Verderop in de binnenstad, nog voor de opsplitsing van de Rijn, vinden we in the Grenare de band Gypsy Swing Night, die zijn naam volledig eer aandoet. De muzikanten belichamen semi-akoestisch de nalatenschap van grootheden in de gipsyjazz zoals Django Reinhardt. De contrabas is belachelijk virtuoos, de twee gitaren maken met hun zowel ritmische als melodische rol het grand café tot bruisend toneel. Soms voegt een zangeres zich bij het gezelschap, die, zowel visueel als auditief, compleet in het plaatje past. De Rijn wordt plotsklaps de Seine, de luisteraars worden meegenomen naar vooroorlogs Parijs met de klanken van 'Que reste-t'il de nos amours'.
Aan de overkant, bij het Stadsbrouwhuis, is het dringen geblazen in een volle zaak. Hier verzorgt Banda Carumba een optreden, volledig in eigen stijl, dat perfect aansluit bij de gypsyjazz van hiervoor. Hun heupwiegmuziek zorgt met hun latininvloeden zelfs voor dansend personeel. De trompet, viool, accordeon én scheidsrechtersfluit komen direct binnen in onze corazon. Één ding is zeker: op de Kippenbrug hoeft deze nacht niet gestrooid te worden.
Toch vertrekken we naar een volgend pand: door een enigmatisch gangenstelsel heen lokt een warme tenorsaxofoonklank ons Gelagkamer De Wakende Haan in - een plek met vanavond de allure van een jazzkelder. In de Haan is het aanzienlijk rustiger, wat absurd is gezien het talent dat daar op het podium staat. De gelegenheidsband Glansrijk, onder leiding van contrabassist Cedric Glans, schotelt ons jazz voor zoals we haar het liefst hebben: rauw, intens, herkenbaar doch onvoorspelbaar. Glans, doorgewinterd muzikant in de Leidse jazzscene, vroeg voor de kroegentocht Ruud de Vries op saxofoon, wiens klanken ons benaderen als een warm lavacakeje. Ze worden vergezeld door jongens uit de opkomende generatie jazzmuzikanten. Wouter van Iterson vouwt zijn solo's uit van enkele noten naar complete akkoorden die als melodie fungeren; drummer Tijn Koenen weet met zijn gehele drumkit in gesprek te gaan met de andere spelers via parlando contraritmes, waardoor zijn spel een bredere functie krijgt dan alleen de maat slaan. Glansrijk is een traktatie vol evergreens (zoals 'Caravan' en 'Autumn Leaves') en is niet bang om de opvoering te larderen met geestdriftige solo's. Ook hier begint de barman spontaan te dansen en met flessen te gooien, en ook hier wil je als liefhebber niet meer vertrekken. Vooruit, nog één laatste biertje dan, voordat we met een kop vol onaardse jazz huiswaarts gaan.