“What’s in the box?”, vraagt Brad Pitt in de thriller ‘Se7en’. Goede vraag: wat kunnen we in The Box verwachten? PLÅNET mixt funk en krautrock en mengt die met sporen van folk en disco. J-Dread Foundations belofte van "de authentieke, bewuste ritmes van rootsreggae" klinkt goed, wat warme muziek op een februariavond.

The Box

“Ken je het concept van The Box?”, vraagt eigenaar Bert de Geus als ik binnenstap. Hij vertelt enthousiast dat het voortkomt uit de oefenruimtes en studio daar. Artiesten ontwierpen er hun shows. Omdat er steeds betere en professionelere backline kwam te staan, groeide het uit tot een plek om op te treden. De afgelopen paar jaar stonden hier gevarieerde namen uit Katwijk, Leiden en Den Haag: Pineapple Kid, 10 Ct. Pistol, Warhertz, Yellofox, Zwardsick, Laypeople, Rauwkost en New Exhibit.

Over de bandbeloning is hij heel open: wie hier optreedt, worden niet betaald, maar krijgt voor hun spel professionele geluidsopnamen van hun optreden en foto’s en een film van hun optreden. Het is er laagdrempelig en er hangt een vriendelijke sfeer; er wordt aandachtig geluisterd. Een enorm Fender-plectrum, gemaakt voor gitaarspelende reuzen, domineert de zijkant van het podium.

PLÅNET

“Drummer Eduardo zit in een kooi, want hij is heel gevaarlijk - niet voeren!”, waarschuwt PLÅNET-frontvrouw Isha. En inderdaad, er staat een plastic scherm voor de drums, die de Luxemburgse Braziliaan afsluiten van de rest. Het heeft wel wat weg van de muzikantenbescherming uit de bar in The blues brothers. Publiek en Eduardo maken een onschuldige indruk, maar de drums moeten bij de opnames simpelweg niet te overheersend zijn.

Zangeres Isha van der Burg is getooid met een bontachtige muts. Met hem op voelt ze zich fijn en geborgen, vertelt ze. Met een open blik kijkt ze de zaal in. Een dagje ziekte hield de space shuttle de dag ervoor in dok, in plaats van vanuit Haarlem op te stijgen. Ze is gelukkig hersteld, al moet haar stem nog even opwarmen tijdens het funky 'Stars of July’. Bij een nummer als ‘No more lovesongs’ laat ze horen hoeveel volume ze heeft. Isha toont tijdens de set ook haar emotionele bereik. Ze gaat van zacht en sensueel zingzeggen (het eerst Florenceachtig gezongen "Honey, I want you, so bad") tot een onschuldige, bijna kinderlijke vreugde in ‘San Marino’. Wie in de laatste week van februari Sleutelstad FM aanzet, hoort het nummer veelvuldig voorbijkomen, want het is er de sleutelschijf. PLÅNET is in de race om San Marino te vertegenwoordigen op het Songfestival; op 25 februari horen ze of ze in de nationale finale staan.

De sterspeler van het optreden van vandaag is gitarist Rense van Wierst, die een aantal vonkende solo’s uit zijn gitaar afvuurt. Aan die in ‘Let's move to the countryside’, zit een Arabisch tintje, en die in ‘Darkness & Light’ zit vol distortion. Hij zit er zichtbaar lekker in vandaag. Daan Olieroock, met fraaie baard, maakt een onverstoorbare indruk, zijn bas lekker goed hoorbaar. Daan trekt aan zijn snaren, met af en toe een lichte glimlach om zijn lippen. Zijn kooi houdt Eduardo Leal koest: gepast rustig tikt hij op de drums. In vergelijking met Gluren bij de Buren kunnen de andere drie bandleden staan, wat dit optreden meer energie en beweging geeft.

Vier de variatie
Als ik PLÅNET in één woord moest omschrijven, zou ik kiezen voor “gevarieerd”. Dat maakt de band geschikt maakt voor luisteraars met uiteenlopende voorkeuren. ‘Home’ is rustig, ritmisch en risqué – het gaat over overspel. Het stukje rond het mogelijk uitkomen daarvan, “Honey, are you at home?”, speelt de band bewust disharmonisch, een kakofonie van gitaar en zang dwars door elkaar heen. Vorm en inhoud vallen daardoor samen.

Oké, nog twee voorbeelden dan. ‘Amsterdam’ heeft iets van The Cranberries. ‘No more lovesongs’ doet in de intro denken aan ‘Radar love’, gaat richting opzwepende rocksong, maar kameleoniseert verrassend in een rustige ballad. Na grommend tussenstukje volgt dan weer het refrein van ‘Sk8er Boi’. Can I make it any more obvious? Ad astra!

J-Dread Foundation

V.l.n.r.: Marc “MaSta" (gitaar), Roy (drums), Melissa (zang), Jonathan (zang en gitaar), John (percussie), Fred (sax en fluit); knielend: Marc “Edge” (bas)

De dansbare ritmes van reggae, soms loom, soms opzwepend, nemen het podium over. J-Dread Foundation klinkt op YouTube al goed en maakt live hun “Jah man, let’s do this”-spirit waar. De thema’s van Jonathans nummers zijn divers: hard werken, goede smaak, mensen dingen leren, maar ook: de cyclus van het leven in het algemeen en van rastafari in het bijzonder.

Dit is een vol podium: ze staan er maar liefst met zijn zevenen. Marc “MaSta”, de gitarist met dreads, draagt een hoge hoed met lintje in rastafari-kleuren. Zangeres Melissa danst sur place tijdens het optreden, frontman Jonathan Dread staat er, breed en sterk, met de langste dreads. Hij is afkomstig van Aruba, maar kondigt de nummers in het Engels aan met een overtuigend Jamaicaans accent en draagt zo bij aan de zonnige illusie en performance.

Marc “Edge”, de bassist en dus geen verwijzing naar U2’s The Edge, is de beweeglijkste. Hij springt en moonwalkt over podium. Op zijn versterker staat een nummerbord met “MARC” erop. Bij het slotnummer ‘Jan Is I Shield’ danst hij langzaam en simultaan naar de grond met saxofonist Fred. Fred Kofman zit nog geen twee weken bij J-Dread Foundation; naast sax bespeelt hij een bijzondere fluit.

Dynamo
De band heeft twee percussionisten: de drummer met rastafarikleuren-headband gaat in interessante ritmes tekeer op de drums. Richting het einde van het optreden pakt de bezwete bassist Edge de microfoon. Hij komt met J-Dread confidential: “Onze drummer heet Roy, als je niet zegt dat hij moet stoppen, dan stopt hij nooit." Roy is kortom het Duracellkonijn met staying power. Percussionist John bespeelt zijn conga’s meestal met zijn handen. Tijdens ‘Iya High’ verschijnen er opeens even stokken, korter en dunner dan standaard drumsticks, in zijn handen.

Eerder waren er al lange gitaar- en saxsolo’s richting het einde van ‘Faraway’, maar ‘Jan Is I Shield’ is het hoogtepunt van hun optreden. Het is het opzwependste nummer, Edge danst nog harder, Freds sax is nog solerender. Het dienblad met water en glazen blijft het hele optreden onaangeroerd op hoek van het podium staan.

Zie jij jezelf en je band al in The Box staan? Probeer dan eens een mailtje aan Bert de Geus via info@muziekcentrumthebox.nl.

Dank aan Tineke Jonker voor het gebruik van haar foto's.