Sprookjes en sagen bevatten vaak wijze lessen. Koppige kinderen en hoogmoedige volwassenen belanden in magische situaties die hun karakter op de proef stellen. Om de hoek loert een einde aan de onschuld en misschien zelfs een genadeloos noodlot.

Er is minder magie in de moderne maatschappij, maar toch waan je je bij het Nobele folkfest Forest of Fools van Fool Circle in een andere wereld. Daar zal het uithoudingsvermogen van je lever en je lichaam op de proef gesteld worden. Gaat dit verhaal een gelukkig einde hebben, of dien je als tragische waarschuwing aan anderen? Maak het mee met de folky metal van Bunch of Bastards, Bards of Valor, Captain Kelphair & The Salty Seamen en Mourning Wood.

Bunch of Bastards

Buitenechtelijk kindje van folk en punk

Tussen het loof vinden we iets veelbelovends: Bunch of Bastards, een band voor eenieder wiens ouders niet getrouwd waren tijdens de geboorte. Zeven vrolijke lieden, die onder het motto ‘drink, holler, dance’ folkpunk in de stijl van Flogging Molly and Dropkick Murphys je oor in slingeren. Naast eigen repertoire krijgen we ook beroemde hits zoals ‘Drunken Lullabies’ en ‘Devil’s Dance Floor’ uit die hoek te horen. De bierflesjes verspreid over het podium worden leeg gelurkt gedurende een set vol kluchtige liederen. Het hard gelag dat de hoofdpersonen te verduren krijgen leidt of tot hard gelach of tot een drankgelag.

Bij de cover ‘Rose Tattoo’ blijkt tussen de stampij door ook daadwerkelijk een dame met zo’n stukje inktkunst in het publiek te zitten, alhoewel de band aan het begin van het optreden de interactie vooral op elkaar focust. Het werkt: de oprechte energie van muzikanten die zelf wel een feestje kunnen bouwen ongeacht de reactie van de toeschouwers straalt af op de concertgangers, die dolgraag meedoen. Zelfs bitterzoete thema’s als de dood worden omgezet naar een les in het beste maken van de tijd die je hebt tijdens ‘Departure Time’, en om te zorgen dat we die leeftijd in ieder geval gezond halen doen we collectief squats als dansmove tijdens het moderne Russische sprookje ‘Katusha Kalashnikova’.

De zweetdoek moet er even overheen, maar dan volgt er een fraai staaltje chantage: als de toeschouwers niet voorzingen, wordt het volgende nummer niet ingezet. Gelukkig is men niet te beroerd (of te nuchter) om braaf instructies te volgen, en wat volgt is een razend opeenvolging van tracks waarin pogoën, rondedansjes arm in arm en gewoon ongegeneerd meebrullen allemaal zijn toegestaan. Ondanks herhaaldelijke smeekbedes is er geen tijd voor een toegift. Typische bastards.

Bards of Valor

Heibel in de herberg

Bards of Valor trappen de denkbeeldige taverne naar de tering met hun mythologische metal.  Tijd- en verhaallijnen lopen door elkaar heen als vikingen en barbaren gevechtsvliegtuigen in handen krijgen en duistere torens te lijf gaan. De set wordt geopend met ‘Drinking Song’ net nu iedereen vers bier van de bar heeft, maar al snel begint het serieuze werk. De drums domineren tijdens ‘Siege Incoming’, een nummer dat voor elk Leidenaar relateerbaar moet zijn, maar het tij keert met de glorieuze gitaren van ‘Fields Of Slaughter’. Even een dipje met het verloren aanvoelende ‘Marooned In Time’, waarna tijdens ‘By My Command’ het headbangen de precisie van een militaire oefening krijgt.

Er mist was moshbaarheid in het midden van de set, afgezien van een cirkelpit om een paar rolstoelrijders heen die harder meedoen dan menig ander publiekslid. Tijdens ‘Aesir’s Wrath’ komt de band weer goed tot z’n recht, een track die van downtempo naar stormachtig schakelt met zang waar extra ziel in gelegd is (voor zover de zanger deze nog bezit). Ook leuk is ‘Metal In M’n Hoofd’, een persiflage van Kinderen Voor Kinderen voor diegenen die elke morgen opstaan met een persistent piepje in hun oor. Inmiddels is er geen spaander meer heel van het interieur van de herberg en is het publiek uitgeraasd. Kortom, iedereen leefde nog kort en krachtig.

