De avond begint. Als eerste betreedt Tijger Tijger, winnaar van de Nobel Award 2023, het podium. De band oogt ietwat scheef: enerzijds drie mannen met kale koppen die de harde instrumentatie strak neerleggen, anderzijds een zanger met weelderig krullend haar die de zaal melodisch toespreekt. Het beeld schuurt licht, maar intrigeert daarin juist ook. “Bedankt dat jullie hier zijn op dit vroege uur,” is een van de eerste dingen die de band zegt, tegen een – toegegeven – vrij select groepje bezoekers. Maar, de zaal loopt gedurende het optreden beetje bij beetje voller, en beweegt steeds beetje bij beetje energieker. De muziek klinkt grungy. Zoals ze zelf al zeggen in dit interview heeft het wat weg van Pixies en Queens of the Stone Age, maar ik zou graag Triggerfinger aan dat lijstje toevoegen: eenzelfde soort hardheid gemengd met gevoel, eenzelfde soort intensiteit, en eenzelfde soort stoiseinse bassist op centrestage. Wanneer de zanger zegt “Dit is de laatste” en het laatste nummer ingezet wordt, zegt iemand naast me hardop “Ja, dit moest ‘m wel zijn!” Het publiek is inmiddels lekker los en zingt enthousiast mee.
24 oktober 2024. Eindelijk is de dag daar. De dag van de albumrelease van Headfirst. Het tweede studioalbum van de band, getiteld 'Alright, Nothing Left', kwam eerder vandaag uit op Spotify en wordt vanavond uitgebreid gevierd in de Grote Zaal van de Nobel. Met ook Tijger Tijger en Queen’s Pleasure op het menu voor vanavond, staat ons ongetwijfeld een feestelijke, muzikale avond te wachten.
Tijger Tijger
Queen’s Pleasure
De avond vervolgt met Queen’s Pleasure. De band verspilt geen tijd: ze komen meteen energiek binnen. Snoeiharde drums, plectrum-bas en schreeuwzang. De houding van de zanger pakt me meteen. Hij lijkt een soort gevecht te hebben met zijn microfoonstandaard – te hoog, te laag, in twee stukken – maar neemt dat mee in de uiting van zijn zang en beweging – die standaard gaat mee alle kanten op, of ‘ie het nou wil of niet! De stage presence van de band is sowieso erg goed: de drummer mept met grote passie, de gitarist en bassist zoeken afwisselend elkaar en de hoeken van het podium op, en in zijn geheel staat er een powerhouse van een band. Qua geluid hebben we het over garage rock, maar dan met een onplaatsbare, eigenzinnige bijsmaak. Voor hun laatste album, ‘Shy Bairns Get Nowt’ gingen ze dan ook onconventioneel te werk: ze namen het hele album op in negen dagen met enkel live recordings en zo min mogelijk overdubs. Dit geeft een heel puur geluid. Volgend jaar gaat er een nieuw album uitkomen, wellicht niet opgenomen in negen dagen, maar hopelijk wel even oprecht.
Meerdere mensen om mij heen zeggen tijdens het optreden “als een soort Nederlandse Fontaines D.C.” en dat bedoelen ze als een groot compliment! Waar Fontaines uitgesproken Iers is, flirt Queen’s Pleasure expliciet met het Britse en het Amsterdamse. Ze spelen onder een banner met daarop in het midden een afbeelding van Queen Elizabeth met twee kruisen als ogen. De twee kruisen die zij als ogen heeft, bevinden zich ook levensgroot aan beide kanten naast haar: een allusie naar het wapen van Amsterdam. Richting het einde van het optreden levert dit een erg grappig beeld op: de microfoonstandaard heeft het officieel begeven en, om er nog fatsoenlijk in te kunnen zingen, maakt de zanger een soort verkapte buiging voor de onteerde koningin boven hem. Een radicaal en ontwrichtend beeld dat perfect past bij de golf van geluid en energie die het publiek zojuist ervaren heeft.
Headfirst
Na het voorspel van de eerste twee bands, is het tijd voor de hoofdact van de avond: Headfirst. Het is en blijft echt hun feestje om het album ‘Alright, Nothing Left’ te vieren. De grote zaal staat helemaal vol met vrienden, familie, vrienden van familie, en familie van vrienden. De band heeft een nieuw vast lid, toetsenist Dominique, maar brengt ook een hele linie aan extra leden: twee achtergrondzangeressen, een extra gitarist, en drie blazers. Headfirst XXL Band! Deze grote line-up aan muzikanten misstaat niet op het grote podium van de Grote Zaal. De nieuwe plaat brengt een nieuw geluid met zich mee. Het is wat rustiger, meer gedragen dan de vorige plaat. Het is in vlagen best ingetogen, bijna braaf voor een luisteraar die de Headfirst van de eerste plaat gewend is. Maar het is ook in vlagen groots en bombastisch, bijna bigband-achtig door de blazers. In ieder geval, klinkt het volwassen. Nummers zoals ‘Don’t Be Lousy’ hebben wat weg van latere nummers van Oasis, zoals ‘The Masterplan’ en ‘I’m Outta Time.’ Voornamelijk de keuze om in te zetten op meerstemmige zang is de nieuwe muziek, is een erg goede keuze. De band blinkt echt uit in de harmonieën die ze maken met tweestemmige en driestemmige zang. Geen wonder dus dat de instrumentatie iets mellower is geworden om ruimte te maken voor opvallend stemgeluid.
Maar de punkroots blijven niet compleet onderdrukt. De band speelt een aantal oudere nummers op dit moment in de set en het gaat wat harder. De eerste single van de band, ’Dino Disco,’ heeft bevlogen energie, die door het publiek beantwoord wordt met grote moshpits. Een jongensdroom van zanger Duncan gaat in vervulling wanneer hij kan stagediven van het podium – of minstens, op handen gedragen wordt door het publiek. Als tegenhanger van Duncans enthousiasme, staat bassist Gina er cool en collected bij. Ze kijkt het publiek recht aan tijdens haar solo en lijkt een soort kalme allure te belichamen die haar goed staat. Er komt een toegift van niet één, niet twee, maar welgeteld vijf nummers. Het is even wachten, de zaal riep er al de hele set om, maar daar is ‘ie dan eindelijk, als allerlaatste: albumsingle ‘Ordinary Lover’. Het was het wachten waard; de zaal gaat voor de laatste keer helemaal los en schreeuwt alle tekst mee! Daarmee zijn de festiviteiten in de Grote Zaal voorbij, maar de festiviteiten in de Foyer gaan nog tot laat door. Er wordt merch gekocht, bijgekletst met oude bekenden, en vooral nog even doorgeleefd in de euforie van een geslaagde avond.