Bij binnenkomst in Wibar valt meteen op dat de verhoging rechts van het podium met dranghekken is afgezet. Een slimme keuze, want in de Wibar kan het publiek snel zo verspreid staan dat elke interactie vervliegt. Het podium is versierd met twee rechtopstaande botten en de Hondsdol-buldog staat gespiegeld op twee banners boven het podium. De gebruikelijke containerdeuren vormen een industrieel decor in het duister.. Meer dan honderd toeschouwers druppelen binnen; het is showtime!
Hondsdol is een nieuw punkfestival met korte voorproefjes als bij de Popronde, maar dan lokaler en een DIY-mentaliteit. Op 25 mei was het Leidse debuut ervan, met Asintomáticos, Goldwölff, Acid Reflux, Headfirst, Psychose en Downtown District. “Let’s mooooosssh!”, staat er op de poster, en dat doet de Wibar.
Asintomáticos
Serveert een smakelijk stoofpotje
Asintomáticos ('zonder ziektesymptomen') is een Leidse punkband die als eerste band tot taak heeft om het publiek op te warmen. Het drietal produceert door de korte opbouwtijd een stoofpot van geluid waarin de verschillende ingrediënten lastig te onderscheiden zijn, vooral de zang en gitaar versmelten. Het publiek lust het stoofpotje best en het gaat naarmate het optreden volgt mee met de energie van de mannen. Helaas voor hen hebben ze weinig aan dat succes, hun twintig minuten zitten er dan op. De bassist en de gitarist afwisselen elkaar per nummer bij de leadzang; de bassist zingt smartelijk. Voor de drummer is het zijn eerste optreden, maar last van zenuwen heeft hij niet. Het opvallendste nummer is een funky song die klonk als Britpop uit de jaren negentig, maar dan in een punkinterpretatie.
Goldwölff
“Get fucked!”
Tussen de acts door gaat het in een razend tempo; in tien minuten moet je opbouwen, een linecheck doen en gaan. Het Alkmaarse Percy Graveland zegde af, maar er werd een vervanger gevonden in Goldwölff. Deze Leidse band debuteerde vorige maand op het Interstellar Solar Fest. De punkattitude zit er meteen in, want zanger Jan-Willem begint met een huishoudelijke mededeling: “Get fucked!” Bassist Rinus speelt een virtuoze solo en we zijn onderweg. De zanger met cowboyhoed loopt bijna het hele optreden door de zaal en zingt naar de microfoon boven zijn mond alsof hij een haring eet, hij brult alsof er een dieselmengsel door zijn aderen stroomt. De drummer spant zich in om het razende tempo aan te geven. Begeleid door “Yee ha!” geven ze het energiekste optreden van de avond. Bandleden van Downtown District en Acid Reflux zetten een voorzichtige eerste mosh in, hun tweede poging slaagt beter.
Acid Reflux
Children of the pit
We worden bevangen door hondsdolheid. We dachten met Acid Reflux een mysterieuze Rotterdamse post-stonerrockformatie te gaan horen, op een dwaalspoor geleid door de sirenen van Spotify, dit Acid Reflux is beslist niet instrumentaal en zo Leids als het maar kan. De frontman waarschuwt: “Als ik geen pit zie vanavond, ben ik niet tevreden!” Hij gaat met een goed gevoel naar huis, want the children of the pit komen al bij het eerste nummer tevoorschijn. Vanaf dit optreden is Hondsdol een aaneenschakeling van pitstops, of eigenlijk: pitacties. De eerste van de twee podiumbotten sneuvelt en kan niet meer overeind staan. De zang is vrij hoog, in de stijl van Axl Rose. De lekker lage bas komt goed binnen, de drummer schokt met zijn lichaam als Ian Curtis. Publiek en zanger scanderen goedmoedig “Fuck you” naar elkaar, als catharsis steekt de opgeluchte bassiste haar middelvingers naar het publiek op.