Captain Kelphair and the Salty Seamen

Houzee!

We verruilen de herberg voor de woeste baren en worden geronseld door Captain Kelphair and the Salty Seamen (ja, het is een woordspeling, duidelijk heeft deze bemanning tijdens hun zeereizen nog nooit een eiland met ananas ontdekt). Pluspunten voor de steampunk outfits en elektrische draailier van deze zeerovers, minpunten voor het ontbreken van een tricorn. Hoge campfactor, maar de muziek gaat als een tierelier en de helft van de toeschouwers loopt ook rond in renfairkostuum. De toeschouwers zijn er open voor als het hemd van de frontman, en de yoho’s klinken luid tijdens ‘Rebel Shanty’, een nummer dat niet teveel exotisch bevat maar daarom des te uitnodigender is.

Als piratenmetal band zou het heel voorspelbaar zijn om tijdens deze set een versie van You Are A Pirate uit LazyTown erin te gooien, maar in plaats daarvan roast de kapitein zijn bootgenoten tijdens een Engelse parodie op het introlied van Piet Piraat. ‘The Pit of Death’ verandert van een koddig nummer over kontgaten in het zwaarste nummer van het optreden, en het gedans vooraan bij het podium is inmiddels zo intens dat er een zee van zweet is ontstaan. Er wordt zelfs een korte kickline uitgevoerd, waarna een cover van Rapalje’s ‘Wat Zullen We Drinken’ een mooi moment is om te attenderen dat de bands maar liefts twee zelfgebrouwen bieren te koop heeft bij de merch kraam. Maar het feestje moet ook gebrouwd worden, en de kapitein duikt het diepe in met zijn draailier tijdens ‘Hazina’ terwijl de toeschouwers als een school haaien om hem heen moshen. Na dit optreden heb je morgenochtend houten poten.

Mourning Wood

Door tot het ochtendgloren

Aan de hand van de outfits zou je verwachten dat Mourning Wood Hawaïaanse loungemuziek zou maken, maar de leidraad is in plaats daarvan party folk. De ballonnen hebben ze in ieder geval meegebracht, wat een mes is dat aan twee kanten snijt voor de muzikanten. De bezoekers gaan spontaan een potje hooghouden, maar dat extra engagement betekent ook dat de bandleden af en toe moeten terugmeppen. Gitaristen springen op kisten en de zang kan tijdens het openingsnummer het best beschreven worden als dansbaar gebrul. De heren zijn schaterende satyrs, die je makkelijk weten te verleiden tot voetjes van de vloer. We worden wildebrassen tijdens 'Modern Day Viking', maar gelukkig is het enige wat geplunderd wordt deze avond de bar. 

Vervolgens gaan we allemaal roeibewegingen maken tijdens het olijke 'Seaman Shanty', een dansmove die we ook konden waarnemen tijdens afgelopen editie van Don't Mind The Fuzz. De trend zet door! We gaan van de oceaan naar de woestijn, en de muzikanten halen cowboyhoeden tervoorschijn voor een nummer dat niet mis zou staan in een spaghettiwestern.

Het speciale metalverzoekje deze set is het nummer 'Rise And Fall', met een symfonische sound die een rij headbangers zo heftig doet losgaan dat het daadwerkelijk een verkoelend briesje verzorgd. Moshers gaan tegen de vlakte en worden meteen weer omhoog getrokken als men in de ban is. Alles heeft betekenis en niets is toeval, want Studio 100 leeft vandaag bij meer dan één band. We eindigen namelijk met een vrolijke verbastering van 'De Kabouterdans'. Als deze wezens daadwerkelijk bestaan, dan ervaren ze nu een aardbeving vanwege de hossende menigte. Mourning Wood's optreden staat als een paal.