BITTERZOET heeft meer materiaalpech dan Jean Robic. Hield in de voorronde zijn keytar er al gauw mee op, hier begint hij met problemen met zijn laptop. De laptop moet de broodnodige beats leveren bij zijn singer-songwriter met keytar, aanschurkend tegen hyperpop. Presentator Ernst vertelt de zaal: "Soms wordt de spanning te veel, en is de spanning van de laptop te weinig." BITTERZOET fikst het bijna meteen en weer laat hij zich slechts even uit het veld slaan en door zenuwen overmannen. Halverwege het eerste nummer heeft hij zich herpakt en breekt zijn eerste glimlach door. Zijn bewegingen worden zekerder en ook het spel van zijn gitarist Ivar Wiegerinck is geland op het podium. BITTERZOET is weer zijn charmante, open en daardoor kwetsbare zelf. Als er één artiest vanavond de gunfactor heeft, is het Sander Hermans uit Den Haag.
De geluidsafstelling is echter niet optimaal gemixt bij deze eerste act, en de beat verandert af en toe in een bizarre drillboorbas. BITTERZOETs nummers zijn lekker gevarieerd, en gaan van dromerige singer-songwriter over samen ontbijten met je date na een wilde nacht tot een Dropkick Murphys-achtig Keltisch drinklied als slotnummer dat massaal wordt meegezongen door de zaal. BITTERZOET verdwijnt een moment, komt dan verkleed als koning weer op met kroon en mantel, eindigt het nummer schaterlachend op zijn rug op het podium. Die setting vormt een slimme overgang naar het vierde nummer, over liggend kijken naar de sterren en nadenken over je sterfelijkheid. Bij hem is zo’n overpeinzing eerder carpe diem dan memento mori.
Hoe goed hij het ook doet, het lukt hem niet om vanaf het podium deze flinke zaal te inspireren zoals in de voorronde, toen iedereen uit zijn hand at. BITTERZOET lijkt beter tot zijn recht te komen in een kleinere zaal, waar hij ieder afzonderlijk kan betoveren. Niet al zijn nummers zijn Snob 2000-proof, maar who cares: dit is perfect om te mijmeren of om een feestje te bouwen, waar jij maar zin in hebt.