Headfirst
Sterk afgesteld
Tijdens het openingsnummer ‘Sing ‘n shout’ is er weer een Macarena in het publiek, net als kort bij Goldwölff, maar nu massaler. Een meisje doet karatekicks in de lucht. Toeschouwers in Downtown District-shirts gaan als cheerleaders voor het publiek staan en gebaren opzwepend naar het publiek: springen! Het springen en even later massaal meeklappen zijn korte onderbrekingen bij het pitten. Headfirst speelt alleen recent werk: bijna alleen nummers komen van hun debuutalbum, ‘Traffic Junkie’, en één nieuwe song als afsluiter. Hun zang komt van dit festival het beste door, waardoor de afstelling tussen de instrumenten zelfs beter is dan tijdens hun albumpresentatie van vorige maand.
Psychose
Dr. Uggs uit Almere
Organisator Gilian stond al op het podium als presentator en nu ook als muzikant. Voor Psychose troont hij als De Dirigent achter laptop, keyboard en mengpaneel. Hoeft hij niets in te stellen, dan headbangt hij hard mee met de andere bandleden: Kleine Krijger rapt en springt in het rond, Graaf Stolk knalt op de drums en De Ketter op zijn gitaar. Hun “harde punkhop” is live rockier dan op de plaat. Ze zijn hier te gast en als er één bandfeitje is dat je onthoudt, is dat ze uit Almere komen, van het openingsnummer ‘#IkwoonnnogsteedsinAlmere’ tot ‘Almere City’, een ode aan hun eerstedivisietrots. Hun combinatie van hiphop en punk doet denken aan Rage Against the Machine en nog meer met local hero Dr. Uggs: net als bij hem draait het om hun energieke optredens, ook hun teksten zijn politiek incorrect (‘De kankercultureshock is dat de crackies niet naar school gaan’) en net als hij nemen ze zichzelf niet te serieus met hun punkhouding. Bij beide is dat uiteindelijk een act, maar geven ze alles voor de show; ook de bassist en drummer gooien alle energie die ze hebben in hun spel. Ook hier vermaak je je tijdens de show prima; voor het nummer ‘#JezusLeeft’ vragen ze zich af “Waar is Jezus?” en gaan hem op het podium zoeken. Gelukkig vinden ze hem niet “in hun harten” of zoiets weeïgs, maar blijkt het de ketterse gitarist te zijn, die door de rest van de band wordt aanbeden. Tegen het einde stormt De Dirigent met ontbloot bovenlijf van het podium af en veroorzaakt een nieuwe mosh.
Downtown District
Haka
Zowel hun sound als de energie in hun optreden kun je deze ex-Nobel Awardfinalisten vergelijken met jarennegentigband NOFX. De opener van Downtown District veroorzaakt al een pitmuur. Meteen tolt de mosh rond als een begerende tong, een paar minuten later houdt de pit elkaars handen vast en dansen ze in een kring als in de clip van De Staat’s ‘Witch doctor’. Gitarist Niels speelt zittend op zijn knieën, zijn gitaar helemaal verticaal. Zanger Joel duikt het publiek in. In de pit vormen zich twee linies die als bij een haka uitdagend tegenover elkaar staan en dan op elkaar afstormen als Galliërs en Romeinen. In plaats van een knokpartij wordt het een nieuwe mosh. Niels en Joel eindigen een nummer met hun linkerarm synchroon geheven, ze houden deze sierlijke pose lang vol, als balletdansers. Drummer Stan moont en springt over zijn drumstel. Het slotakkoord van deze editie is een bandgroepsfoto door onze Morwenna met het hele publiek; die zien we vast terug op de socials.
Hondsdol verdient het een jaarlijks evenement te worden; Kleine Krijger van Psychose concludeerde al dat “Leiden zoveel gaver is dan Almere; hier moeten we vaker terugkomen.” You said it, bro.