de exoten van het festival te trekken, met kleding die varieert van barbaars tot Bridgerton. 

De genrefans staan vooraan bij het DJ meubel, maar de jungle mag nog wel wat meer wortels in de grond hebben. In de loop van de set is er minder aarzeling, zowel van de soundwevers als van de toeschouwers (bijgestaan door literkannen drank). Een dame jongleert ballen bij de frontstage terwijl de DJs hetzelfde doen met tracks. Er zijn opvallend veel koters (wel met gehoorbescherming) aanwezig, gezien de stage tegenover de kinderactiviteiten zit. 

Party crèche
Werfpop is qua sfeer een ideaal gezinsfestival om je kroost aan meer dan 'Baby Shark' op repeat te introduceren, met activiteiten die variëren van een poppenkastvoorstelling waarbij de kleintjes leren snitchen als de schurk vraagt waar de held naartoe is gelopen tot spitsuur op een springkussen. Ook voor de creabea's en circus aspiranten is er genoeg te doen, met als enig commentaar van een paar bevriende ouders dat het geluidsniveau van aanliggende stages soms wat hoog is en één of twee meer vrijwilligers voor het toezicht geruststellender zou zijn. 

Terug naar het speelparadijs voor de volwassenen: de bass is nu opgevist en een rookgordijn in de dalende zon schept sfeer terwijl een mix van de Finse Käärijä (dank aan een fotograaf voor de namedrop) het veldje zo doet bruisen dat de omringende hekken omvallen. Een laatbloeier van een set, maar zet wel de bloemetjes buiten.

(Bas Kleijweg)

WerfSTER

We gaan er even uit voor de reclame. Woensdag zijn we er weer, met Deel Twee van ons Werfpopverslag. Dat wordt heerlijk (na)genieten van Paceshifters, Hard Voor Weinig, State Power, Lucas Hamming, Spätkauf, TAXITAXI, Ponyclub, Dio, Polyphonic, Multiplex en Goldkimono. Tot dan!